direct naar inhoud van Artikel 8 Recreatie - Recreatiewoning
Plan: Oostelijk Buitengebied
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0273.OostelijkBG-0001

Artikel 8 Recreatie - Recreatiewoning

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Recreatiewoning aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. recreatiewoningen;

met de daarbij behorende:

  • b. bouwwerken, tuinen en erven.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. het aantal recreatiewoningen mag niet meer bedragen dan 1 per bouwvlak;
  • b. de oppervlakte van een recreatiewoning mag niet meer bedragen dan 60 m2;
  • c. de afstand tot de as van de weg mag niet minder dan 20 m bedragen;
  • d. een recreatiewoning wordt gebouwd in 1 bouwlaag met kap;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer dan 4,0 m bedragen;
  • f. per recreatiewoning is niet meer dan 1 bijgebouw toegestaan met een oppervlakte van niet meer dan 20 m2 en een bouwhoogte van niet meer dan 2,5 m;
  • g. gebouwen mogen niet worden voorzien van een onderbouw.
8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,0 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3,0 m bedragen.
8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • het ruimtelijk beeld;
  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen aan:

  • a. de plaats van gebouwen indien de afstand tot de grens van het bouwperceel minder dan 3,0 m bedraagt;
  • b. de plaats van bouwwerken indien de afstand tot de as van de weg minder dan 20 m bedraagt.
8.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen het permanent bewonen van recreatiewoningen.