direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Stenenkamerseweg 24a
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0273.Stenenkamersewg24a-0101

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

  • a. plan:
    het bestemmingsplan Stenenkamerseweg 24a van de gemeente Putten;

  • b. bestemmingsplan:
    de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0273.Stenenkamersewg24a-0101 met de bijbehorende regels;

  • c. achtergevel:
    de van de weg afgekeerde gevel van een gebouw, of indien het een gebouw betreft met meer dan één van de weg afgekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;

  • d. bebouwing:
    één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

  • e. bestemmingsgrens:
    de grens van een bestemmingsvlak;

  • f. bestemmingsvlak:
    een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

  • g. bijgebouw:
    een niet voor bewoning bestemd vrijstaand of aangebouwd gebouw, dat een gebruikseenheid vormt met en dienstbaar is aan een woning zoals een garage, huishoudelijke bergruimte of hobbyruimte;

  • h. bouwen:
    het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

  • i. bouwperceel:
    een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

  • j. bouwperceelgrens:
    de grens van een bouwperceel;

  • k. bouwwerk:
    elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

  • l. carport:
    een bouwwerk, dat een overdekte, slechts met aan één zijde een wand omsloten ruimte vormt, ten behoeve van een stallingsplaats voor één (motor)voertuig op vier wielen;

  • m. gebouw:
    elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • n. hoofdgebouw:
    een gebouw, dat door zijn constructie en/of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

  • o. peil:
    de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte bouwperceel of het terrein ter plaatse, dan wel de hoogte van de kruin van de weg waaraan het betrokken bouwwerk is gelegen;

  • p. praktijkruimte:
    een niet voor bewoning bestemd vrijstaand of aangebouwd gebouw, dat uitsluitend dienstbaar is aan de uitoefening van een beroep;

  • q. uit- of aanbouw:
    een voor bewoning bestemd aangebouwd gebouw, dat als uitbreiding van een woning beschouwd kan worden;

  • r. voorgevel:
    de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw, of indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg toegekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;

  • s. werkzaamheid:
    een werk, geen bouwwerk zijnde, wat verricht wordt of moet worden voor grond-, graaf- en/of delfwerken, zoals bouwrijp maken, ophogen, afgraven, verhardingen, etcetera, en/of waterwerking;

  • t. woning:
    een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van een huishouden.