A. van Ouwaterstraat

3.5 Conclusie

De ontwikkeling past binnen het vigerende beleid van de diverse overheden. Er is sprake van een inbreidingslocatie, waarmee aan de doelstelling van intensief ruimtegebruik wordt voldaan. Ook wordt voldaan aan de regels uit de provinciale verordening, gelet op de verrichte mobiliteitstoets.

Op gemeentelijk niveau geeft het bestaande ruimtelijke beleid geen handvatten voor de invulling van de toekomstige maatschappelijke woonfunctie op deze locatie. Het huidige bestemmingsplan voorziet overigens wel in een maatschappelijke bestemming zodat het toekomstig gebruik niet veel afwijkt het huidige toegestane gebruik. Het beleid beleid van de gemeente is in zoverre achterhaald dat na vaststelling hiervan alsnog besloten is over te gaan tot een functiewijziging nadat de locatie is vrijgekomen.

De ontwikkeling is zodoende overeenkomstig de provinciale en gemeentelijke beleidskaders. Door middel van dit bestemmingsplan wordt voorts het planologisch kader geschikt gemaakt voor de uitvoering van de gewenste ontwikkeling.