direct naar inhoud van Artikel 19 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: Buitengebied Peel en Maas
Status: concept
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1894.BPL0048-VO01

Artikel 19 Recreatie - Verblijfsrecreatie

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie – Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kleinschalig kamperen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – 1';
  • b. een bed en breakfast, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bed en breakfast';
  • c. recreatiewoningen, chalets en vakantieappartementen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
  • d. verblijfsrecreatieve inrichting met alternatieve kampeervormen, kampeermiddelen en interne en externe pensionkamers, het houden van dieren voor het maken van ezeltochten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – 6';
  • e. zomerhuisjesterreinen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 4';
  • f. kerkelijke, sociaal-culturele en/of educatieve doeleinden met behoud van c.q. in overeenstemming met de ter plaatse aanwezige karakteristieke bebouwing, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – 13';
  • g. groepsaccomodatie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – 7';
  • h. een kampeerboerderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kampeerboerderij';
  • i. een kampeerterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein';
  • j. wonen in een bedrijfswoning;

met daaraan ondergeschikt:

  • k. een agrarisch bedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch bedrijf';
  • l. een zorgfunctie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – 3';
  • m. een natuurzwembad, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – 9';
  • n. dagrecreatie;
  • o. ondergeschikte horeca van categorie 1 en 2 ten behoeve van de verblijfsrecreatieve functie;
  • p. ondergeschikte detailhandel in de vorm van een campingwinkel ten behoeve van een kampeerterrein;
  • q. een zwembad, ter plaatse van de aanduiding 'zwembad';
  • r. uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis overeenkomstig het bepaalde in artikel 19.4.3;
  • s. evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 19.4.2;
  • t. groenvoorzieningen;
  • u. tuinen, erven en terreinen;
  • v. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  • w. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

19.2 Bouwregels
19.2.1 Algemeen

Op de voor 'Recreatie – Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de in artikel 20.1 genoemde bestemming worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bedrijfswoning;
  • c. bijbehorende bouwwerken;
  • d. bouwwerken, geen gebouw zijnde.

19.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – 1'

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – 1' gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen, de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken, parkeervoorzieningen en verhardingen worden uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals kampeermiddelen, met uitzondering van stacaravans, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden geplaatst;
  • c. per bouwvlak is maximaal één recreatieve voorziening toegestaan, met dien verstande dat de gronden ter plaatse van de aanduiding 'relatie' gekoppeld zijn ten behoeve van één recreatieve voorziening;
  • d. de oppervlakte van bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' aangeduide bebouwde oppervlakte;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – 1' is een kleinschalig kampeerterrein toegestaan met maximaal 25 kampeermiddelen, met dien verstande dat stacaravans niet zijn toegestaan;
  • f. voor het overige dient te worden voldaan aan het bepaalde in artikel 19.2.9 en 19.2.10.

19.2.3 Regels ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein'

Ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen, de bedrijfswoning, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. per bouwvlak is maximaal één recreatieve voorziening toegestaan, met dien verstande dat de gronden ter plaatse van de aanduiding 'relatie' gekoppeld zijn ten behoeve van één recreatieve voorziening;
  • c. stacaravans zijn toegestaan, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 5 meter bedraagt en de afstand tot de perceelsgrens minimaal 5 meter bedraagt;
  • d. de oppervlakte van bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' aangeduide bebouwde oppervlakte;
  • e. voor het overige dient te worden voldaan aan het bepaalde in artikel 19.2.9 en 19.2.10.

19.2.4 Regels ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning'

Ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen, de bedrijfswoning, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. recreatiewoningen, vakantieappartementen en chalets zijn toegestaan tot een maximum aantal zoals is aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal recreatiewoningen', met dien verstande dat:
    • 1. de goot- en bouwhoogte respectievelijk maximaal 3 en 5 meter bedraagt;
    • 2. de afstand tot de perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter, dan wel maximaal de bestaande afstand.
  • c. de oppervlakte van gebouwen inclusief recreatiewoningen, vakantieappartementen en chalets bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' aangeduide bebouwde oppervlakte;
  • d. voor het overige dient te worden voldaan aan het bepaalde in artikel 19.2.9 en 19.2.10.

