direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Voorthuizerstraat 196/Arkemheenseweg 10
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0273.BPBGvoorthuistr196-VA01

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven ter plaatse van de volgende aanduidingen:
    Aanduiding   Bedrijf  
    specifieke vorm van bedrijf - assemblage, onderhoud en verkoop van transportmiddelen en metaalproducten (sb - tm)   verkoop, stalling, onderhoud en assemblage van aanhangwagens, BE-combinaties en overige bedrijfswagens. Daarnaast - verbonden met en ondergeschikt aan eerstgenoemde activiteiten - kleinschalige innovatieve ontwikkeling van metaalproducten.  
  • b. de bestaande bedrijfswoningen;
  • c. de uitoefening van aan huis verbonden beroepen en aan huis verbonden bedrijven, met dien verstande dat maximaal 60 m² van de oppervlakte van de woning hiervoor mag worden gebruikt;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • e. gebouwen;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • g. tuinen en erven;
  • h. parkeer- en groenvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor gebouwen geldt de volgende regel:

  • a. de afstand van gebouwen tot de as van de weg bedraagt minimaal 20 m dan wel de bestaande kleinere afstand.
4.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen bedraagt maximaal 975 m²;
  • b. de goothoogte bedraagt maximaal 4,5 m;
  • c. de bouwhoogte bedraagt maximaal 8 m.
4.2.3 Bedrijfswoning

Voor bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. de inhoud van een bedrijfswoning bedraagt maximaal 660 m³;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 8 m;
  • c. een bedrijfswoning mag binnen de buitenwerkse muurvlakken worden voorzien van een onderbouw met een maximale diepte van 3 m;
  • d. bij vervangende nieuwbouw mag de afstand van de bedrijfswoning tot de weg niet kleiner worden, tenzij vooraf een geluidsonderzoek is uitgevoerd.
4.2.4 Bijgebouwen

Voor bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen bedraagt per woning maximaal 80 m²;
  • b. indien de bestaande gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen meer dan 80 m² bedraagt, geldt ten aanzien van het meerdere dat vergroting van de bestaande bijgebouwen alsmede gehele of gedeeltelijke vervangende nieuwbouw niet zijn toegestaan;
  • c. de goothoogte bedraagt maximaal 3,5 m;
  • d. de bouwhoogte bedraagt maximaal 6 m.
4.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 25 m²;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 10 m.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • het ruimtelijke beeld;
  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen aan:

  • a. de plaats van gebouwen indien de afstand tot de grens van het bouwperceel minder dan 5 m bedraagt;
  • b. de plaats van bouwwerken indien de afstand tot de as van de weg minder dan 20 m bedraagt;
  • c. de locatie van bedrijfswoningen indien dit uit milieuhygiënische overwegingen noodzakelijk is.
4.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het straat- en/of bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de woonsituatie,

