Plan: | Kraakweg 3a en Telgterweg 24a |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0273.WPBGKraakweg3a-ON01 |
Het voorliggend plan betreft een wijzigingsplan ex artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening van het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied', zoals vastgesteld door de raad op 3 juli 2014.
Met dit wijzigingsplan wordt medewerking verleend aan het verzoek van de initiatiefnemer om op het perceel Kraakweg 3a de realisatie van een nieuwe woning mogelijk te maken.
Op dit perceel bevindt zich namelijk een voormalige geitenstal en een klein schuurtje. Deze gebouwen worden gesloopt. Naast de sloop van de gebouwen op dit perceel zal ook de kleine woning op het perceel Telgterweg 24a worden gesloopt en het woonrecht ter plaatse verdwijnen. Het totaal aantal sloopmeters dat hiermee wordt behaald wordt ingezet voor de realisatie van de beoogde ontwikkeling op het perceel Kraakweg 3a.
Zowel het perceel Kraakweg 3a als het perceel aan de Telgterweg 24a zijn gelegen in het 'Westelijk Buitengebied' ten zuiden van de kern Putten in de gemeente Putten.
Het perceel aan de Kraakweg 3a is aan te merken als een voormalig agrarisch perceel waar inmiddels een woonbestemming van toepassing is. Op het perceel bevinden zich nog enkele voormalige agrarische gebouwen in de vorm van een voormalige geitenstal (circa 450 m2) en een klein schuurtje (circa 40 m2). In figuur 1.1 is een luchtfoto opgenomen van de huidige situatie aan de Kraakweg 3a.
Figuur 1.1: Huidige situatie Kraakweg 3a (globaal met rood omlijnd)
De huidige situatie aan de Telgterweg 24a is opgenomen in figuur 1.2. Zoals op te merken uit het figuur betreft dit een kleine woning die gesitueerd is op het achtererf van een hoofdwoning. Los van de kleine woning bevinden zich op dit perceel geen andere gebouwen.
Figuur 1.2: Huidige situatie Telgterweg 24a (globaal met rood omlijnd)
Beide percelen zijn opgenomen in het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied'.
Het perceel Kraakweg 3a maakt in het bestemmingsplan deel uit van het woonperceel Kraakweg 3. Binnen deze woonbestemming is één woning toegestaan. Via een binnenplanse wijzigingsbevoegdheid kan bij functieverandering een woning worden toegevoegd wanneer voldoende (voormalig) agrarische (bedrijfs) gebouwen worden gesloopt.
Daarop aanvullend geldt voor bijna het gehele perceel de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' en voor een klein gedeelte aan de voorzijde van het perceel, de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4'. Ook is ter plaatse de gebiedsaanduiding 'overige zone - intensief rood zwermgebied' van toepassing.
De woning aan de Telgterweg 24a is als 'kleine woning' aangeduid in het geldende bestemmingsplan
en behoort bij de woonbestemming van de hoofdwoning Telgterweg 24.
In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee de aanduiding van 'kleine woning' kan komen te vervallen. De inhoud van de kleine woning mag in dat geval wordt toegevoegd aan de inhoud van de hoofdwoning tot een maximum van 880 m3.
Daarop aanvullend geldt voor het gehele perceel de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2'.
In onderstaande figuren zijn uitsneden opgenomen van het geldende bestemmingsplan.
Figuur 1.3: Uitsnede bestemmingsplan Westelijk Buitengebied, locatie Kraakweg 3a
Figuur 1.4: Uitsnede bestemmingsplan Westelijk Buitengebied, locatie Telgterweg 24a
Op dit moment mag het perceel Kraakweg 3a in gebruik worden genomen voor woondoeleinden, waarbinnen één woning is toegestaan. In het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied' is in artikel 34.16 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het college om bij de woonbestemming de bouw van een extra woning mogelijk te maken. Hieraan is een aantal voorwaarden verbonden. In hoofdstuk 2 wordt aangegeven hoe aan deze voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid wordt voldaan.
Daarop aanvullend is in het bestemmingsplan in artikel 34:24 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het college om de woonbestemming te wijzigen, in die zin dat binnen de bestemming 'Wonen' de ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kleine woning' aangegeven bouwmogelijkheid voor een kleine woning komt te vervallen. Ook hiervoor wordt in hoofdstuk 2 aangegeven hoe aan de hiervoor geldende voorwaarden wordt voldaan.
