| Plan: | TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22AL Gebiedsontwikkeling Grashoek |
|---|---|
| Status: | ontwerp |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.1894.TAMOPH22AL-ON01 |
Pre-ambule
Dit TAM-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van een gebiedsontwikkeling op de locatie 'Helenaveensweg/Roomweg' en vormt juridisch een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk [22AL]) van het omgevingsplan van de gemeente Montferland. Dit hoofdstuk is op grond van artikel 11.1, tweede lid, van het Besluit elektronische publicaties, bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.
De in dit op https://www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk [22AL] van het omgevingsplan van de gemeente Montferland. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '[22AL] ' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '[22AL] ' gelezen worden.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden de volgende begripsbepalingen:
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage bij de Omgevingswet, Bijlage I van het omgevingsplan, bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de omgevingsregeling, zijn van toepassing op dit hoofdstuk tenzij in artikel 2 daarvan is afgeweken.
het TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22AL 'TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22AL Gebiedsontwikkeling Grashoek' met identificatienummer NL.IMRO.1894.TAMOPH22AL-ON01 van de gemeente Peel en Maas.
Omgevingsplan van de gemeente Peel en Maas.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in artikel 17.9 van de Omgevingswet.
het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
de grens van een functievlak.
het bedrijfsmatig en op kleine schaal tegen betaling aanbieden van logies/overnachting in een daarvoor geschikte woning gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf met ontbijtmogelijkheid. Deze voorziening is nadrukkelijk niet bedoeld voor het laten overnachten van tijdelijke arbeiders of seizoensarbeiders.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten cq. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, in tegenstelling tot de beroepsmatige activiteiten, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat op kleine schaal in een woning of bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse. Voorbeelden zijn opgenomen in de bijlage 2.
een dienstverlenend beroep dat op kleine schaal in een woning of bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse. Voorbeelden zijn opgenomen in de bijlage 2.
bevoegd gezag als bedoeld in de Omgevingswet (als hoofdregel is dit het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas voor omgevingsplanactiviteiten).
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
het opslaan van goederen anders dan in gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een publiekgerichte activiteit die een bijdrage levert aan het culturele, sociale en/of sportieve leven.
alle vormen van recreatief medegebruik die wat betreft hun lage intensiteit beperkte omvang en frequentie inpasbaar zijn en gericht zijn op natuur en landschapsbeleving zoals wandelen fietsen en vissen
middel, in de vorm waarin zij aan de gebruiker worden geleverd, die geheel of gedeeltelijk bestaat uit werkzame stoffen, beschermstoffen of synergisten, en die bestemd zijn voor een van de volgende toepassingen:
persoon of groep personen die een huishouden voert waarbij sprake is van een onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan, die binnen een woning gebruik maakt van dezelfde voorzieningen
het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij de kamerverhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft.
een niet-industrieel bedrijf of inrichting in het buitengebied, gericht op het verlenen van diensten of producten aan particulieren of bedrijven, dat door de aard van de activiteiten niet verbonden is met het buitengebied en in de regel vooral voorkomt op bedrijventerreinen of in de bebouwde kom.
De Nota parkeernormen Peel en Maas 2018 van de gemeente Peel en Maas.
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf door eenzelfde persoon of een zelfde groep personen die niet elders over een hoofdverblijf beschikken en waardoor die ruimte als reguliere woning is aan te merken.
een open overkapping die aan maximaal drie zijden is omsloten door wanden en waarvan dieren gebruik moeten kunnen maken in geval van weidegang met als doel bescherming tegen weersomstandigheden gedurende het gehele jaar met dien verstande dat opslag niet is toegestaan.
gevel aan de voorzijde van een gebouw die is gericht naar de (openbare) weg en waarop de bebouwing is georiënteerd.
De besluiten op grond van artikel 22.1, onder a, van Omgevingswet zijn niet van toepassing voor zover het gaat over regels opgenomen in een besluit als bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, onder a, b, c, g, h, i, j, k, l of m, van de Invoeringswet Omgevingswet op de locatie, bedoeld in het eerste lid.
De regels in afdeling 22.2, met uitzondering van paragraaf 22.2.7.3, en afdeling 22.3 zijn niet van toepassing voor zover die regels in strijd zijn met regels in dit hoofdstuk.
De regels in dit hoofdstuk zijn van toepassing op de locatie 'TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22AL Gebiedsontwikkeling Grashoek', waarvan de geometrisch bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.1894.TAMOPH22AL-ON01.
