Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kieënweg 11
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.1894.BPL0036-ON02

Artikel 3 Bedrijventerrein

  
3.1. Bestemmingsomschrijving
 
De voor "Bedrijventerrein" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het uitoefenen van industriële, ambachtelijke, alsmede groothandelsbedrijven, die staan vermeld in de categorie 2 t/m 3 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen en detailhandelsbedrijven;
  2. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten welke niet genoemd worden in de lijst van bedrijfsactiviteiten bij de categorieën 2 en 3, maar naar de aard, omvang en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven als bedoeld in de categorieën 2 en 3.; met de daarbij behorende
  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  4. verkeer- en parkeervoorzieningen;
  5. verhardingen;
  6. nutsvoorzieningen;
  7. groenvoorzieningen;
  8. water- en huishoudkundige voorzieningen.
3.2. Bouwregels
 
Voor het bouwen gelden de volgende regels
 
3.2.1. Bedrijfsgebouwen
  1. op de als "Bedrijventerrein" bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in artikel 3.1. genoemde functies worden gebouwd;
  2. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding ‘bouwvlak’ met uitzondering van terreinafscheidingen;
  3. het bouwvlak mag volledig bebouwd worden;
  4. ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goothoogte’ bedraagt de goothoogte ten hoogste de op de verbeelding weergegeven maat;
  5. ter plaatse van de aanduiding ‘maximale dakhelling’ bedraagt de dakhelling ten hoogste de op de verbeelding weergegeven maat;
  6. de afstand van bedrijfsgebouwen tot de zijdelingse en achterste bouwperceelgrens dient, onverminderd het bepaalde in dit lid onder b, minimaal 3 meter te bedragen;
  7. indien de afstand in de bestaande situatie minder dan 3 meter bedraagt, geldt deze bestaande afstand als minimale afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens.
3.2.2. Bouwwerken geen gebouwen zijnde
  1. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 10 meter;
  2. de hoogte van erfafscheidingen bedraagt voor de voorgevelrooilijn ten hoogste 1 meter en achter de voorgevelrooilijn ten hoogste 2 meter. 
3.3. Nadere eisen
 
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
3.4. Specifieke gebruiksregels
 
Tot een strijdig gebruik van de gronden en opstallen worden in elk geval gerekend:
  1. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. wonen, d.w.z. permanente of tijdelijke bewoning;
  3. detailhandel;
  4. seksinrichtingen;
  5. horecadoeleinden;
  6. Bevi-inrichtingen.