Plan: | Huinerweg 12 en 14 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0273.WPBGHuinerwg12en14-VA01 |
Het voorliggend plan betreft een wijzigingsplan ex artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening van het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied', zoals vastgesteld door de raad op 3 juli 2014.
Met dit wijzigingsplan wordt medewerking verleend aan het verzoek van de initiatiefnemer om de agrarische bestemming van het perceel Huinerweg 12 en 14 te wijzigen in een woonbestemming met de mogelijkheid voor een extra woonbestemming, aangezien het agrarische gebruik wordt beëindigd en voortzetting niet wordt voorzien.
Het perceel Huinerweg 12 en 14 is gelegen in het 'Westelijk Buitengebied' tussen de kernen Putten en Voorhuizen in de gemeente Putten. Op het perceel is een melkvee- en varkenshouderij gevestigd. De bebouwing op het perceel bestaat uit een bedrijfswoning, een plattelandswoning en diverse bedrijfsgebouwen. Dit is in figuur 1 weergegeven. Momenteel zijn de agrarische bedrijfsactiviteiten nog in gebruik, maar deze zullen op termijn worden beëindigd. Een voortzetting van het agrarische gebruik wordt niet voorzien. Daarom wordt de agrarische bestemming omgezet naar een woonbestemming zodat de percelen in gebruik kunnen worden genomen door de aanwezige woonfuncties.
Figuur 1: Huidige situatie Huinerweg 12 en 14 (Luchtfoto gemeente Putten 2015)
Het perceel Huinerweg 12 en 14 ligt in het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied'. In dit bestemmingsplan heeft het perceel een bestemming 'Agrarisch' met een bouwvlak gekregen. Naast de agrarische bestemming zijn de aanduidingen 'specifieke vorm van agrarisch - groot agrarisch bedrijf' en 'intensieve veehouderij' opgenomen. Op het perceel is naast de huidige bedrijfswoning en plattelandswoning circa 1.325 m² aan overige bebouwing aanwezig.
Binnen het perceel zijn de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 2' en 'Waarde - Archeologie 3' van toepassing. Figuur 2 geeft een uitsnede weer van het vigerende bestemmingsplan.
Figuur 2: Uitsnede vigerende bestemmingsplan Westelijk Buitengebied (www.ruimtelijkeplannen.nl)
Op dit moment mag het perceel alleen worden gebruikt voor een groot agrarisch bedrijf met een aanvulling voor een intensieve veehouderij.
In het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied' is in artikel 34.16 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het college om bij bedrijfsbeëindiging de agrarische bestemming te wijzigen in een woonbestemming met de mogelijkheid om een extra woonbestemming te creëren. Hieraan is een aantal voorwaarden verbonden. In hoofdstuk 2 wordt aangegeven hoe aan deze voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid wordt voldaan.
Voor een aanvullende uiteenzetting van zowel rijks, provinciaal als gemeentelijk beleid ten aanzien van de functieverandering van het agrarische perceel wordt kortheidshalve verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied'.
De wijzigingsbevoegdheid om de bestemming 'Agrarisch' om te zetten naar de bestemming 'Wonen' is opgenomen in artikel 34.16 van de regels van het vigerende bestemmingsplan. Hieronder zijn de voorwaarden opgesomd en wordt aangegeven hoe aan de voorwaarde wordt voldaan.