De meet- en rekenbepalingen, in aanvulling op a bedoeld in artikel 22.24 van dit omgevingsplan, en de volgende meet- en rekenbepalingen en zijn overeenkomstige toepassing op het meten van waarden die in dit hoofdstuk in m, m² of m³ zijn uitgedrukt, voor zover hiervan niet is afgeweken in het bepaalde in 4.1 tot en met 4.15.
Tussen de grens van een bouwvlak/functie en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
Tussen de grens van het hoofdgebouw en een bepaald punt van het bijbehorend bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
De totale vloeroppervlakte gemeten aan de binnenzijde van die ruimte(n) binnen een functie die wordt/worden gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
De gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en de onbebouwde gronden binnen een bouwvlak/functievlak.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De totale vloeroppervlakte gemeten aan de binnenzijde van die ruimte(n).
Het gebied (zone) waarbinnen bodemingrepen plaatsvinden die een verstorende werking kunnen hebben op het (archeologisch) bodemarchief.
Tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Buitenwerks, dit is de afstand gemeten tussen de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane-grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van een bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouwvlak-, c.q. functiegrenzen maximaal 1 meter bedraagt.
Het is verboden om gronden of bouwwerken te gebruiken anders dan overeenkomstig de aan de locatie toebedeelde functie(s).
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als ‘Agrarisch’.
Een als ‘Agrarisch’ aangewezen locatie heeft de volgende functies:
met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding ‘milieuzone – spuitvrije zone’ het gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen niet is toegestaan;
met daaraan ondergeschikt:
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.27, 22.29 en 22.36 geldt dat het verboden is om gebouwen te bouwen op gronden die zijn aangewezen als 'Agrarisch'.
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.27 en 22.36 en 7.3.1 gelden de volgende regels voor bouwwerken, geen gebouw zijnde.
De omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, in de vorm van een erfafscheiding wordt uitsluitend verleend onder de volgende voorwaarden:
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.29 en artikel 7.3.1 geldt dat het uitsluitend is toegestaan om een schuilgelegenheid te bouwen op gronden die zijn aangewezen als 'Agrarisch'
De omgevingsvergunning voor het bouwen van een schuilgelegenheid wordt uitsluitend verleend onder de volgende voorwaarden:
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met het omgevingsplan van de als 'Agrarisch' aangewezen locaties, wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als ‘Bedrijf – Niet agrarisch verwant’.
Een als ‘Bedrijf - Niet agrarisch verwant’ aangewezen locatie heeft de volgende functies:
met de daarbij behorende:
Op de voor ‘Bedrijf - Niet agrarisch verwant’ aangewezen gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de in artikel 8.2 genoemde functie worden gebouwd:
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.29 gelden de volgende regels:
In afwijking van/in aanvulling op artikel 8.3.2 en 22.29 gelden de volgende regels voor bedrijfgebouwen:
De omgevingsvergunning voor het bouwen van een bedrijfsgebouw wordt uitsluitend verleend onder de volgende voorwaarden:
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.27 en 22.36 en artikel 8.3.3 lid a, gelden de volgende regels voor bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfsbebouwing buiten het bouwvlak:
De omgevingsvergunning voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfsbebouwing wordt uitsluitend verleend onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag verleend, in afwijking van het bepaalde in artikel 8.3.3 lid a, een omgevingsvergunning voor ander gebruik dan opslag ter plaaste van de aanduiding 'opslag', uitsluitend indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.27, 22.29, 22.36 en 8.3.2 gelden de volgende regels voor het bouwen van bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken:
De omgevingsvergunning voor het bouwen van een bedrijfswoning en/of een bijbebehorend bouwwerk wordt uitsluitend verleend onder de volgende voorwaarden:
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.27 en 22.36 gelden de volgende regels voor bouwwerken, geen gebouw zijnde:
De omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, wordt uitsluitend verleend onder de volgende voorwaarden:
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.27, 22.29 en 22.36 en in aanvulling op artikel 8.3.1 gelden de volgende regels voor gebouwen en bouwwerken:
Het bevoegd gezag verleend, in afwijking van het bepaalde in artikel 12.3.6 lid a, een omgevingsvergunning voor het op een andere wijze invulling te geven aan beeldkwaliteitseisen indien is voldaan aan het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing en aan de inrichting van het functievlak:
Evenementen zijn maximaal drie keer per jaar toegestaan voor de duur van maximaal drie aaneengesloten dagen per evenement, inclusief op- en afbouw.