19.2.5 Regels ter plaatse van de aanduiding 'kampeerboerderij'

Ter plaatse van de aanduiding 'kampeerboerderij' gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen, de bedrijfswoning, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de oppervlakte van bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' aangeduide bebouwde oppervlakte;
  • c. voor het overige dient te worden voldaan aan het bepaalde in artikel 19.2.9 en 19.2.10.

19.2.6 Regels ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 4'

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 4' gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen, de bedrijfswoning, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. recreatiewoningen en chalets zijn toegestaan tot een maximum aantal zoals is aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal recreatiewoningen', met dien verstande dat:
    • 1. de oppervlakte per recreatiewoning, chalets inclusief bijbehorende bouwwerken maximaal 100 m² bedraagt;
    • 2. de goot- en bouwhoogte respectievelijk maximaal 3 en 5 meter bedraagt;
    • 3. de afstand tot de perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter, dan wel maximaal de bestaande afstand.
  • c. de oppervlakte van gebouwen inclusief de recreatiewoningen bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' aangeduide bebouwde oppervlakte;
  • d. voor het overige dient te worden voldaan aan het bepaalde in artikel 19.2.9 en 19.2.10.

19.2.7 Regels ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – 6'

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – 6' gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen, de bedrijfswoning, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de oppervlakte van bedrijfsgebouwen bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' aangeduide bebouwde oppervlakte, met uitzondering van de bedrijfswoning en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken;
  • c. alternatieve kampeervormen in de vorm van paalhutten, grondhutten, plaggenhutten, tenthutten, grondhutten etc. zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. er maximaal 15 alternatieve kampeervormen zijn toegestaan;
    • 2. de oppervlakte per alternatieve kampeervorm maximaal 35 m2 bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte van de alternatieve kampeervormen maximaal 5 meter bedraagt;
  • d. er zijn maximaal 5 kampeerplaatsen toegestaan;
  • e. er zijn maximaal 9 pensionkamers toegestaan, met dien verstande dat de pensionkamers die extern zijn gelegen een oppervlakte hebben van maximaal 35 m2, de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt en de bouwhoogte maximaal 6,5 meter bedraagt.
  • f. voor het overige dient te worden voldaan aan het bepaalde in artikel 19.2.9 en 19.2.10.

19.2.8 Regels ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – 7 en 'specifieke vorm van recreatie – 13'

Ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen, de bedrijfswoning, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. per bouwvlak is maximaal één recreatieve voorziening toegestaan, met dien verstande dat de gronden ter plaatse van de aanduiding 'relatie' gekoppeld zijn ten behoeve van één recreatieve voorziening;
  • c. de oppervlakte van bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' aangeduide bebouwde oppervlakte;
  • d. voor het overige dient te worden voldaan aan het bepaalde in artikel 19.2.9 en 19.2.10.

19.2.9 Bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt respectievelijk maximaal 6 en 11 meter;
  • b. de voorgevel van de bedrijfsgebouwen dient te worden gebouwd achter de bestaande voorgevelrooilijn;
  • c. de afstand tot de perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter, dan wel maximaal de bestaande afstand;
  • d. per bouwperceel is maximaal één bestaande bedrijfswoning toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal woonheden' bedrijfswoningen zijn toegestaan tot een maximum aantal zoals is aangeduid op de verbeelding;
  • e. de inhoud van de bedrijfswoning inclusief bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 1000 m3, dan wel de bestaande inhoud;
  • f. de goot- en bouwhoogte van bedrijfswoningen bedraagt respectievelijk maximaal 6 en 9 meter;
  • g. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 3,30 meter;
  • h. de afstand tot de perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter;
  • i. bijbehorende bouwwerken worden op een afstand van minimaal 1 meter achter de voorgevellijn gebouwd;
  • j. de afstand tussen hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 15 meter.

