Plan: | buitengebied Klavertje 4 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1894.BHV0001-VG01 |
Gemeenten zijn niet geheel vrij in het voeren van hun eigen beleid. Rijk en provincies geven met het door hen gevoerde en (in structuurvisies) vastgelegde beleid en de uitwerking daarvan in een AMvB respectievelijk provinciale verordening de kaders aan waarbinnen gemeenten kunnen opereren. Opgemerkt wordt dat deze beheersverordening zich primair richt op het vastleggen van de bestaande situatie. Het nationale ruimtelijke beleid is met name verwoord in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en de juridische vertaling daarvan in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Dit beleid is overwegend van toepassing op nieuwe ontwikkelingen en daardoor slechts zeer beperkt dan wel niet relevant in de onderhavige situatie.
Het ruimtelijke beleid van de provincie Limburg is vervat in het Provinciaal omgevingsplan Limburg. Het POL 2006 is een streekplan, het provinciaal waterhuishoudingplan, het provinciaal milieubeleidsplan en bevat de hoofdlijnen van het provinciaal verkeer- en vervoersplan. Tevens vormt het POL 2006 een economisch beleidskader op hoofdlijnen, voor zover het de fysieke elementen daarvan betreft, en een welzijnsplan op hoofdlijnen, voor zover het de fysieke aspecten van zorg, cultuur en sociale ontwikkeling betreft. Het POL 2006 zelf kan eveneens beschouwd worden als de structuurvisie die op grond van de wetsvoorstellen voor nieuwe ruimtelijke wetgeving (en mogelijk ook op grond van nieuwe milieu- en waterwetgeving) in de toekomst door provincies opgesteld moet worden. In de periode tussen vaststelling en heden is het POL regelmatig geactualiseerd. Relevante actualisaties zijn meegenomen in dit bestemmingsplan. Het betreft hier met name de POL-aanvullingen genaamd 'Verstedelijking, Gebiedsontwikkeling en Kwaliteitsverbetering', 'Klavertje 4', Nieuwe Wet ruimtelijke ordening', 'Contourenatlas Noord- en Midden-Limburg' en 'Provinciaal Waterplan Limburg 2010-2015'. Enkele van deze aanvullingen worden in dit onderdeel nader toegelicht.
De variatie in landschappen en natuurlijke kwaliteiten, in woongebieden en werkmilieus en in bereikbaarheid, draagt volgens het POL2006 bij uitstek bij aan de kwaliteitsregio Limburg. Zowel ondergrond (bodem, water), netwerken (wegen, spoorwegen, waterwegen, leidingen) als ruimtegebruikspatroon (wonen, werken, voorzieningen, landbouw, natuur) zijn bepalend voor de kwaliteiten en ontwikkelingsmogelijkheden van gebieden. Ze vormen de basis voor een gebiedsgerichte aanpak. Het POL2006 onderscheidt daarin meerdere niveaus:
De gemeente Peel en Maas is gelegen in een landelijk gebied. Hier is een kwaliteitsslag aan de orde voor landbouw, recreatie, natuur, water en landschap.
De beheersverordening gaat uit van het vastleggen van de bestaande situatie in het besluitgebied en maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Gelet hierop wordt op het Rijks- en provinciale beleid in het kader van deze beheersverordenign niet nader ingegaan. Het gemeentelijk beleid is richtinggevend.