Het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de gronden en gebouwen ter plaatse van de functieaanduiding 'Bedrijf - Niet agrarisch verwant' is alleen toegestaan mits:
Het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de gronden en gebouwen ter plaatse van de functieaanduiding 'Bedrijf - Niet agrarisch verwant' is alleen toegestaan mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Een beroep of bedrijf aan huis bij de bedrijfswoning, als opgenomen in het 'Overzicht beroep of bedrijf aan huis' (bijlage 2 bij deze regels) of hiermee naar aard en omvang gelijk te stellen beroepen en bedrijven, wordt geacht in overeenstemming te zijn met de woonfunctie en is toegestaan, mits:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning op een andere wijze invulling te geven aan de landschappelijke inpassing dan bedoeld in artikel 8.5.3.
Een omgevingsvergunning voor het op andere wijze invulling geven aan de landschappelijke inpassing dan bedoeld in artikel 8.5.3, wordt verleend onder de volgende voorwaarde:
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Groen'.
Een als 'Groen' aangewezen locatie heeft de volgende functies:
met daaraan ondergeschikt:
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.27, 22.29 en 22.36 geldt dat het verboden is om gebouwen te bouwen op gronden die zijn aangewezen als 'Groen'.
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.27, 22.29, 22.36 en 9.3.1 gelden de volgende regels voor gebouwen voor nutsvoorzieningen.
De omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouw voor nutsvoorzieningen wordt uitsluitend verleend onder de volgende voorwaarden:
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.27, 22.29, 22.36 en 9.3.1 gelden de volgende regels voor schuilgelegenheden.
De omgevingsvergunning voor het bouwen van een schuilgelegenheid wordt uitsluitend verleend onder de volgende voorwaarden:
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.27, 22.36 en 9.3.1 gelden de volgende regels voor bouwwerken, geen gebouw zijnde:
De omgevingsvergunning voor het bouwen van erf- of terreinafscheidingen wordt uitsluitend verleend onder de volgende voorwaarden:
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met het omgevingsplan van de als 'Groen' aangewezen locaties, wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Evenementen zijn maximaal drie keer per jaar toegestaan voor de duur van maximaal drie aaneengesloten dagen per evenement, inclusief op- en afbouw.
De landschappelijke inpassing van het niet agrarisch verwant bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing' dient in de vorm van groenvoorzieningen met een visueel afschermende functie, zoals hagen en gebiedseigen bomen, plaats te vinden, een en ander overeenkomstig het landschappelijk compensatieplan zoals weergegeven in bijlage 3 bij de regels en overeenkomstig het bepaalde in artikel Landschappelijke inpassing woonlocatie;
De landschappelijke inpassing en groencompensatie van de woonlocatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - beekzone' dient in de vorm van groenvoorzieningen met een visueel afschermende functie, zoals hagen en gebiedseigen bomen, plaats te vinden, een en ander overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan zoals weergegeven in bijlage 4 bij de regels en overeenkomstig het bepaalde in artikel 12.5.5.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Verkeer'.
Een als 'Verkeer' aangewezen locatie heeft de volgende functies:
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.27, 22.29 en 22.36 geldt dat het verboden is om gebouwen te bouwen op gronden die zijn aangewezen als 'Verkeer'.
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.27, 22.29, 22.36 en 10.3.1 gelden de volgende regels voor gebouwen voor nutsvoorzieningen.
De omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouw voor nutsvoorzieningen wordt uitsluitend verleend onder de volgende voorwaarden:
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.27, 22.29, 22.36 en 10.3.1 gelden de volgende regels voor bouwwerken, geen gebouw zijnde.
De omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, wordt uitsluitend verleend onder de volgende voorwaarden:
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met het omgevingsplan van de als 'Verkeer' aangewezen locaties, wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Evenementen zijn onbeperkt toegestaan voor de duur van maximaal tien aaneengesloten dagen, inclusief op- en afbouw.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Wonen'.
Op de voor ‘Wonen’ aangewezen gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de in artikel 11.2 genoemde functie worden gebouwd:
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.29 gelden de volgende regels:
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.29 en 11.3.2 gelden de volgende regels voor het bouwen van woningen en bijbehorende bouwwerken:
De omgevingsvergunning voor het bouwen van een hoofdgebouw in de vorm van een woning wordt uitsluitend verleend onder de volgende voorwaarden:
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.27 en 22.36 gelden de volgende regels voor bouwwerken, geen gebouw zijnde.
De omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk geen gebouw zijnde wordt uitsluitend verleend onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezagkan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en aan de inrichting van het functievlak:
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met het omgevingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Evenementen zijn maximaal drie keer per jaar toegestaan voor de duur van maximaal drie aaneengesloten dagen per evenement, inclusief op- en afbouw.