met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.2 voor een afstand tot de as van de weg van minimaal 10 m;
  • b. lid 4.2 voor het vergroten en gebruik van bijgebouwen voor gedeeltelijk zelfstandige inwoning tot maximaal 60 m², mits de noodzaak om het bijgebouw te gebruiken in plaats van het hoofdgebouw is aangetoond;
  • c. lid 4.2 voor het vergroten van de inhoud van een woning met maximaal 60 m³ tot een maximum van 720 m³ ten behoeve van gedeeltelijk zelfstandige inwoning van een huishouden, mits dit niet leidt tot woningsplitsing;
  • d. lid 4.2 voor het vergroten van de inhoud van een woning tot een maximum van 880 m³, uitsluitend indien sprake is van de aanleg van natuur- en/of landschapselementen volgens onderstaande tabel, met dien verstande dat de aanleg van nieuwe natuur en nieuwe landschapselementen zowel afzonderlijk als in combinatie met elkaar mogelijk zijn:
    Aanleg nieuw natuur   Aanleg nieuwe landschapselementen   Extra woninginhoud  
    5.000 m²   1.000 m²   100 m³  
    10.000 m²   2.000 m²   200 m²  
    15.000 m²   3.000 m²   300 m²  
    20.000 m²   4.000 m²   400 m²  
  • e. lid 4.2 voor gehele of gedeeltelijke vervangende nieuwbouw van bijgebouwen met dien verstande, dat vervangende nieuwbouw alleen mogelijk is, indien door sloop van bijgebouwen een vermindering plaatsvindt van de bestaande gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen voor zover die oppervlakte meer bedraagt dan 80 m², waarbij per 3 m² aan gesloopte bebouwing 2 m² nieuwbouw mag plaatsvinden tot een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 400 m² en waarbij de oppervlakte per bijgebouw maximaal 200 m² mag bedragen;
  • f. lid 4.2 voor het vergroten van een onderbouw onder een hoofdgebouw buiten de buitenwerkse muren met maximaal 10% van de bestaande oppervlakte;
  • g. lid 4.2 voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een aan huis verbonden bedrijf, met dien verstande dat dit wel is toegestaan indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. maximaal 60 m² van de oppervlakte van de bedrijfswoning wordt hiervoor gebruikt;
  • b. de uitoefening van het aan huis verbonden beroep of aan huis verbonden bedrijf vindt niet plaats vanuit een bijgebouw bij de bedrijfswoning;
  • c. het gebruik dient ondergeschikt te zijn aan de woonfunctie;
  • d. er mag geen detailhandel plaatsvinden;
  • e. er mag geen horeca plaatsvinden;
  • f. het beroep of bedrijf wordt door (een van) de bewoner(s) van de woning uitgeoefend;
  • g. een internetwinkel is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende aanvullende voorwaarden:
    • 1. uitsluitend internetverkoop is toegestaan;
    • 2. een winkel- of uitstallingsruimte of reclame-uitingen zijn niet toegestaan;
    • 3. opslag is toegestaan, mits inpandig en ondergeschikt aan de woonfunctie;
    • 4. de afhaal- en afrekenfunctie is beperkt en past qua aard en omvang binnen de woonfunctie;
    • 5. de openingstijden voor het afhalen van de goederen dienen beperkt te blijven tot maximaal acht vastgestelde uren, evenredig verdeeld over de week en niet tussen 19.00 uur en 9.00 uur;
    • 6. het parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
    • 7. er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
    • 8. behoudens in- en uitladen mogen geen bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning plaatsvinden;
    • 9. er kunnen nadere eisen worden gesteld aan de tijdstippen en het aantal laad- en losactiviteiten.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1 het toestaan van inwoning, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  • b. lid 4.1 voor het toestaan van ander bedrijf dan blijkens de ter plaatse geldende aanduiding is toegestaan, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    • 1. het betreft een bedrijf dat is opgenomen in bijlage 2 'Lijst nieuwvestiging landelijke, verblijfs- en dagrecreatieve en niet-agrarische bedrijven' of een bedrijf dat voor wat betreft aard, omvang en hinder vergelijkbaar is met een bedrijf genoemd in de bijlage;
    • 2. het nieuwe bedrijf mag gelet op de aard, omvang en ligging geen onevenredige afbreuk doen aan het (leef)milieu en het landschap;
    • 3. aangetoond dient te worden dat er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
    • 4. aangetoond dient te worden dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan belangen van de eigenaren en/of gebruikers van de naburige gronden.
  • c. lid 4.1 voor het vergroten van de oppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroepen of aan huis verbonden bedrijf, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte kan worden vergroot tot maximaal 100 m²;
    • 2. aangetoond wordt dat er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking en dat het parkeren op eigen terrein zal plaatsvinden;
    • 3. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
    • 4. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  • d. lid 4.1 voor het toestaan van de uitoefening van aan huis verbonden beroepen en aan huis verbonden bedrijven in bijgebouwen, mits geen aantasting plaatsvindt van de milieuhygiënische belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.