19.2.10 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal 2 meter, met uitzondering van:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 1 meter bedraagt en achter de voorgevelrooilijn, waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt;
    • 2. luifels, waarvan de hoogte maximaal 7 meter bedraagt;
    • 3. omheiningen rond een paardrijbak in de vorm van een open afscheiding, waarvan de bouwhoogte maximaal 1,50 meter bedraagt;
    • 4. lichtmasten rond een paardrijbak, waarvan de bouwhoogte maximaal 8 meter bedraagt;
  • b. per bedrijfswoning is maximaal 1 niet-overdekt zwembad toegestaan, mits de afstand van de woning tot het zwembad maximaal 15 meter bedraagt en de oppervlakte maximaal 30 m² bedraagt;
  • c. het bouwen van overkappingen aan de achter- of zijgevel bij de bedrijfswoning is toegestaan, mits de oppervlakte maximaal 30 m² bedraagt.

19.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en aan de inrichting van het bestemmingsvlak:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van een goede landschappelijke inpassing.

19.4 Specifieke gebruiksregels
19.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. horeca, behoudens toegestaan krachtens artikel 19.1;
  • b. geluidszoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • c. nieuwvestiging van een intensieve veehouderij;
  • d. kamerverhuur;
  • e. woningsplitsing;
  • f. detailhandel;
  • g. evenementen, behoudens toegestaan krachtens artikel artikel 19.4.2;
  • h. seksinrichtingen;
  • i. bewoning van vrijstaande bijbehorende bouwwerken en gebouwen, geen (bedrijfs)woning zijnde;
  • j. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak;
  • k. buitenopslag voor de voorgevelrooilijn;
  • l. het plaatsen van stacaravans, anders dan ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein'.

19.4.2 Evenementen

Evenementen zijn maximaal drie keer per jaar toegestaan voor de duur van maximaal drie aaneengesloten dagen per evenement, inclusief op- en afbouw.

19.4.3 Beroep of bedrijf aan huis

Een beroep of bedrijf aan huis, als opgenomen in het 'Overzicht beroep of bedrijf aan huis' (bijlage 2 bij deze regels) of hiermee naar aard en omvang gelijk te stellen beroepen en bedrijven, wordt geacht in overeenstemming te zijn met de woonbestemming en is toegestaan, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft;
  • b. de woonfunctie van het perceel primair blijft c.q. in overwegende mate aanwezig blijft;
  • c. degene die gebruiker van de woning is tevens degene is die het beroep of bedrijf aan huis uitoefent;
  • d. maximaal 50 m² van de vloeroppervlakte van de bestaande bebouwing mag worden gebruikt voor beroep en bedrijf aan huis;
  • e. het gebruik geen ernstige hinder voor het woonmilieu oplevert c.q. geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of de buurt;
  • f. het gebruik geen dusdanige verkeersaantrekkende activiteiten betreft welke kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • g. in voldoende mate wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
  • h. het geen activiteiten betreft die in de regel worden uitgeoefend in winkelpanden of op een industrieterrein;
  • i. internetverkoop slechts is toegestaan indien er geen uitstalling ten verkoop plaatsvindt en de te verkopen producten niet ter plaatse bezichtigd en afgehaald kunnen worden;
  • j. er geen buitenopslag plaatsvindt;
  • k. reclame-uitingen ten dienste van het beroep of bedrijf aan huis beperkt blijven tot het plaatsen van een bord met als maximale afmetingen 1 meter x 0,5 meter aan de voor- of zijgevel of in de voor- of zijtuin op een hoogte van maximaal 2 meter. Neon- of andere lichtreclame is in dit kader niet toegestaan.