Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen voor:
a. het overschrijden van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
b. het wijzigen van de lijst van bedrijfsactiviteiten, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
c. het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
9.2 Algemene wijzigingsbevoegdheid wonen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijf' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' met dien verstande dat:
a. het aantal woningen ter plaatse niet mag toenemen;
b. de burgerwoning, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor wat betreft de bouwregels voldoen aan hetgeen beschreven is in onderhavig artikel 3.2.2 'Bedrijfswoningen';
c. de milieu-invloed afkomstig van de omliggende functionerende bedrijven zodanig is dat enerzijds ter plaatse een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd en anderzijds de exploitatie- en ontwikkelingsmogelijkheden voor deze bedrijven niet in onevenredige mate worden of kunnen worden aangetast;
d. de parkeerbalans in de directe omgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed;
e.aan wordt gesloten bij de zowel kwantitatieve als kwalitatieve uitgangspunten van de regionale woonvisie;
f. uit een ingesteld bodemonderzoek moet blijken dat de bodem ter plaatse geschikt is voor de beoogde bestemming;
g. voldaan moet worden aan de Wet geluidhinder en de Wet luchtkwaliteit, alsmede het Besluit externe veiligheid inrichtingen en bijbehorende circulaires;
h. aangetoond is dat er geen belemmeringen aanwezig zijn wat betreft archeologie;
i. de afkoppeling van het hemelwater op eigen terrein dient plaats te vinden, waarbij geen wateroverlastsituaties voor derden mogen ontstaan;
j. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
k. aan de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld ter plaatse geen afbreuk wordt gedaan;
l. kostenverhaal plaatsvindt in die zin dat een exploitatieovereenkomst met de ontwikkelende partij wordt gesloten, dan wel bij vaststelling van het wijzigingsplan een exploitatieplan wordt vastgesteld.