de wijziging kan uitsluitend plaatsvinden indien er sprake is van bedrijfsbeëindiging. | Het agrarische bedrijf aan de Huinerweg 12 en 14 is momenteel nog in gebruik. De activiteiten van het agrarische bedrijf worden op termijn beëindigd. Een voortzetting van het agrarische gebruik wordt niet voorzien. |
indien het betreft een bedrijfslocatie gelegen binnen de op de verbeelding als ’reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied’ aangegeven gronden, zijn de woning en de wooneenheden uitsluitend toegestaan indien is aangetoond dat de woning of wooneenheden geen enkele belemmering oplevert voor de omliggende bedrijven. | De bedrijfslocatie is niet gelegen binnen het gebied ter plaatse van 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied'. Deze voorwaarde is niet van toepassing op dit plangebied. |
de bepalingen bij of krachtens de Wet geluidhinder dienen in acht te worden genomen. | Op grond van de Wet geluidhinder geldt rond wegen met een maximumsnelheid van hoger dan 30 km/uur, spoorwegen en inrichtingen die geluidhinder kunnen veroorzaken een geluidzone. Het betreft een bestaande bedrijfswoning en plattelandswoning die (planologisch) worden omgezet naar een burgerwoning. De situatie van de woningen wordt niet gewijzigd. Ook worden er geen geluidsgevoelige functies toegevoegd. |
de wijziging is mogelijk indien alle aanwezige bebouwing wordt gesloopt overeenkomstig de tabel en onder de volgende voorwaarden Minimaal te slopen Maximale inhoud fysiek legale bebouwing woongebouw minimaal 1.000 m² 660 m³ minimaal 2.000 m² 840 m³ (twee-aaneen) minimaal 3.000 m² 2x660 m³ 1, indien ombouw van bestaande bebouwing naar wooneenheden niet mogelijk is, mogen maximaal twee (geschakelde) woongebouwen worden gebouwd; 2, in geval van intensieve veehouderij in het op de verbeelding als ‘reconstructiewetzone - extensiveringsgebied’ aangegeven gebied wordt de in de tabel vermelde oppervlakte aan minimaal te slopen bebouwing met 20% verlaagd; 3, het samenvoegen van de sloopoppervlakte van meerdere locaties is toegestaan om tot de ingevolge de tabel vereiste oppervlakte te komen, mits op deze locaties tegelijkertijd alle aanwezige bebouwing wordt gesloopt en van deze locaties in één en dezelfde wijzigingsprocedure de (agrarische) bedrijfsfunctie wordt verwijderd; |
Een groot deel van de aanwezige bedrijfsbebouwing wordt op termijn gesloopt. In totaal wordt er circa 1.275 m² aan bebouwing gesloopt. De bestaande bedrijfswoning en veldschuur (Huinerweg 12) blijven behouden. De bedrijfswoning wordt omgezet naar een burgerwoning. Er mag volgens de slooptabel bij minimaal 1.000 m² te slopen bebouwing een maximale inhoud woongebouw van 660 m³ worden gerealiseerd. Voor dit plan wordt deze voorwaarde gekoppeld aan het omzetten van de bestaande plattelandswoning naar een burgerwoning. De plattelandswoning inclusief bakhuis (Huinerweg 14) wordt omgezet naar de bestemming 'Wonen'. |
de hierboven aangegeven sloopverplichting is niet van toepassing op bebouwing met karakteristieke en/of cultuurhistorische waarden, deze bebouwing wordt echter wel meegeteld bij de berekening | De bebouwing is niet aangemerkt als karakteristiek of cultuurhistorisch waardevol. |
voor de berekening van de benodigde sloopmeters geldt dat niet vergunde gebouwen van voor 1 januari 1993 kunnen worden meegeteld tot maximaal het bouwrecht van 1 woning | Op het perceel zijn geen gebouwen aanwezig die niet volgens vergunning zijn gebouwd. Deze voorwaarde is niet van toepassing op het plangebied. |
aangetoond dient te worden dat de extra woning of de wooneenheden passen in de gemeentelijke woningbouwprogrammering | Het gemeentelijk woningbouwprogramma is niet van toepassing op deze ontwikkeling. Er vindt alleen een wijziging plaats van bedrijfswoning en plattelandswoning naar burgerwoning. Er worden geen nieuwe woningen toegevoegd. |
