Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Rozendaal, Maasbree
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1894.BPL0053-VG01

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wonen;
  met daaraan ondergeschikt:
  1. uitoefening van een beroep of bedrijf overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 lid 4.2 
  2. groenvoorzieningen; 
  3. tuinen en erven;
  4. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen; 
  5. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de in artikel 5 lid 1 genoemde bestemming worden gebouwd:
  1. hoofdgebouwen in de vorm van woningen;
  2. bijbehorende bouwwerken;
  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de navolgende regels:
  1. gebouwen, de woning, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouw zijnde mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  2. per bouwvlak is maximaal het aantal woningen toegestaan zoals weergegeven op de verbeelding;
  3. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd;
  4. voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde in artikel artikel 5 lid 2.3, en artikel 5 lid 2.4
5.2.3 Woning en bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van woningen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
  1. per bouwperceel is maximaal één hoofdgebouw in de vorm van een woning toegestaan;
  2. de inhoud van de woning inclusief bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 1000m3;
  3. de goot- en bouwhoogte van de woning bedraagt respectievelijk maximaal 6 en 9 meter;
  4. de goot- en bouwhoogte van de bijbehorende bouwwerken bedraagt respectievelijk maximaal 3,30 meter en 6 meter; 
  5. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter;
  6. bijbehorende bouwwerken worden op een afstand van minimaal 1 meter achter de bestaande voorgevelrooilijn gebouwd;
  7. de afstand tussen hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 15 meter;
met die verstande dat;
  1. de woning niet binnen het gebied aangeduid met 'geluidszone- weg' mag worden opgericht.  
5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
  1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal 2 meter, met uitzondering van:
    1. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn, waarvan de bouwhoogte maximaal 1 meter bedraagt;
  2. per woning is maximaal 1 niet- overdekt zwembad toegestaan, mits de afstand van de woning tot het zwembad maximaal 15 meter bedraagt en de oppervlakte maximaal 30 m2 bedraagt.
  3. het bouwen van overkappingen aan de achter- of zijgevel bij de woning is toegestaan, mits de oppervlakte maximaal 30 m2 bedraagt.
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en aan de inrichting van het bestemmingsvlak:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van een goede landschappelijke inpassing.
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.2 Beroep en bedrijf aan huis
Een beroep of bedrijf aan huis, als opgenomen in het 'Overzicht Beroep of bedrijf aan huis' (bijlage 1 bij de regels) of hiermee naar aard en omvang gelijk te stellen beroepen en bedrijven, wordt geacht in overeenstemming te zijn met de woonbestemming en is toegestaan mits: 
  1. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft;
  2. de woonfunctie primair blijft c.q. in overwegende mate aanwezig blijft;
  3. degene die gebruiker van de woning is tevens degene is die het beroep of bedrijf aan huis uitoefent;
  4. maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de bestaande bebouwing mag worden gebruikt voor beroep en bedrijf aan huis;
  5. het gebruik geen ernstige hinder voor het woonmilieu oplevert c.q. geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of de buurt;
  6. het gebruik geen dusdanige verkeersaantrekkende activiteiten betreft die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  7. in voldoende mate wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
  8. het geen activiteiten betreft die in de regel worden uitgeoefend in winkelpanden of op een industrieterrein;
  9. internetverkoop is slechts dan toegestaan indien er geen uitstalling ten verkoop plaatsvindt en de te verkopen producten niet ter plaatse bezichtigd en afgehaald kunnen worden;
  10. er geen buitenopslag plaatsvindt;
  11. reclame-uitingen ten dienste van het bedrijf aan huis of het beroep aan huis beperkt blijven tot het plaatsen van een bord met als maximale afmetingen 1,00 meter x 0,50 meter aan de voor- of zijgevel of in de voor- of zijtuin op een hoogte van maximaal 2,00 meter. Neon- of andere lichtreclame is in dit kader niet toegestaan;
  12. er geen detailhandel plaatsvindt, behoudens beperkte verkoop in het klein in direct verband met het aan huis gebonden beroep of bedrijf.
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
 Afwijken van de gebruiksregels van het bestemmingsplan is mogelijke ten behoeve van:
 
  • Mantelzorg
  • Bed en Breakfast
5.5.1 Bed en Breakfast
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor de inrichting en het gebruik van (bedrijfs)woningen ten behoeve van bed en breakfast, mits:
  1. het gebruik uitsluitend plaatsvindt in de woning en de bijbehorende bouwwerken die op maximaal 15 meter van de woning zijn gelegen;
  2. de voorziening niet is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied 1' en 'reconstructiewetzone landbouwontwikkelingsgebied 2' en 'concentratiegebied glastuinbouw 1' en 'concentratiegebied glastuinbouw 2'';
  3. de exploitant van het bed en breakfast de hoofdbewoner is van de woning;
  4. maximaal 25% van de bewoonde oppervlakte mag worden ingericht als bed en breakfast;
  5. de woning een inhoud heeft van minimaal 450 m3 en een bewoonbare oppervlakte van minimaal 120 m2;
  6. er per bouwperceel maximaal 4 slaapplaatsen in maximaal twee slaapkamers worden toegestaan;
  7. het ontbijt wordt in de slaapkamer of in een gezamenlijke ruimte genuttigd;
  8. overnachting en of logies in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden arbeid valt niet binnen de omschrijving bed en breakfast;
  9. door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering mag de bed en breakfast-voorziening niet functioneren als een zelfstandige woning;
  10. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
  11. de afwijking geen significant nadelige effecten mag hebben op Natura-2000 gebieden;
  12. in voldoende mate wordt voorzien in de parkeerbehoefte op eigen terrein;
  13. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    1. de verkeersveiligheid;
    2. het woon- en leefklimaat;
    3. de parkeerbalans in de directe omgeving;
    4. de milieusituatie;
    5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden
 
5.5.2 Mantelzorg
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan ten behoeve van mantelzorg in de woning en/of bijbehorende bouwwerken, mits:
  1. mantelzorg slechts is toegestaan in de woning en/of de bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken slechts is toegestaan indien het vrijstaande bijbehorend bouwwerk betreft welke gelegen is op een afstand van maximaal 15 meter van het hoofdgebouw en de de vloeroppervlakte maximaal 60 m2 bedraagt;
  2. er geen tweede woning ontstaat;
  3. de tijdelijkheid in voldoende mate vaststaat;
  4. er geen aparte aansluiting op de nutsvoorzieningen mogen worden getroffen;
  5. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    1. de verkeersveiligheid;
    2. het woon- en leefklimaat;
    3. de milieusituatie;
    4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  6. in voldoende mate wordt voorzien in de parkeerbehoefte, op eigen terrein;
  7. de afwijking geen significant nadelige effecten mag hebben op Natura-2000 gebieden;
  8. de omgevingsvergunning na beëindiging van de situatie zal worden ingetrokken en het bijbehorend bouwwerk niet meer mag worden gebruikt voor mantelzorg.