Plan: | hoek Van Damstraat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0273.BPhoekvdamstraat-VA01 |
In Nederland wordt de natuur beschermd op basis van gebiedsbescherming en soortenbescherming. Ten behoeve van het voorgenomen plan is door Regelink Ecologie & Landschap een quickscan uitgevoerd (zie Bijlage 5).
De volgende natuurgebieden kunnen van invloed zijn op het project:
Het plangebied betreft een binnenstedelijke locatie. In de nabijheid van het plangebied zijn dan ook geen natuurgebieden aanwezig met een bepaald beschermingsregime. Voor de ontwikkeling van het voorgenomen plan is dan ook geen nader onderzoek in het kader van de Natuurbeschermingswet nodig.
De Flora- en Faunawet beschermt een groot aantal in het wild levende planten- en diersoorten, ook buiten beschermde natuurgebieden. De wet verbiedt diverse handelingen die kunnen leiden tot schade aan (populaties of individuen van) beschermde soorten (algemene verbodsbepalingen).
Wanneer het bestemmingsplan ontwikkelingen mogelijk maakt die beschermde planten en dieren kunnen bedreigen, is het verplicht om vooraf te toetsen of deze plannen kunnen leiden tot overtreding van algemene verbodsbepalingen. Wanneer dit het geval dreigt te zijn, moet onderzocht worden of er maatregelen genomen kunnen worden om dit te voorkomen, indien dit niet mogelijk is dienen de gevolgen voor beschermde soorten zoveel mogelijk beperkt te worden.
Quickscan
Aangezien bij het voorgenomen plan sprake is van de sloop van gebouwen is door Regelink Ecologie & Landschap een quickscan uitgevoerd (zie Bijlage 5). Op basis van de quickscan wordt geconcludeerd dat bij uitvoering van de ingreep mogelijk negatieve effecten te verwachten zijn voor:
Voor de overige diersoorten wordt geen negatief effect op beschermde soorten verwacht.
Soortgericht onderzoek
In verband met de mogelijke negatieve effecten op de vleermuizen, huismus en gierzwaluw is in het kader van de Flora en Faunawet door Regelink Ecologie & Landschap nader onderzoek uitgevoerd. Het nader onderzoek is, vanwege efficientie en kostenbesparing, gecombineerd met een soortgericht onderzoek voor een ontwikkelingslocatie aan de Brinkstraat in Putten. De resultaten van dit onderzoek zijn opgenomen in het rapport van 16 november 2012 (zie Bijlage 6). Onderstaand een opsomming van de onderzoeksresultaten:
In het rapport wordt opgemerkt dat als de nieuwbouw geschikt gemaakt wordt als vaste rust- en verblijfplaats voor de vleermuizen, gierzwaluw en de huismus, er een nieuwe situatie ontstaat die voor de aanwezige dieren waarschijnlijk dezelfde waarde heeft als de huidige situatie.
Op basis van de onderzoeksresultaten wordt geconcludeerd dat met uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden de Flora- en faunawet wordt overtreden. Om overtreding van de Flora- en Faunawet te voorkomen dient een mitigatieplan opgesteld te worden. Met dit mitigatieplan blijft de instandhouding van de gewone dwergvleermuis, gierzwaluw en huismus gewaarborgd.