met de regels wordt aangesloten bij de regels die van toepassing zijn voor de bestemming 'Wonen' | Doordat de bestemming 'Wonen' wordt opgenomen, zijn de regels van artikel 19 uit het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied' van overeenkomstige toepassing. |
de extra woning dient binnen het (voormalig) agrarisch bouwvlak te worden gesitueerd, of ter plaatse van de aanduidingen 'overige zone - intensief rood zwermgebied' en 'overige zone - extensief rood zwermgebied' | De woningen worden binnen het voormalige agrarische bouwvlak gerealiseerd. |
de inhoud van de extra woning dan wel van een wooneenheid mag niet meer bedragen dan 660 m³ | Met de omzetten van plattelandswoning tot burgerwoning wordt de bestaande situatie planologisch aangepast. In de bestemming 'Wonen' mag een woning een maximale inhoud hebben van 660 m³. Dit sluit aan op de bouwregels uit het vigerende bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied'. |
de oppervlakte aan bijgebouwen bedraagt per nieuw te bouwen woning c.q. wooneenheid maximaal 80 m² | Door de sloop van de gebouwen wordt met de transformatie aangesloten op de regeling voor bijgebouwen uit het vigerende bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied'. De bestaande veldschuur is 128 m². Op basis van de bestemming 'Wonen' is de extra oppervlakte toegestaan. Alleen geldt voor de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen boven de 80 m² een regeling dat bijgebouwen niet geheel of gedeeltelijk mogen worden vervangen. |
de extra woning dient goed in het landschap te worden ingepast | Het gaat hier om de transformatie van een bedrijfswoning en plattelandswoning naar twee burgerwoningen. Er wordt geen nieuwbouw gepleegd waardoor geen landschappelijke inpassing nodig is. |
de oppervlakte van het woonperceel (bebouwing met bijbehorend erf) mag niet meer bedragen dan 1.500 m² | De oppervlakte van de woonpercelen wordt in de nieuwe situatie niet groter dan 1.500 m². Het perceel waar de bedrijfswoning is gelegen krijgt een oppervlakte van circa 1.470 m² en het perceel waar de plattelandswoning is gelegen een oppervlakte van circa 1.040 m². |
eventuele bijbehorende gronden die geen erffunctie hebben, blijven of komen beschikbaar voor de grondgebonden functies landbouw, natuur of recreatie, overeenkomstig de functie van het betrokken gebied | De overige gronden die niet gewijzigd worden naar 'Wonen' blijven beschikbaar voor de grondgebonden agrarische bedrijfsvoering. |
Met dit wijzigingsplan wordt het agrarisch bouwvlak van het perceel Huinerweg 12 en 14 omgezet naar een woonbestemming. Hierbij gaat het om de gronden die gelegen zijn binnen het bouwvlak. Een groot deel van de aanwezige bebouwing wordt op termijn gesloopt. De bestaande bedrijfswoning (Huinerweg 12) en plattelandswoning (Huinerweg 14) blijven behouden en worden omgezet naar een woonbestemming.
Door wijziging naar de bestemming 'Wonen' wordt de voormalige bedrijfswoning aangemerkt als burgerwoning en geschikt voor particulier gebruik. Voor deze woning geldt de normale bestemming 'Wonen' (artikel 19) met bijbehorende regels uit het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied'.
In de woonbestemming geldt een bijgebouwenregeling. Hierin staat beschreven dat er bij een woning maximaal 80 m² aan bijgebouwen is toegestaan. Op het perceel is 128 m² aan overige bebouwing aanwezig (voormalige veldschuur). De extra oppervlakte is binnen de woonbestemming toegestaan. Alleen geldt voor de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen boven 80 m² een regeling dat deze bijgebouwen niet geheel of gedeeltelijk mogen worden vervangen.
De overige agrarische schuren worden op termijn gesloopt.
