Plan: | Westelijk Buitengebied Huddingweg 18 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0273.PHBGHuddingweg18-VA01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Westelijk Buitengebied Huddingweg 18 van de gemeente Putten;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0273.PHBGHuddingweg18-VA01 met de bijbehorende regels en bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een dienstverlenend beroep dat op kleine schaal in (het hoofdgebouw van) een woning wordt uitgeoefend door (een van) de bewoner(s) van de woning, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen, waaronder bomen en heesters begrepen en/of het houden van dieren, waaronder tevens is begrepen een paardenbedrijf, een wormen- en palingkwekerij en, in het geval van een nertsenbedrijf, het opslaan en aanmaken van nertsenvoer en het pelsen van nertsen;
de tot één agrarisch bedrijf behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen;
in de regels omschreven bedrijfsmatige activiteiten die in combinatie met en (met name ruimtelijk) ondergeschikt aan het agrarische bedrijf worden uitgeoefend;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts bedoeld is voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een vrijstaand of aangebouwd niet voor bewoning bestemd gebouw of aanbouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw van een (bedrijfs)woning, dat zowel in functioneel als in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een stuk land met een bewerkte of aangepaste bodem, al dan niet voorzien van een omheining en lichtmasten, voor gebruik als uitloop voor paarden, dan wel als trainings- en dresseerruimte ten behoeve van de paardenhouderij;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
energie waarover voor onbeperkte tijd kan worden beschikt en waarbij, door het gebruik ervan, het leefmilieu en de mogelijkheden voor toekomstige generaties niet worden benadeeld, waaronder begrepen zijn zonne-energie, windenergie en geothermische energie;
voorziening die energie opwekt op een duurzame wijze, waaronder in ieder geval begrepen zonnepanelen, zonnecollectoren, energiedaken, windturbines en koude-warmte-opslag;
een al dan niet verharde verbinding tussen een bouwvlak en een openbare weg die toegankelijk is voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen;
vormen van recreatief gebruik waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals fietsen, wandelen, ruiterij, picknickplaatsen, parkeerplaatsen, speelweiden en naar aard, omvang en schaal daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf voor het houden van vee en pluimvee - zelfstandig of als neventak - waarbij dit houden van vee en pluimvee geheel of nagenoeg geheel plaatsvindt in gebouwen. Het biologisch houden van dieren conform de Landbouwkwaliteitswet en het houden van (melk)rundvee, schapen of paarden wordt niet aangemerkt als intensieve veehouderij;
het wonen in een woning door één of meer personen die geen deel uitmaken van het huishouden van de hoofdbewoner(s) van die woning;
een auto, waarin voorzieningen zijn getroffen voor dag- en nachtverblijf;
een bedrijf dat naar de aard van zijn activiteiten gebonden is aan het agrarische buitengebied of waarvan de activiteiten zijn gericht op het buitengebied. Hierbij kan sprake zijn van de volgende (combinatie van) activiteiten:
objecten waar regelmatig personen verblijven, zoals woningen, hotels, ziekenhuizen, bejaardenhuizen, verpleeghuizen, gebouwen voor dagopvang, scholen, kantoren, recreatieterreinen en dergelijke;
een voor mensen toegankelijke ruimte onder de begane grondvloer van een gebouw. Voor zover de onderbouw gerealiseerd wordt onder de woning, mag de onderbouw ook voor woondoeleinden worden gebruikt. De onderbouw wordt niet meegerekend bij het bepalen van de inhoud van het gebouw waarvan de onderbouw deel uitmaakt;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, in de vom van een voor mensen toegankelijk, overdekt bouwwerk zonder tot de constructie zelf behorende wanden; overkappingen met één of meer tot de constructie zelf behorende wanden worden beschouwd als een (bij)gebouw;
bedrijf gericht op het fokken, waaronder tevens begrepen een hengsten- en merriehouderij en stoeterij, het africhten en trainen van paarden en de verhuur van stalling met accommodatie en/of weiland bedoeld voor paarden van derden;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
bewoning van een verblijf als hoofdverblijf;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan het productieproces;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
verblijf voor recreatie door personen die hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben;
een gebouw dat dient als recreatiewoonverblijf, waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;
door doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan van zodanige breedte dat bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen daarvan gebruik kunnen maken;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privéhuis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
de totale oppervlakte van ter plaatse aanwezige vloeren of delen van vloeren, waarbij boven elkaar gelegen vloeren en/of delen van vloeren apart worden gerekend;
alle voor het openbaar verkeer opstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, niet zijnde een bijzondere woonvorm, en/of voor de huisvesting van maximaal vier personen wanneer er daarnaast geen huishouding in het gebouw is ondergebracht.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf afgewerkte begane grondvloeren tot afgewerkte keldervloeren;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
voor zover in de regels is bepaald dat voor gebouwen een afstand tot (de as van) de weg moet worden aangehouden dan wel gebouwd dient te worden binnen een bouwvlak is dit niet van toepassing op overschrijding van deze afstand tot maximaal 1,50 m door balkons, bordessen, schoorstenen en dergelijke onderdelen van gebouwen.
