Plan: | Supermarktlocatie hoek Lijnbaan-J.J. Vierbergenweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0589.118201526000-VA01 |
Vanaf 1 november 2003 is de watertoets wettelijk van toepassing, een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over waterhuishoudkundige aspecten van ruimtelijke plannen. De watertoets heeft als doel om te voorkomen dat nieuwe ruimtelijke plannen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer.
Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen die de waterbeheerder in het kader van het informele vooroverleg heeft gemaakt zijn verwerkt in deze waterparagraaf. Eventuele reacties naar aanleiding van het formele vooroverleg worden in het ontwerpbestemmingsplan verwerkt.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het projectgebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente nader wordt behandeld.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal
Waterschapsbeleid
In de Waterstructuurvisie (2002) is door het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden een langetermijnvisie (voor 2050) en een middellangetermijnvisie (tot 2015) ontwikkeld voor een duurzamer waterbeheer voor het beheersgebied. In het plangebied speelt het ontwikkelen van een duurzaam stedelijk waterbeheer. Het gaat dan met name om schoon oppervlaktewater, het zo lang mogelijk vasthouden, infiltreren, afkoppelen van hemelwater en waar mogelijk aanleggen van een verbeterd gescheiden riolering.
'Water voorop!', zo luidt de van het Waterbeheerplan 2010-2015 van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. In dit plan staat hoe het Hoogheemraadschap zorgt voor een duurzaam, schoon en veilig watersysteem. Zo'n systeem draagt bij aan een betere leefomgeving van mens, dier en plant. Wij geven in het waterbeheerplan een overzicht van:
Het gaat hierbij om de beleidsvelden veiligheid, watersystemen en (afval)waterketen in samenhang met de ruimtelijke omgeving, natuur- en milieudoelen en maatschappelijke en klimatologische ontwikkelingen. Het Hoogheemraadschap zorgt als waterautoriteit voor veilige dijken, droge voeten en schoon water. Kernwaarden bij onze aanpak zijn: duurzaamheid, kwaliteit, resultaatgerichtheid, innovativiteit en efficiency.
Tevens is dit waterbeheerplan een regionale uitwerking van Europees (KRW) en nationaal (WB21) beleid.
Het Handboek Watertoets geeft naast een indruk van de diverse waterhuishoudkundige aspecten die een rol spelen bij de ruimtelijke ordening ook de criteria die het waterschap hanteert bij het toetsen van plannen.
Gemeentelijk beleid
De gemeente Oudewater heeft samen met de gemeenten Lopik en Montfoort en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden een waterplan opgesteld. Hiertoe is in 2006 reeds een Quickscan Waterplan Lopik, Montfoort en Oudewater opgesteld. Hierin worden de knelpunten, ontwikkelingen en opgaven van het waterhuishoudkundige systeem beschreven. Hieruit blijkt dat de afvoercapaciteit van de boezem waarin het plangebied ligt te beperkt is.
Huidige situatie
Het plangebied is gelegen in het noorden van de kern Oudewater, op de hoek van de Lijnbaan en de J.J. Vierbergenweg. Het plangebied bestaat momenteel uit groen en water.
Bodem en grondwater
Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem uit zware klei. Er is sprake van grondwatertrap II. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand hier van nature minder dan 0,40 m beneden maaiveld ligt, terwijl de gemiddeld laagste grondwaterstand varieert tussen de 0,50 m en 0,80 m. De maaiveldhoogte bedraagt ter plaatste circa NAP -1,20 m.
Waterkwantiteit
Het plangebied is gelegen in de polder Noord-Linschoten. In het betreffende peilgebied wordt een vast peil van NAP -1,76 m gehandhaafd. In het oosten en westen van het plangebied zijn watergangen gelegen.
Waterkwaliteit
Binnen het plangebied zijn geen KRW-waterlichamen gelegen.
Veiligheid en waterkeringen
Binnen het plangebied is geen primaire of secundaire waterkering aanwezig.
Afvalwater en riolering
Het plangebied is niet aangesloten op het gemeentelijke rioleringsstelsel.
Toekomstige situatie
Het bestemmingsplan Supermarktlocatie hoek Lijnbaan-J.J. Vierbergenweg maakt de realisatie van een supermarkt mogelijk.
Waterkwantiteit
Om wateroverlast te voorkomen dient de bergingstrits 'vasthouden, bergen, afvoeren' gehanteerd te worden. Wanneer sprake is van een toename van de verharding, moet de open waterberging binnen het plangebied worden uitgebreid (bergen) om de afvoerpiek op te kunnen vangen, tenzij infiltratie mogelijk is (vasthouden).
Door de realisatie van de supermarkt (1.500 m2) en de bijbehorende verharding (1.500 m2) neemt het verhard oppervlak met circa 3.000 m2 toe. Hiervoor zal conform het beleid van het Hoogheemraadschap 15 %, dus 450 m², oppervlaktewater binnen het plangebied gerealiseerd moeten worden.
Ten behoeve van de supermarkt en de bevoorradingsweg wordt de watergang aan de oostrand van het plangebied geheel gedempt. Hiermee verdwijnt 420 m2 oppervlaktewater. Conform het beleid van het hoogheemraadschap (principe 'dempen=graven') moet er binnen het plangebied evenveel oppervlaktewater (zowel oppervlakte als inhoud) binnen het plangebied teruggegraven worden.
Het realiseren van extra oppervlaktewater binnen het plangebied is vanwege ruimtegebrek niet mogelijk. Ook binnen hetzelfde peilgebied is dit niet mogelijk. Uit de informele reactie van het hoogheemraadschap is gebleken dat de reeds gerealiseerde waterbergingslocatie ten oosten van de kern geschikt is om als extra waterberging te dienen ter compensatie van de ontwikkeling. Tevens hebben de watergangen die het plangebied met het compensatiegebied verbinden voldoende capaciteit. Hierdoor is geen extra compensatie vereist. In figuur 4.1 is deze waterbergingslocatie met de verbindende watergangen weergegeven.
Conform de Leidraad Riolering en vigerend beleid van het hoogheemraadschap is het voor nieuwbouw verplicht een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:
Voor de ontwikkeling geldt dat schoon hemelwater geloosd kan worden op het naastgelegen oppervlaktewater. In verband met de hoge grondwaterstanden en de slechte doorlatendheid van de bodem is infiltratie niet aan te bevelen. De bestaande watergang heeft voldoende capaciteit om en T=10 en een T=100 bui af te voeren naar de bergingslocatie ten oosten van de kern.
Waterkwaliteit
Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt een verbod op het toepassen van zink, lood, koper en PAK-houdende bouwmaterialen.
Veiligheid en waterkeringen
De ontwikkelingen hebben geen gevolgen voor de waterveiligheid in de omgeving. Doordat reeds extra berging is gerealiseerd ten oosten van de kern wordt het ontstaan van een bergingstekort voorkomen waardoor de kans op wateroverlast niet toeneemt.
Beheer en onderhoud
Voor aanpassingen aan het bestaande waterhuishoudingsysteem dient bij het hoogheemraadschap op basis van de Keur een watervergunning te worden aangevraagd. Dit geldt bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van water naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder toestemming van het hoogheemraadschap gebouwd en opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit van het profiel en/of veiligheid wordt aangetast, de aan- en/of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de Keur. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.
Door de eerder genomen compensatiemaatregelen door de gemeente treden er geen negatieve gevolgen op voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.