De plattelandswoning die gelegen is op het perceel wordt in de nieuwe situatie bestemd als burgerwoning. Voor deze woning geldt ook de normale bestemming 'Wonen' (artikel 19) met bijbehorende regels uit het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied'. De situatie van de plattelandswoning verandert niet. Bij deze woning is op basis van de bestemming 'Wonen' 80 m² aan bijgebouwen toegestaan.
De ruimtelijke gevolgen voor het toekennen van de woonbestemming zijn beperkt. Het wijzigingsplan ziet toe op een functiewijziging van de bestaande bebouwing. Het plan leidt niet tot een groei van het aantal woningen. Alleen de huidige woningen worden in plaats van de bedrijfswoning en plattelandswoning aangemerkt als burgerwoning. De omvang van het perceel is vergelijkbaar met andere woonpercelen in het 'Westelijk Buitengebied'.
De vervanging van een gestopt agrarisch bedrijf door een woonbestemming komt vaker voor in het 'Westelijk Buitengebied' en zorgt ervoor dat het erf en de gebouwen een voor de toekomst bestendig gebruik krijgen. Na wijziging, geldt voor het woonperceel de standaard bouw- en gebruiksregels voor woningen in het 'Westelijke Buitengebied'.
In de omgeving van Huinerweg 12 en 14 zijn enkele agrarische bedrijven, bedrijven en woningen gelegen. Op grond van de VNG publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' kan de omgeving rond het perceel Huinerweg 12 en 14 tot 'gemengd gebied' worden gerekend. In het geval van een omgevingstype 'gemengd gebied' kunnen de richtafstanden , zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandstap worden verlaagd.
Huinerweg 10/ Matseweg 14, Huinerweg 16, Huinerweg 17
Aan de Huinerweg 10/ Matseweg 14, Huinerweg 16 en Huinerweg 17 zijn agrarische bedrijven gevestigd. Deze agrarische bedrijven liggen met uitzondering van het agrarische bedrijf aan de Huinerweg 16, op meer dan 90 meter van het perceel. In de VNG-publicatie geldt voor deze bedrijven (intensieve veehouderij / houden en fokken van vee) een richtafstand van 100 meter (milieucategorie 3.2). Binnen het omgevingstype 'gemengd gebied' geldt hier een richtafstand van 50 meter. Daarnaast is de Wet geurhinder en veehouderij van toepassing. Hierin staat vermeld dat de afstand tot een geurgevoelig object buiten de bebouwde kom minimaal 50 meter moet bedragen.
Het agrarische bedrijf aan de Huinerweg 16 heeft een richtafstand van 50 meter (gemengd gebied). Gezien de afstand tot de woning circa 30 meter is (gerekend tot het bouwvlak van het agrarisch bedrijf aan de Huinerweg 16) wordt de richtafstand van 50 meter niet gehaald.
De woonbestemming (de woningen bij de voormalige veehouderij) wordt op grond van de Wet geurhinder en veehouderij gezien als 'voormalige agrarische bedrijfswoningen'. Op grond daarvan hoeven deze woningen niet zwaarder beschermd te worden dan ten tijde van de actieve veehouderij aan de Huinerweg 12 en 14. Feitelijk gezien wijzigt de functie wonen niet. De bestaande bedrijfswoning en plattelandswoning worden niet vervangen door nieuwbouw. De bestaande afstand tot het agrarische bedrijf blijft gelijk.
Huinerschoolweg 4
Verder is aan de Huinerschoolweg 4 een bedrijf gevestigd. Het betreft hier een constructiebedrijf. Dit bedrijf heeft op grond van de VNG publicatie een milieuzone van 3.2. De richtafstand van dit bedrijf tot een gevoelig object is 50 meter (omgevingstype 'gemengd gebied'). De afstand van het bedrijf tot aan de woningen bedraagt circa 80 meter en vallen dus buiten de milieuzone van dit bedrijf.
