Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Traffic Port
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.1894.BPL0006-OH01

Artikel 3 Gemengd - Luchtvaartterrein en verkeers- en logistiek educatiecentrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

 
De voor Gemengd-Luchtvaartterrein en verkeers- en logistiek educatiecentrum aangewezen gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6, voor zover het tevens betreft ’Waterstaat-Waterlopen’, bestemd voor:
a. luchtvaartgebonden gebouwen en voorzieningen alsmede luchtvaartgerelateerde (toeleverings)bedrijven en luchtvaartgerelateerde diensten;
b. luchthaventerrein ten behoeve van Micro Light Airplanes (MLA), alsmede naar hun aard en invloed op de omgeving vergelijkbare lichte luchtvaartuigen;
c. een verkeers- en logistiek educatiecentrum met daaraan gerelateerde (toeleverings)bedrijven en diensten;
d. bij de bestemming behorende bedrijfsgebouwen;
e. horecavoorzieningen ten behoeve van aan de bestemming gerelateerde bedrijfsactiviteiten;
f. parkeervoorzieningen;
g. verkeersvoorzieningen;
h. verhardingen en afrasteringen;
i. groenvoorzieningen;
j. nutsvoorzieningen;
k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
l. retentie-, infiltratie-, en bluswatervoorzieningen;
m. een gerioleerde watergang voor zover op de verbeelding met de functieaanduiding ‘specifieke vorm van water-waterloop gerioleerd’ aangegeven;
n. de op de verbeelding met de gebiedsaanduiding ’Vrijwaringszone-weg’ aangegeven zone zoals bedoeld in artikel 8 van deze regels.
 

3.2 Bouwregels

 
Op de voor Gemengd- Luchtvaartterrein en verkeers- en logistiek educatiecentrum aangewezen gronden gelden de volgende bouwregels:
 
3.2.1 op en in de als luchtvaartterrein en verkeers- en logistiek educatiecentrum bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen worden gerealiseerd die qua aard en afmeting bij deze bestemming passen, met dien verstande dat:
a. de bouwhoogte van de gebouwen niet meer mag bedragen dan 15 meter;
b. er, met betrekking tot de bouwhoogte, dient te worden voldaan aan de bepalingen in de BIGNAL-vergunning voor Traffic Port.
3.2.2 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 15 meter mag bedragen, met dien verstande dat dient te worden voldaan aan de bepalingen in de BIGNAL-vergunning voor TrafficPort;
 
3.2.3 het maximale bebouwingspercentage binnen het bestemmingsvlak bedraagt 40.
 

3.3 Nadere eisen

 
a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
-  de situering en afmetingen van gebouwen;
-  de situering en afmetingen van bouwwerken, geen gebouw zijnde;
-  de situering van de te realiseren parkeerplaatsen en de inrichting hiervan;
-  de afvoer van (hemel)water en het realiseren van groen-, verkeers-, en parkeervoorzieningen;
-  de bereikbaarheid van het gebied voor hulpdiensten;
-  het aantal, de uitvoering en de capaciteit van bluswatervoorzieningen.
b. bij het toepassen van nadere eisen door Burgemeester en Wethouders zoals bedoeld onder a. worden de algemene procedureregels in acht genomen zoals vermeld in artikel 11.
 

3.4 Ontheffing van de bouwregels

a. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 3.2.1 en 3.2.2 ten behoeve van het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot een maximale bouwhoogte van 30 meter,en voor reclame- en zendmasten tot een maximale hoogte van 40 meter, met dien verstande dat dient te worden voldaan aan de bepalingen in de BIGNAL-vergunning voor Traffic Port;
 
b. bij het verlenen van een ontheffing door Burgemeester en Wethouders zoals bedoeld onder a. worden de algemene procedureregels in acht genomen zoals vermeld in artikel 11.
 

3.5 Specifieke gebruiksregels

 
3.5.1
Het is verboden gronden en opstallen te gebruiken, te doen of te laten gebruiken op een wijze of doel, strijdig met de gegeven bestemming, zoals aangegeven in de bestemmingsomschrijving.  
 
3.5.2
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in 3.5.1 wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de gronden, gebouwen en bouwwerken voor detailhandel, anders dan ondergeschikte, aan luchtvaart en verkeers- en logistiek educatiecentrum gerelateerde detailhandel.
 
3.5.3
een overtreding van het bepaalde in artikel 3.5.2 wordt aangemerkt als een strafbaar feit zoals bedoeld in artikel 1a, onder 2° van de Wet op de economische delicten.