Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Rozendaal, Maasbree
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1894.BPL0053-VG01

Artikel 3 Natuur

3.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. behoud, herstel en versterking van landschappelijke, aardkundige en natuurwaarden;
  2. op natuurbeheer gericht agrarisch grondgebruik;
  3. extensief recreatief medegebruik;
  4. voorzieningen van openbaar nut.
 
Een en ander met de bijbehorende voorzieningen en met dien verstande dat binnen de bestemming Natuur het beleid primair is gericht op behoud en versterking van de ecologische en landschappelijke kwaliteiten, waaronder mede begrepen de aanleg van bos. Het bieden van mogelijkheden voor recreatief medegebruik mag geen afbreuk doen aan deze primaire doelstelling.
3.2 Bouwregels
Op of in de als zodanig bestemde gronden mogen enkel andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming, zoals wegwijzers, zitbankjes, afvalemmers en open afrasteringen worden gebouwd met een maximale bebouwingshoogte van 2 meter.
3.3 Specifieke gebruiksregels
Onder het verboden gebruik van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, als bedoeld in art. 2.1, Wabo wordt in ieder geval begrepen het volgende gebruik:
  1. agrarisch grondgebruik, behoudens voor zover dat ten dienste staat van de instandhouding of ontwikkeling van natuurwaarden;
  2. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest;
  3. het gebruik voor recreatiedoeleinden, behoudens extensief recreatief medegebruik;
  4. het beoefenen van lawaaisporten;
  5. het geplaatst houden van kampeermiddelen;
  6. het dempen en graven van wateren, behoudens voor zover dit ten dienste staat aan het instandhouden van de natuurwaarden;
  7. het winnen van bosstrooisel of mos, behoudens voor zover dit ten dienste staat van het instandhouden van de natuurwaarden;
  8. houtwinning;
  9. de aanleg van boven- en ondergrondse leidingen.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  1. Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
    1. het aanleggen en verharden van wegen, paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
    2. het vellen, kappen of anderszins verwijderen van houtopstanden.
  2. Het in sub A. van dit lid bepaalde is niet van toepassing voor:
    1. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;
    2. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
    3. werken of werkzaamheden binnen het kader van een normale bodemexploitatie en bodemgebruik;
    4. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn danwel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd.
  3. Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
    1. de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn voor het beheren dan wel verbeteren van het bos dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik;
    2. de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige natuurwaarden; hiertoe wordt de terreinbeheerder om advies gevraagd;
  4. De werken of werkzaamheden, als bedoeld in onder A. aanhef en sub b van dit lid zijn slechts toelaatbaar indien de landschappelijke en natuurwaarden niet onevenredig worden aangetast.