Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Partiële herziening bestemmingsplan Traffic Port, Olivier van Noortweg 1 te Maasbree
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1894.BPL0227-VG01

Regels

1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
 
1.1 plan:
het bestemmingsplan Partiële herziening bestemmingsplan Traffic Port, Olivier van Noortweg 1 te Maasbree met identificatienummer NL.IMRO.1894.BPL0227-VG01 van de gemeente Peel en Maas.
 
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaald planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen.
 
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
 
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
 
1.5 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde.
 
1.6 bebouwingspercentage:
een op de verbeelding en/of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd met gebouwen.
 
1.7 bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van bedrijfsactiviteiten.
 
1.8 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
 
1.9 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
 
1.10 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
 
1.11 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
 
1.12 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
 
1.13 bouwperceelsgrens:
een grens van een bouwperceel.
 
1.14 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
 
1.15 bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
 
1.16 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en, verhuren en leveren van goederen aan personen die, die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
  
1.17 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
 
1.18 horecavoorziening:
voorzieningen voor het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse alsmede het bedrijfsmatig verstrekken van logies.
 
1.19 luchthavenregeling:
een luchthavenregeling is een provinciale verordening en regelt
de toestemming om een terrein (meer dan 12 dagen per jaar) te gebruiken als luchthaven voor het opstijgen en landen met luchtvaartuigen.
 
1.20 luchtvaartgerelateerde voorzieningen:
voorzieningen die direct gerelateerd zijn aan de luchtvaart, waaronder een verkeerstoren, hangars, windzakken, signaleringen en een  opslagruimte voor vliegtuigbrandstof.
 
1.21 luchtvaart en verkeers- en logistiek educatiecentrum gerelateerd (toeleverings)bedrijf:
een luchthavenregeling is een provinciale verordening en regelt de toestemming om een terrein (meer dan 12 dagen per jaar) te gebruiken als luchthaven voor het opstijgen en landen met luchtvaartuigen.
 
1.22 luchtvaart en verkeers- en logistiek educatiecentrum gerelateerde diensten:
diensten die inherent zijn aan de luchtvaart, verkeer en logistiek en/of daarmee samenhangende educatieve doeleinden, waaronder opleidingen, advisering, arbo, keuringsdiensten, reparatie en onderhoud en competentiegerichte leer- en werkplekken.
 
1.23 Micro Light Airplanes (MLA):
bepaalde categorie van lichte luchtvaartuigen.
 
1.24 Nota parkeernormen:
Nota Parkeernormen Peel en maas 2018 vastgesteld op 3 juli 2018 en in werking getreden op 3 juli 2018.
 
1.25 nutsvoorzieningen:
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en telecommunicatie.
 
1.26 ondergeschikte bouwdelen:
bouwdelen van beperkte afmetingen, die buiten het gebouw uitsteken, zoals schoorstenen, windvanen en liftschachten.
 
1.27 peil:
  1. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst:
    de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. in andere gevallen:
    de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.28 reclamemast:
bouwwerk, geen gebouw zijnde, voor het maken van reclame, met als doel het bereiken van een groot publiek, veelal geplaatst in de nabijheid van een belangrijke ontsluitingsweg.
 
1.29 Verkeers- en logistiek educatiecentrum:
een opleidings- en innovatiecentrum op het gebied van verkeer en logistiek, met de daarbij behorende gebouwen en bouwwerken, waaronder praktijk- en productieruimtes, examenvoorzieningen, leslokalen, kantines, administratieve ruimten, oefenterreinen, parkeerterreinen alsmede ondergeschikte, daaraan gerelateerde, activiteiten en bedrijvigheden.
 
Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
  
2.1 Meetvoorschriften
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
 
2.1.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee vergelijkbaar te stellen bouwonderdelen.
 
2.1.2 de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
verticaal vanaf het hoogste punt van het bouwwerk tot aan het aansluitende afgewerkte maaiveld.
 
2.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
 
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd - Luchthaventerrein en verkeers- en educatiecentrum
 
3.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor Gemengd-
Luchtvaartterrein en verkeers- en logistiek educatiecentrum aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. luchtvaartgebonden gebouwen en voorzieningen alsmede luchtvaartgerelateerde (toeleverings)bedrijven en luchtvaartgerelateerde diensten;
  2. luchthaventerrein ten behoeve van Micro Light Airplanes (MLA), alsmede naar hun aard en invloed op de omgeving vergelijkbare lichte luchtvaartuigen;
  3. een verkeers- en logistiek educatiecentrum met daaraan gerelateerde (toeleverings)bedrijven en diensten;
  4. bij de bestemming behorende bedrijfsgebouwen;
  5. horecavoorzieningen ten behoeve van aan de bestemming gerelateerde bedrijfsactiviteiten;
  6. parkeervoorzieningen;
  7. verkeersvoorzieningen;
  8. verhardingen en afrasteringen;
  9. groenvoorzieningen;
  10. nutsvoorzieningen;
  11. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  12. retentie-, infiltratie-, en bluswatervoorzieningen.
3.2 Bouwregels
 
Op de voor Gemengd-Luchtvaartterrein en verkeers- en logistiek educatiecentrum aangewezen gronden gelden de volgende bouwregels:
 
3.2.1 Gebouwen
Op en in de als luchtvaartterrein en verkeers- en logistiek educatiecentrum bestemde gronden mogen
uitsluitend gebouwen worden gerealiseerd die qua aard en afmeting bij deze bestemming passen, met dien verstande dat:
  1. gebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak;
  2. de bouwhoogte van de gebouwen niet meer mag bedragen dan 15 meter.
3.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
  1. de bouwhoogte van masten, niet zijnde lichtmasten, niet meer mag bedragen dan 8 meter;
  2. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 meter.
3.2.3 Bebouwingspercentage
Het te bebouwen oppervlak binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 70%.
 