Huinerschoolweg 2
Op het perceel Huinerschoolweg 2 is een fietsenwinkel gevestigd. Dit bedrijf komt specifiek niet voor in de VNG publicatie 'Bedrijven en milieuzonering'. Algemeen geldt voor detailhandel een richtafstand van 10 meter en 0 meter binnen een gemengd omgevingstype. De afstand van de fietsenwinkel tot de woningen bedraagt circa 80 meter en vallen dus buiten de milieuzone van deze detailhandelsfunctie.
Voor deze locatie aan de Huinerweg 12 en 14 betekent dit dat er vanuit de milieuzonering aan de afstandsnormen worden voldaan en de woningen op deze locatie, vanuit het oogpunt van milieu, inpasbaar zijn.
Verkeerssituatie
De bestaande functie maakt agrarische bedrijvigheid mogelijk, inclusief een bedrijfswoning en een plattelandswoning. In de nieuwe situatie zijn alleen de burgerwoningen aanwezig. Feitelijk is er sprake van een vermindering van de verkeersintensiteit, nu er geen bedrijfsmatig gerelateerd vracht- en personenverkeer zal plaatsvinden van en naar het perceel.
Daarnaast verandert de ontsluiting en de parkeersituatie op het perceel niet. De woning beschikt over een eigen inrit en er is voldoende parkeerruimte op het terrein aanwezig.
Water
Via de Digitale Watertoets is het Waterschap Valei en Veluwe geïnformeerd over dit wijzigingsplan. Hiermee is bepaald dat het plan geen invloed heeft op de waterhuishouding en/of de afvalwaterketen. Het Waterschap heeft een positief wateradvies gegeven (geen waterschapsbelang) en verder overleg is niet nodig. De resultaten van de Digitale Watertoets zijn opgenomen in bijlage 1.
Bodem
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient er in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijziging dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat als de bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig gesaneerd wordt, dat het kan worden gebruikt voor de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen worden bij voorkeur op schone grond gerealiseerd.
Verdachte plekken met betrekking tot de kwaliteit van de bodem dienen in het kader van de Wet bodembescherming bij ruimtelijke plannen en projecten te worden gesignaleerd vanuit een goede ruimtelijke ordening. Voor het plangebied is geen sprake van een verdachte locatie.
Met dit wijzigingsplan wordt de bestemming van een bestaande bedrijfswoning (inclusief plattelandswoning) omgezet naar een woonbestemming, waarbij de agrarische bebouwing wordt gesloopt. Er is geen sprake van nieuwbouw en de grond wordt niet geroerd. Een bodemonderzoek is in het kader van dit wijzigingsplan dan ook niet nodig.
Geluid
Op grond van de Wet geluidhinder geldt rond wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/uur, spoorwegen en inrichtingen die 'in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken', een geluidzone. Bij ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd om aan te tonen dat de ontwikkeling voldoet aan de voorkeursgrenswaarden die in de wet zijn vastgelegd.
Indien niet aan de voorkeursgrenswaarde kan worden voldaan, kan het bevoegd gezag - in de meeste gevallen de gemeente - hogere grenswaarden vaststellen. Hiervoor geldt een bepaald maximum, de uiterste grenswaarde genoemd. Bij de vaststelling van hogere grenswaarden moet worden afgewogen of bronmaatregelen of maatregelen in de overdrachtssfeer kunnen worden getroffen.
Met dit wijzigingsplan worden geen nieuwe geluidsgevoelige functies mogelijk gemaakt. De bestaande agrarische bedrijfswoning en plattelandswoning worden bestemd als burgerwoning. In het kader van dit wijzigingsplan is een akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai, spoorwegverkeerslawaai en inrichtingslawaai daarom niet noodzakelijk.
Luchtkwaliteit
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een ruimtelijk plan uit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens rekening gehouden met de luchtkwaliteit. Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer. Dit onderdeel van de Wet milieubeheer (Wm) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang.
