Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 2 teneinde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- de hoogte van deze bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m, met dien verstande dat terrein- en erfafscheidingen niet hoger mogen zijn dan 2 m;
- de waterstaatkundige functie mag niet worden belemmerd.
Deze afwijking kan niet worden verleend voor gronden met de functieaanduiding “specifieke vorm van water –
waterloop”.