3.3 Nadere eisen
 
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
  1. de situering en afmetingen van gebouwen;
  2. de situering en afmetingen van bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  3. de situering van de te realiseren parkeerplaatsen en de inrichting hiervan;
  4. de afvoer van (hemel)water en het realiseren van groen-, verkeers-, en parkeervoorzieningen;
  5. de bereikbaarheid van het gebied voor hulpdiensten;
  6. het aantal, de uitvoering en de capaciteit van bluswatervoorzieningen;
  7. het ontwerp van de buitenverlichting ter voorkoming van onevenredige lichthinder naar de omgeving.
3.4 Afwijken van de bouwregels
 
Burgemeester en Wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.1 en 3.2.2 ten behoeve van het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot een maximale bouwhoogte van 30 meter.
 
3.5 Specifieke gebruiksregels
   
3.5.1 Strijdig gebruik
  1. Het is verboden gronden en opstallen te gebruiken, te doen of te laten gebruiken op een wijze of doel, strijdig met de gegeven bestemming, zoals aangegeven in de bestemmingsomschrijving;  
  2. Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in 3.5.1 wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de gronden, gebouwen en bouwwerken voor detailhandel, anders dan ondergeschikte, aan luchtvaart en verkeers- en logistiek educatiecentrum gerelateerde detailhandel;
  3. De plaatsing van lichtmasten is verboden;
  4. Een overtreding van het bepaalde in artikel 3.5.2 wordt aangemerkt als een strafbaar feit zoals bedoeld in artikel 1a, onder 2° van de Wet op de economische delicten.
3.5.2 Voorwaardelijke verplichting ten aanzien van de bouwregels
  1. Het oprichten van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zoals opgenomen in artikel 3.2, is uitsluitend toegestaan indien de luchthavenregeling voor Traffic Port niet meer van kracht is;
  2. Het handelen in strijd met het bepaalde onder a wordt aangemerkt als een gebruik in strijd met het bestemmingsplan.
3.5.3 Voorwaardelijke verplichting ten aanzien van de landschappelijke inrichting
Het gebruik van de gronden met de bestemming Gemengd zoals aangegeven in artikel 3.1 is alleen toegestaan indien de gronden binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan zijn ingericht en instandgehouden overeenkomstig het in bijlage 1 bij deze regels voorgeschreven landschappelijk inpassingsplan.
 
3.5.4 Parkeren, laden en lossen
Voor het parkeren en het laden en lossen gelden de volgende regels:
  1. voorzieningen voor het parkeren van motorvoertuigen en het laden en lossen van goederen dienen te worden gerealiseerd binnen het bestemmingsvlak;
  2. een bouwplan, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, dient te voorzien in voldoende parkeermogelijkheden. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de wijze zoals beschreven in 'Nota parkeernormen Peel en Maas 2018'. Indien deze nota gedurende de planperiode wijzigt of wordt vervangen, geldt de gewijzigde c.q. de vervangende nota;
  3. indien een wijziging van het gebruik van gronden en/of bouwwerken daartoe aanleiding geeft, moet voor de toename in de parkeerbehoefte worden voorzien in voldoende parkeermogelijkheden. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de wijze zoals beschreven in 'Nota parkeernormen Peel en Maas 2018'. Indien deze nota gedurende de planperiode wijzigt of wordt vervangen, geldt de gewijzigde c.q. de vervangende nota.
  4. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 1 en 2 van dit artikel:
    1. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
    2. voor zover op een andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.
3 Algemene regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
 
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
 
Artikel 5 Algemene afwijkingsregels
 
5.1 Meetverschillen
 
Burgemeester en Wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning, behoudens voor zover reeds op grond van enige andere bepaling in dit plan ontheffing is verleend, afwijken van de in de artikel 3 genoemde maten, aantallen en percentages, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10% en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
 
Artikel 6 Wettelijke regelingen
 
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luidden ten tijde van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
4 Overgangs- en slotregels
Artikel 7 Overgangsrecht
 
7.1 Overgangsrecht bouwwerken
 
7.1.1
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
  1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
7.1.2
Burgemeester en Wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde in 7.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 7.1.1 met maximaal 10%.
 
7.1.3
Het bepaalde in 7.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
 
7.2 Overgangsrecht gebruik
 
7.2.1
Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
 
7.2.2
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 7.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
 
7.2.3
Indien het gebruik, bedoeld in 7.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
 
7.2.4
Het bepaalde in 7.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
 
Artikel 8 Slotregel
 
Deze regels worden aangehaald als: 'regels behorende bij het bestemmingsplan 'Partiële herziening bestemmingsplan Traffic Port, Olivier van Noortweg 1 te Maasbree'.