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Bebouwing wordt uitsluitend opgericht binnen het bouwvlak.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Bedrijf - Landelijke bedrijven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Aanduiding | Bedrijf |
(specifieke vorm van bedrijf - fouragebedrijf) | fouragebedrijf |
Met de daarbij behorende:
Voor gebouwen geldt de volgende regel:
Voor bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor woningen en bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Aanleg nieuwe natuur | Aanleg nieuwe landschapselementen | Extra woninginhoud |
5.000 m2 | 1.000 m2 | 100 m3 |
10.000 m2 | 2.000 m2 | 200 m3 |
15.000 m2 | 3.000 m2 | 300 m3 |
20.000 m2 | 4.000 m2 | 400 m3 |
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een aan huis verbonden bedrijf, met dien verstande dat dit wel is toegestaan indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Onder het doel 'behoud en herstel van landschapswaarden':
Gebouwen zijn niet toegestaan.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 2 m.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 voor de bouw van gebouwen ten behoeve van beheer en onderhoud, zoals houtloodsen en bergingen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 voor het toestaan van verblijfsrecreatie uitsluitend in de vorm van een groepskampeerterrein en/of een natuurkampeerterrein, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de gronden, zoals aangegeven in de navolgende tabel de aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
a | b | c | d | e | f | g | h | i | |
Bestemmingen | |||||||||
Agrarisch | - | - | X | - | - | - | X | - | X |
Agrarisch met waarden - Landschap | X | X | X | - | - | X | X | X | X |
Natuur | X | X | X | X | - | X | X | X | X |
Dubbelbestemmingen | |||||||||
Leiding - Gas | X | X | - | X | X | X | X | X | X |
Leiding - Hoogspanningsverbinding | - | - | - | X | X | X | - | - | X |
Leiding - Riool | X | X | - | X | X | X | X | X | X |
Waterstaat - Waterkering | X | X | X | X | X | X | X | X | X |
Gebiedsaanduidingen | |||||||||
overige zone - arkemheen, | X | X | X | X | X | X | X | X | X |
overige zone - ehs natuur | X | X | X | X | - | X | X | X | X |
overige zone - ehs verweving en | X | X | X | X | - | X | X | X | X |
vrijwaringszone - dijk | X | - | - | X | - | - | - | - | X |
vrijwaringszone - spoor | X | - | - | X | - | - | - | - | X |
overige zone - grootschalig waardevol | X | - | - | X | X | X | - | - | - |
overige zone - waardevol open en | X | - | - | X | X | X | - | - | - |
overige zone - waardevol landschap | X | - | - | X | X | X | - | - | - |
x omgevingsvergunningplichtig
- niet omgevingsvergunningplichtig
Werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden:
Het verbod van lid 5.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.5.1 kan slechts worden verleend, indien door de uitvoering van het werk of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het bepaalde in lid 6.2.1 onder a geldt niet indien:
Het in lid 6.3.1 opgenomen verbod geldt niet:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het bepaalde in lid 7.2.1 onder a geldt niet indien:
Het in lid 7.3.1 opgenomen verbod geldt niet:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Indien de bestaande bebouwing afwijkt van de in de bestemmingsregels gegeven regels ten aanzien van de goot- en bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstanden zijn de bestaande maten dan wel afstanden eveneens toegestaan.
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt, in afwijking van de bouwregels van de ter plaatse geldende bestemming(en), maximaal 2 m, tenzij in de bouwregels van de ter plaatse geldende bestemming(en) anders is bepaald, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen gelegen voor (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw niet meer dan 1 m mag bedragen.
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9, lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behalve ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Tot een gebruik strijdig met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
De gronden ter plaatse van de aanduiding overige zone - landgoed zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding overige zone - landgoed mogen, naast bouwwerken die zijn toegestaan op grond van de andere ter plaatse geldende bestemming(en), ook bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het bepaalde in lid 11.1.1 worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 3 m.
Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van evenementen.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.1.3 ten behoeve van het toestaan van evenementen van tijdelijke aard, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' zijn specifieke regels van toepassing die zijn opgenomen in artikel3 .
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in hoofdstuk 2 ten behoeve van:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Westelijk Buitengebied Huddingweg 18
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van ………………...
de griffier, de voorzitter,