direct naar inhoud van Artikel 14 Algemene aanduidingsregels
Plan: Landgoed de Cavalerie
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1894.BPL0041-ON01

Artikel 14 Algemene aanduidingsregels

14.1 wro-zone - ontheffingsgebied
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - ontheffingsgebied' zijn Burgemeester en wethouders bevoegd om het aantal woningen te wijzigen, met dien verstande dat:
    • 1. het bebouwingsoppervlak en bouwmassa van de hoofdgebouwen gelijk blijft;
    • 2. er uitsluitend grondgebonden woningen zijn toegestaan;
    • 3. het aantal woningen gebaseerd is op een onderbouwde woningbehoefte;
    • 4. geen wezenlijke afbreuk mag worden gedaan aan het woonkarakter van de buurt;
    • 5. geen onevenredige belangen van de buurt worden geschaad;
    • 6. er geen zodanig verkeersaantrekkende activiteiten mogen plaatsvinden die de woonomgeving onevenredig belasten en ten gevolge waarvan extra verkeersmaatregelen noodzakelijk worden;

  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - ontheffingsgebied' zijn Burgemeester en wethouders bevoegd om een hobbymatige paardenstal toe te staan, met dien verstande dat:
    • 1. het bebouwingsoppervlak en bouwmassa voor de paardenstal gelijk is aan het maximale bebouwingsoppervlak en bouwmassa van het eventuele hoofdgebouw;
    • 2. uitsluitend hobbymatig gebruik is toegestaan, er mag geen sprake zijn van een inrichting waarvoor een milieuvergunning is benodigd;
    • 3. geen wezenlijke afbreuk mag worden gedaan aan het woonkarakter van de buurt;
    • 4. geen onevenredige belangen van de buurt worden geschaad;
    • 5. er geen zodanig verkeersaantrekkende activiteiten mogen plaatsvinden die de woonomgeving onevenredig belasten en ten gevolge waarvan extra verkeersmaatregelen noodzakelijk worden.

14.2 wro-zone - wijzigingsgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' zijn Burgemeester en wethouders bevoegd om de bestemming "Wonen' te wijzigen in de bestemming "Agrarisch" ten behoeve van de oprichting van een professionele paardenhouderij, met dien verstande dat:

  • a. er maximaal één bedrijfswoning is toegestaan;
  • b. de bedrijfswoning dient te voldaan aan dezelfde bouwregels als de woningen in de bestemming "Wonen";
  • c. het bouwvlak zoals dat in de bestemming "Wonen" is ingetekend gehandhaafd blijft;
  • d. bedrijfsgebouwen dienen gericht te zijn op de gevellijn;
  • e. buiten het bouwvlak één rijbak is toegestaan;
  • f. bijbehorende voorzieningen in de vorm van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het bouwvlak zijn toegestaan;
  • g. aangetoond wordt dat een goed woon- en leefklimaat van de bestaande woningen en de recreatiewoningen is gegarandeerd;
  • h. geen onevenredige belangen van de buurt worden geschaad;
  • i. er geen zodanig verkeersaantrekkende activiteiten mogen plaatsvinden die de woonomgeving onevenredig belasten en ten gevolge waarvan extra verkeersmaatregelen noodzakelijk worden;
  • j. er ten minste 1 jaar is verstreken tussen het onherroepelijk worden van dit plan en de aanvraag tot toepassing van de wijzigingsbevoegdheid;