direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen
Plan: Putten - Nijkerkerstraat 57-59
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0273.BPNijkerkerstr5759-0401

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan huis verbonden beroepen en aan huis verbonden bedrijven,

een en ander met bijbehorende bebouwing, tuinen en erven.

Het aantal woningen per bestemmingsvlak mag niet meer bedragen dan één, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kleine woning' een tweede woning is toegestaan.

Ten behoeve van het doel ‘aan huis verbonden beroepen en aan huis verbonden bedrijven’ mag per afzonderlijk bouwperceel niet meer dan 60 m² aan gebouwen worden benut, dan wel de bestaande benutte oppervlakte indien die meer bedraagt.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Bebouwing ten behoeve van hoofdgebouwen
  • a. de hoofdgebouwen ten behoeve van wonen worden gebouwd met kap en vrijstaand;
  • b. voor het bouwen van hoofdgebouwen geldt dat:
    • 1. de afstand tot de as van de weg ten minste 20 m bedraagt dan wel ten minste de bestaande afstand, indien deze kleiner is;
    • 2. de bouwhoogte maximaal 8 m bedraagt, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt,
    • 3. een hoofdgebouw binnen de buitenwerkse muurvlakken mag worden voorzien van een onderbouw met een maximale diepte van 3 m;
    • 4. de inhoud van een woning niet meer mag bedragen dan de bestaande inhoud vermeerderd met maximaal 100 m³, met dien verstande dat de inhoud van de woning niet meer mag bedragen dan 600 m³ en dat de inhoud tenminste 400 m³ mag bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b. geldt voor een hoofdgebouw ter plaatse van de aanduiding 'specfieke vorm van wonen - kleine woning' dat:
    • 1. de bouwhoogte maximaal de bestaande bouwhoogte bedraagt;
    • 2. een woning niet wordt voorzien van een onderbouw;
    • 3. de maximale inhoud van een woning niet meer mag bedragen dan de bestaande inhoud;
    • 4. de bestaande hoofdvorm van een woning wordt gehandhaafd.
3.2.2 Bebouwing ten behoeve van bijgebouwen

Bijgebouwen zijn toegestaan bij woningen, voor zover niet voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kleine woning', tot een maximale oppervlakte van 50 m² per woning, een maximale goothoogte van 3,5 m en een maximale hoogte van 6 m, dan wel de bestaande oppervlakte, goot- en bouwhoogte indien deze meer bedragen.

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De hoogte en de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt respectievelijk ten hoogste 3 m en ten hoogste 10 m².

3.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • het ruimtelijk beeld;
  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • de verkeersveiligheid,

nadere eisen stellen aan:

  • de plaats van gebouwen indien de afstand tot de grens van het bouwperceel minder dan 5 m bedraagt;
  • de plaats van bouwwerken indien de afstand tot de as van de weg minder bedraagt dan 20 m;
  • de plaats van woningen indien dit uit milieuoverwegingen en/of ruimtelijke overwegingen noodzakelijk is.
3.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het straat- en/of bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de woonsituatie,

bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 en 3.2.2 voor:

  • een afstand tot de as van de weg van tenminste 10 m;
  • het realiseren van een hooiberg bij een voormalige agrarische bedrijfswoning met een monumentaal karakter tot een oppervlakte van niet meer dan 50 m² met een maximale hoogte van 8 m;
  • een grotere oppervlakte aan bijgebouwen tot maximaal 80 m²;
  • een vergroting en gebruik van bijgebouwen voor gedeeltelijk zelfstandige inwoning tot maximaal 60 m², mits de noodzaak om het bijgebouw te gebruiken in plaats van het hoofdgebouw is aangetoond;
  • een grotere oppervlakte aan bijgebouwen tot maximaal 150 m² ten behoeve van hobbymatig agrarisch gebruik onder voorwaarde dat er sprake is van bij de woning behorende en op de woning aansluitende agrarische gronden met een oppervlakte van minimaal 1,5 ha;
  • het vergroten van de inhoud van de woning met ten hoogste 60 m³ tot een maximum van 660 m³ ten behoeve van gedeeltelijk zelfstandige inwoning van een huishouden, mits dit niet leidt tot woningsplitsing;
  • het vergroten van de inhoud van de woning tot een maximum van 800 m³, uitsluitend indien sprake is van vermindering van bebouwing door sloop of de aanleg van natuur- en/of landschapselementen volgens onderstaande tabel:

Sloop bebouwing   Aanleg nieuwe natuur   Aantal landschapselementen   Extra woninginhoud  
400 m3   5000 m2   1000 m2   100 m3  
800 m3   10000 m2   2000 m2   200 m3  
1200 m3   15000 m2   3000 m2   300 m3  
1600 m3   20000 m2   4000 m2   400 m3  

  • het vergroten van de oppervlakte aan bijgebouwen ten behoeve van het vervangen van bestaande bijgebouwen, met dien verstande dat:
    • 1. maximaal 50% van de bestaande oppervlakte aan bijgebouwen mag worden vervangen, voor zover deze meer bedraagt dan 150 m²;
    • 2. de oppervlakte per bijgebouw niet meer dan 100 m² mag bedragen;
    • 3. de totale oppervlakte aan bijgebouwen na vervanging niet meer bedraagt dan 400 m²;
  • een vergroting van een onderbouw onder een hoofdgebouw buiten de buitenwerkse muren met maximaal 10% van de bestaande oppervlakte.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het plan voor het toestaan van het gebruik van hoofdgebouwen en bijgebouwen voor aan huis verbonden bedrijven, als de primaire woonfunctie in stand blijft, tot een vloeroppervlakte van niet meer dan 100 m².