Een beroep of bedrijf aan huis bij de woning, als opgenomen in het 'Bijlage 2 Overzicht beroep en bedrijf aan huis' (bij deze regels) of hiermee naar aard en omvang gelijk te stellen beroepen en bedrijven, wordt geacht in overeenstemming te zijn met de woonfunctie en is toegestaan, mits:
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Woongebied'.
Een als 'Woongebied' aangewezen locatie heeft de volgende functies:
met de daarbij behorende
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.29 gelden de volgende regels:
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.29 en in aanvulling op artikel 12.3.1
gelden de volgende regels voor hoofdgebouwen.
De omgevingsvergunning voor het bouwen van een hoofdgebouw in de vorm van een woning wordt uitsluitend verleend onder de volgende voorwaarden:
met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' in de aangeduide gevellijn gebouwd dient te worden;
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.27 en 22.36 gelden de volgende regels voor aan- en uitbouwen en bijbehorende bouwwerken.
De omgevingsvergunning voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk wordt uitsluitend verleend onder de volgende voorwaarden:
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.27 en 22.36 gelden de volgende regels voor bouwwerken, geen gebouw zijnde.
De omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, wordt uitsluitend verleend onder de volgende voorwaarden:
In afwijking van/in aanvulling op artikel 22.27, 22.29 en 22.36 gelden de volgende regels voor gebouwen voor nutsvoorzieningen.
De omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouw voor nutsvoorzieningen wordt uitsluitend verleend onder de volgende voorwaarden:
Het bouwen van woningen ten behoeve van de functie wonen zoals bedoeld in artikel 12.2 is uitsluitend toegestaan indien is aangetoond dat wordt voldaan aan de beeldkwaliteitseisen zoals opgenomen in bijlage 5 'Beeldkwaliteitplan' bij deze regels. Dit ter beoordeling aan de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit.
Het bevoegd gezag verleend, in afwijking van het bepaalde in artikel 12.3.6 lid a, een omgevingsvergunning voor het op een andere wijze invulling te geven aan beeldkwaliteitseisen indien is voldaan aan het volgende:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - sloop bedrijf' en het perceel tussen Roomweg 62 en 64 dient (indien van toepassing) vóór sloop van de bebouwing:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone' geldt een gezamenlijk geluid op de gevel van een geluidgevoel gebouw van maximaal 54dB. Het oprichten van een geluidgevoelig gebouw wordt aanvaardbaar geacht indien onderzoek naar de geluidwering van de gevels uitwijst dat, op basis van het gezamenlijke geluid, aan de binnenwaarde zoals genoemd in artikel 4.103 van het Besluit bouwwerken leefomgeving wordt voldaan.
Het bevoegd gezag verleend, in afwijking van het bepaalde in artikel 12.3.2 lid a of b, een omgevingsvergunning voor een kleinere afstand van de voorgevel van het hoofdgebouw tot de bouwperceelgrens indien is voldaan aan het volgende:
Het bevoegd gezag verleend, in afwijking van het bepaalde in artikel 12.3.2 lid c, een omgevingsvergunning voor een kleinere afstand van de zijgevel van het hoofdgebouw tot de bouwperceelgrens indien is voldaan aan het volgende:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en aan de inrichting van het functievlak:
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met het omgevingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Evenementen zijn maximaal drie keer per jaar toegestaan voor de duur van maximaal drie aaneengesloten dagen per evenement, inclusief op- en afbouw.
Een beroep of bedrijf aan huis bij de woning, als opgenomen in het 'Bijlage 2 Overzicht beroep en bedrijf aan huis' (bij deze regels) of hiermee naar aard en omvang gelijk te stellen beroepen en bedrijven, wordt geacht in overeenstemming te zijn met de woonfunctie en is toegestaan, mits:
Het gebruik van de woning en/of de bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een bed en breakfast is toegestaan, mits:
Een omgevingsvergunning voor het het gebruik van het gebruiken en/of het (doen) laten gebruiken de gronden ter plaatse van de functieaanduiding 'Woongebied', wordt verleend onder de volgende voorwaarden:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning het gebruik als kamerverhuur in de woning toe te staan.
Een omgevingsvergunning voor het het gebruik als kamerverhuur in de woning, wordt verleend onder de volgende voorwaarden:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning het gebruik van de woning en/of bijbehorende bouwwerken ten behoeve van mantelzorg en inwoning toe te staan.
Een omgevingsvergunning voor het het gebruik van de woning en/of bijbehorende bouwwerken ten behoeve van mantelzorg en inwoning, wordt verleend onder de volgende voorwaarden:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning op een andere wijze invulling te geven aan de landschappelijke inpassing dan bedoeld in artikel 12.5.5.
