direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal beleid
Plan: Supermarktlocatie hoek Lijnbaan-J.J. Vierbergenweg
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0589.118201526000-ON01

3.3 Provinciaal beleid

Structuurvisie 2005-2015 en Structuurvisie 2013-2025

Op dit moment is de integrale Structuurvisie 2005-2015 van kracht. In deze Structuurvisie (voorheen: Streekplan Utrecht 2005-2015) van de provincie staat de gewenste ontwikkeling in een gebied of regio. De nieuwe Structuurvisie 2013-2025 is in voorbereiding en zal naar verwachting eind 2011 ter inzage worden gelegd en in 2012 definitief worden vastgesteld. . Na vaststelling van de integrale Structuurvisie 2005-2015 is deze op een aantal onderwerpen gewijzigd en vastgelegd in de Structuurvisie Baggerberging, Structuurvisie Nationale Landschappen en de Structuurvisie herinrichting Vliegbasis Soesterberg.

In het Streekplan Utrecht 2005-2015, dat met de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening de vorm heeft aangenomen van een provinciale structuurvisie, zijn voor de kernen rode contouren aangegeven. Binnen deze contouren is een beperkte mate van uitbreiding van het bestaande stedelijke gebied mogelijk, een groot deel zal echter op binnenstedelijke locaties dienen te worden gerealiseerd. Het plangebied ligt buiten de in het provinciale structuurvisie aangegeven rode contour en in het 'landelijk gebied 1'. Het 'landelijk gebied 1' grenst aan het stedelijk gebied en heeft als hoofdfunctie stedelijk uitloopgebied. Het is essentieel dat het gebied landschappelijk aantrekkelijk blijft en zo mogelijk verder wordt ontwikkeld. Omdat de ontwikkeling van een supermarkt hierbinnen onmogelijk is, wordt de zogenaamde 'touwtjesmethode' toegepast waarbij overschrijding van de rode contour is toegestaan, mits elders een gelijkwaardige, voor bebouwing geschikte locatie wordt geschrapt.

In de Structuurvisie Utrecht 2005-2015 wordt de lagenbenadering gehanteerd dat uitgaat van drie lagen: de fysieke ondergrond, het infrastructurele netwerk en de gebruikslaag. De gebruikslaag bestaat uit het ruimtegebruik voor met name wonen, werken, landbouw, natuur en recreatie. Deze vormen van ruimtegebruik worden meer dan voorheen afgestemd op de andere twee lagen. Binnen de gebruikslaag wilt de provincie de beweging in vraag en aanbod beheersbaar te houden. Daarom zijn er in de Provinciale Visie Detailhandel (januari 2003) beleidsuitgangspunten voor verschillende winkelgebiedstypen beschreven. Voor de toekomstige structuur gelden de volgende kernopgaven:

  • het behouden en versterken van de positie van recreatieve centra en het versterken van het samenhangende en onderscheidende vermogen van deze centra (nationaal en stedelijk werkmilieu);
  • het creĆ«ren van een evenwichtig en op de behoefte afgestemd aanbod van gemakscentra (gemengd woon/werkmilieu);
  • het bieden van mogelijkheden voor doelgericht winkelen (specifiek voorzieningenmilieu).

afbeelding "i_NL.IMRO.0589.118201526000-ON01_0002.jpg"

Figuur 2.1 Uitsnede Structuurvisie Utrecht 2005-2015

Provinciale verordening

Gedeputeerde Staten hebben op 28 april 2009 het ontwerp van de provinciale ruimtelijke verordening vastgesteld. De verordening bevat bepalingen die bij het opstellen van onder meer bestemmingsplannen in acht moeten worden genomen, opdat de provinciale belangen op het gebied van ruimtelijke ordening doorwerken op gemeentelijk niveau.

De verordening bevat regels die zich onder andere toespitsen op stedelijke gebieden (zoals op de kaarten behorende bij de verordening weergegeven). Verstedelijkingsambities moeten plaatsvinden binnen de rode contouren. De rode contouren, het 'Stedelijk gebied', worden in beginsel strikt gebruikt om het landelijk gebied zo min mogelijk aan te tasten. Om te kunnen inspelen op nieuwe kansen en ontwikkelingen zijn er twee vormen van flexibiliteit: het niet oppervlakte neutraal oprekken van de rode contour en het oppervlakte neutraal verleggen van de rode contour (artikel 4.1). Indien sprake is van een ontwikkeling die binnen de stedelijke contour valt, dient tevens een mobiliteitstoets te worden uitgevoerd dat inzicht geeft in de mobiliteitseffecten van de ruimtelijke ontwikkeling (artikel 7.1).

Voor deze ontwikkeling heeft een oppervlakte neutrale verlegging van de rode contour plaats gevonden. Hiervoor heeft de provincie ontheffing verleend van de rode contour. Deze ontheffing is opgenomen in Bijlage 8.