4.11 Ecologie
Samenvatting
Deze paragraaf betreft een samenvatting van het uitgebreide bureauonderzoek zoals opgenomen in Bijlage 3.
Huidige situatie
Het plangebied bestaat uit watergangen, gras, struiken en bomen.
Beoogde ontwikkelingen
In het plangebied wordt een supermarkt met bijbehorende parkeerplaatsen gerealiseerd. Hiervoor moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd:
- verwijderen beplanting en bomen;
- dempen watergang;
- bouwrijp maken;
- bouwwerkzaamheden.
Resultaten onderzoek
Gebiedsbescherming
Het plangebied vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura-2000. Het plangebied maakt ook geen deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De Natuurbeschermingswet en het beleid van de provincie staan de uitvoering van het plan dan ook niet in de weg.
Soortenbescherming
Het bestemmingsplan is het besluit dat ingrepen mogelijk maakt en een aantasting van beschermde dier- of plantensoorten kan betekenen. Uiterlijk bij het nemen van een besluit dat ruimtelijke veranderingen mogelijk maakt, zal daarom zekerheid moeten zijn verkregen of verlening van ontheffing op grond van de Flora- en faunawet nodig zal zijn en of het reëel is te verwachten dat deze zal worden verleend.
In het plangebied komen mogelijk enkele beschermde soorten voor, zie tabel 4.5.
Tabel 4.5 Voorkomende beschermde soorten
vrijstellingsregeling
|
tabel 1
|
|
dotterbloem en zwanenbloem
mol, egel en veldmuis
bruine kikker, gewone pad en de middelste groene kikker
|
ontheffingsregeling Ffw
|
tabel 2
|
|
geen
|
|
tabel 3
|
bijlage 1 AMvB
|
geen
|
|
|
bijlage IV HR
|
alle vleermuizen
|
|
vogels
|
cat. 1 t/m 4
|
geen
|
|
|
cat. 5
|
koolmees, pimpelmees, spreeuw en ekster
|
Het bestemmingsplan voorziet in de ontwikkeling van een supermarkt en parkeerplaatsen. De benodigde werkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkeling kunnen leiden tot aantasting van te beschermen natuurwaarden.
- Er zal geen ontheffing nodig zijn voor de tabel 1 soorten van de Flora- en faunawet waarvoor een vrijstelling van de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet geldt.
- Tijdens werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Hiervoor is geen standaardperiode, het gaat erom of er een broedgeval is. Verstoring van broedende vogels is verboden. Verblijfplaatsen van vogels die hun verblijfplaats het hele jaar gebruiken, zijn jaarrond beschermd. Slechts een beperkt aantal soorten bewoont het nest permanent of keert elk jaar terug naar hetzelfde nest. Deze soorten staan vermeld in categorie 1 t/m 4 van de 'Aangepaste lijst van jaarrond beschermde vogelnesten' (Ministerie van LNV, 2009). Van deze soorten zijn geen nesten vastgesteld in het plangebied. De meeste andere vogels maken elk broedseizoen een nieuw nest of zijn in staat om een nieuw nest te maken. Deze vogelnesten voor eenmalig gebruik zijn alleen tijdens het broedseizoen beschermd. Voor deze soorten is geen ontheffing nodig, indien werkzaamheden buiten het broedseizoen plaatsvinden of maatregelen zijn getroffen om te voorkomen dat deze soorten zich vestigen tijdens het broedseizoen. Buiten het broedseizoen mag van deze soorten het nest worden verplaatst of verwijderd.
- In de wilg in het plangebied hebben vleermuizen mogelijk een vaste verblijfplaats. Mogelijk heeft het plangebied ook een functie als primair foerageergebied of vaste vliegroute voor vleermuizen. (Bijlage 5) Uit het onderzoek blijkt dat het plangebied gebruikt wordt als foerageergebied. Het betreft geen wezenlijk foerageergebied, omdat vleermuizen ook in de directe omgeving foerageren. In de omgeving van het plangebied is tevens een baltsplaats gelegen. Gezien de afstand tot het plangebied en de omvang van de ingreep zal dit geen effecten op de baltsplaats hebben. Effecten op vleermuizen kan dan ook worden uitgesloten.
- De kleine modderkruiper komt niet voor in het plangebied (Bijlage 4).
- Langs de oostgrens van de bebouwde kom is een groenbuffer aangelegd van ± 10 ha waarbij veel bomen zijn aangeplant en waterpartijen gegraven. Deze groenbuffer heeft enerzijds tot doel de bebouwing af te schermen en anderzijds een parkachtige functie met wandelpaden en waterpartijen. In het kader van de Boswet waarin een herplantingsplicht geldt, is de aanleg van de groenbuffer voldoende voor de compensatie van het rooien van de bomen. De bomen die langs de zuid en west rand van het perceel staan, zullen behouden blijven.