Het aantal verkeersbewegingen zal door de nieuwe situatie afnemen. Deze functiewijziging naar wonen valt onder het begrip 'niet in betekende mate'. Luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor dit wijzigingsplan.
Ecologie
De natuurbeschermingswetgeving kan worden onderverdeeld in gebiedsbescherming en soortenbescherming. Op de betreffende locatie rust geen gebiedsbescherming op grond van de Natuurbeschermingswet of de Habitat- of vogelrichtlijn. Het Natura 2000 gebied Veluwe ligt op circa 0,5 tot 1,5 kilometer van het plangebied.
In het kader van soortenbescherming is de Flora- en faunawet van belang. Voor de transformatie van een agrarisch bedrijf naar twee woningen zal het nodige aan bedrijfsgebouwen op termijn worden gesloopt. Voor de agrarische bebouwing is een sloopmelding gedaan (d.d. 4 oktober 2016). Gezien de ligging en huidige inrichting van het gebied, is op voorhand niet uit te sluiten dat (mogelijke) verblijfplaatsen van beschermde soorten worden aangetast. In het kader van de aanvraag omgevingsvergunning voor het slopen moet worden aangetoond dat er geen (mogelijke) verblijfplaatsen van beschermde soorten worden aangetast.
Archeologie
Voor het betreffende perceel geldt op basis van de Archeologisch Waardenkaart van Putten een archeologische dubbelbestemming. Op het perceel geldt 'Waarde - Archeologie 2' en 'Waarde - Archeologie 3'. Er vinden echter geen bouwactiviteiten of werkzaamheden plaats die eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen schaden. Archeologisch onderzoek is dan ook niet nodig. De betreffende dubbelbestemming blijft met dit wijzigingsplan in stand.
Externe veiligheid
Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:
Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. Het bevoegd gezag heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.
De situatie op het perceel Huinerweg 12 en 14 verandert niet in de nieuwe situatie. Er vindt alleen een functiewijziging plaats van bedrijfswoning en plattelandswoning naar burgerwoning. Er worden geen nieuwe objecten voor minder zelfredzame personen gerealiseerd. Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor dit wijzigingsplan.
Kabels en leidingen
In het plangebied zijn geen kabels en leidingen aanwezig die een planologische bescherming nodig hebben.
Dit wijzigingsplan voorziet in een juridisch planologische regeling waarbij de bestemming 'Agrarisch' (bouwvlak) van het perceel Huinerweg 12 en 14 wordt gewijzigd in een bestemming 'Wonen'. Daarbij blijft de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' en 'Waarde - Archeologie 3' van toepassing. De overige gronden behouden de bestemming 'Agrarisch'.
Het wijzigingsplan bestaat uit een toelichting, verbeelding en een toepassingsregel waarin wordt aangegeven dat met het wijzigingsplan alleen de verbeelding van het moederplan is aangepast. De regels uit het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied' zijn dus van overeenkomstige toepassing.
Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid.
Het wijzigingsplan doorloopt de procedure zoals vastgelegd in artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Door het voeren van de genoemde procedure, wordt een ieder in de gelegenheid gesteld voor het indienen van zienswijzen.
Er wordt geen vooroverleg gevoerd over dit plan, omdat er geen rijks-, provinciale of waterschaps belangen in het geding zijn.
Het wijzigingsplan heeft van 22 december 2016 tot 2 februari 2017 ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen binnengekomen.
Het wijzigingsplan is op 28 februari 2017 vastgesteld.
Het gaat hier niet om een wijzigingsplan dat een 'bouwplan' mogelijk maakt. De grondexploitatieregeling uit de Wet ruimtelijke ordening is dan ook niet van toepassing.
De noodzakelijke kosten van de gemeente bestaan uit de gebruikelijke kosten voor de planbegeleiding en het voeren van de procedure. Deze kosten worden gedekt uit de legesopbrengsten. Daarnaast wordt er met de initiatiefnemer een planschadeovereenkomst afgesloten.