Een omgevingsvergunning voor het op andere wijze invulling geven aan de landschappelijke inpassing dan bedoeld in artikel 12.5.5, wordt verleend onder de volgende voorwaarde:
a. Goedkeuring dient te zijn gegeven door de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit.
Het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de gronden en gebouwen er plaatse van de functieaanduiding 'Woongebied' is alleen toegestaan mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Waarde - Archeologie 5'.
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende functie(s) mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de archeologische waarden en oudheidkundige waardevolle elementen, in het bijzonder voor gebieden met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde.
Op of in de voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning gebouwen te bouwen op gronden die zijn aangewezen voor 'Waarde - Archeologie 5', voor zover niet toegestaan op grond van artikel 13.3.1.
Een omgevingsvergunning ten behoeve van het bouwen en/of vergroten van gebouwen en/of bouwwerken wordt verleend onder de volgende voorwaarden:
In de situatie als bedoeld in artikel 13.4.2 onder c kan het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 13.5.1 wanneer naar haar oordeel genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in artikel 13.5.3 kan het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens de in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning ondergrondse bouwwerken dieper dan 3,2 meter onder peil te bouwen.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken dieper dan 3,2 meter onder peil wordt verleend onder de volgende voorwaarden:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. functiegrenzen maximaal 1 meter bedraagt.
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met het omgevingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning:
De omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 17.1 lid a wordt verleend indien en voor zover:
De omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 17.1 lid b wordt verleend indien en voor zover:
Het is ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone – spuitvrije zone' verboden om zonder omgevingsvergunning gewasbeschermingsmiddelen toe te passen.
Voor zover een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen, kan de omgevingsvergunning alleen worden verleend als naar oordeel van het bevoegd gezag de mogelijke nadelige effecten van driftblootstelling op de gezondheid ter plaatse van objecten en locaties waar mensen langdurig (kunnen) verblijven, aanvaardbaar zijn.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit met betrekking tot het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen worden voor de toetsing aan dit omgevingsplan in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
Het is ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - spuitzone' in verband met het mogelijke gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op omliggende gronden, verboden om zonder omgevingsvergunning objecten en locaties te gebruiken ten behoeve van functies waar mensen langdurig (kunnen) verblijven, waaronder de functies 'Bedrijf - Niet agrarisch verwant' en 'Wonen'.
Voor zover een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het gebruik van objecten en locaties ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - spuitzone' ten behoeve van functies waar mensen langdurig (kunnen) verblijven, kan de omgevingsvergunning alleen worden verleend:
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit met betrekking tot het gebruik van objecten en locaties ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - spuitzone' ten behoeve van functies waar mensen langdurig (kunnen) verblijven, waaronder de functie 'Wonen' en 'Bedrijf - Niet agrarisch verwant', worden voor de toetsing aan 17.3.2 onder a van dit omgevingsplan in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
Ter plaatse van de aanduiding 'kernrandzone' zijn de gronden tevens bestemd als buffer tussen woon- en leefkernen en het buitengebied, ter bescherming van het woon- en leefklimaat in de kernen.
Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' zijn de gronden tevens bestemd als verwevingsgebied.
Het is verboden te bouwen dan wel het gebruik van gronden en/of bouwwerken te wijzigen indien er niet wordt voldaan aan de op grond van dit artikel gestelde parkeernormen, tenzij er een ontheffing is verleend op grond van hoofdstuk 4 van de nota parkeernormen.
Indien het wijzigen van het gebruik van gronden en/of bouwwerken daartoe aanleiding geeft, moet voor wat betreft de toename in de parkeerbehoefte worden voorzien in voldoende parkeermogelijkheden. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de wijze zoals beschreven in de Nota parkeernormen. Indien deze nota gedurende de planperiode wijzigt of wordt vervangen, geldt de gewijzigde c.q. de vervangende nota.
Ruimte(n) voor het parkeren van voertuigen, voor zover de aanwezigheid van deze ruimte(n) krachtens deze parkeerregels is geëist, dient te allen tijde voor dit doel beschikbaar te blijven. Ander gebruik wordt aangemerkt als strijdig gebruik.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit hoofdstuk aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van dit hoofdstuk, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van dit hoofdstuk en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, uitgezonder het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
Het is verboden het met dit hoofdstuk strijdige gebruik, bedoeld in artikel 19.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dit hoofdstuk beschreven strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 19.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van dit hoofdstuk voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 19.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.