Voor een aanvullende uiteenzetting van zowel rijks, provinciaal als gemeentelijk beleid dat relevant is voor dit plangebied, wordt kortheidshalve verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan.
De wijzigingsbevoegdheid om de bestemming 'Wonen' zodanig aan te passen dat de realisatie van een extra woning wordt mogelijk gemaakt is opgenomen in artikel 34.16 van de regels van het geldende bestemmingsplan. De wijzigingsbevoegdheid om binnen de bestemming 'Wonen' de ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kleine woning' aangegeven bouwmogelijkheid voor een kleine woning te laten vervallen is opgenomen in artikel 34.24 van het geldende bestemmingsplan.
Hieronder zijn de voorwaarden opgesomd en wordt aangegeven hoe aan de voorwaarde wordt voldaan.
Voorwaarden artikel 34.16
|
|
de wijziging kan uitsluitend plaatsvinden indien er sprake is van bedrijfsbeëindiging. | Het voormalig agrarische bedrijf aan de Kraakweg 3a is reeds beëindigd. Een voortzetting van het agrarische gebruik wordt niet voorzien. |
indien het een bedrijfslocatie betreft die gelegen is binnen de op de verbeelding als ’reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied’ aangegeven gronden, zijn de woning en de wooneenheden uitsluitend toegestaan indien is aangetoond dat de woning of wooneenheid geen enkele belemmering oplevert voor de omliggende bedrijven. | Het voormalige agrarische bedrijf is niet gelegen op gronden die zijn voorzien van de aanduiding ’reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied’. Deze voorwaarde is dan ook niet van toepassing. |
de bepalingen bij of krachtens de Wet geluidhinder dienen in acht te worden genomen. | Op grond van de Wet geluidhinder geldt rond wegen met een maximumsnelheid van hoger dan 30 km/uur, spoorwegen en inrichtingen die geluidhinder kunnen veroorzaken een geluidzone. Het plan beoogt de ontwikkeling om een voormalige agrarische schuur te slopen en op die gronden een woning te realiseren. De nieuw te bouwen woning ligt in het aandachtsgebied van de Nijkerkerstraat. Echter is de geluidsbelasting op de te realiseren woning kleiner dan de ten hoogst toelaatbare grenswaarde (zie paragraaf 3.3 voor een nadere toelichting). Nader geluidsonderzoek is dan ook niet noodzakelijk. |
de wijziging is mogelijk indien alle aanwezige bebouwing wordt gesloopt overeenkomstig de tabel en onder de volgende voorwaarden Minimaal te slopen Maximale inhoud fysiek legale bebouwing woongebouw minimaal 1.000 m² 660 m³ minimaal 2.000 m² 880 m³ (twee-aaneen) minimaal 3.000 m² 2x660 m³ 1, indien ombouw van bestaande bebouwing naar wooneenheden niet mogelijk is, mogen maximaal twee (geschakelde) woongebouwen worden gebouwd; 2, in geval van intensieve veehouderij in het op de verbeelding als ‘reconstructiewetzone - extensiveringsgebied’ aangegeven gebied wordt de in de tabel vermelde oppervlakte aan minimaal te slopen bebouwing met 20% verlaagd; 3, het samenvoegen van de sloopoppervlakte van meerdere locaties is toegestaan om tot de ingevolge de tabel vereiste oppervlakte te komen, mits op deze locaties tegelijkertijd alle aanwezige bebouwing wordt gesloopt en van deze locaties in één en dezelfde wijzigingsprocedure de (agrarische) bedrijfsfunctie wordt verwijderd; |
Voor de beoogde ontwikkeling is 1.000 m2 aan sloopmeters nodig. Het verzoek gaat uit van de sloop van agrarische bebouwing aan de Kraakweg 3a met een oppervlakte van in totaal 490 m2. De overige 510 m2 aan sloopmeters wordt behaald uit het opheffen van de kleine woning aan de Telgterweg 24a. In de geest van het functieveranderingsbeleid van de vergunde inhoud van 285 m3, omgerekend worden naar 433 m2. Daarnaast wordt de kleine woning opgeheven en kan naast de inhoud ook het woonrecht van 300 m2 als sloopcompensatie worden ingezet. Het is daarom legitiem om aan het opheffen van de kleine woning aan de Telgterweg 24a, een totale compensatie van 733 m2 te koppelen (vergunde inhoud + woonrecht). Samen met de sloop van bebouwing aan de Kraakweg is dit voldoende voor het toevoegen van een woning. |
de hierboven aangegeven sloopverplichting is niet van toepassing op bebouwing met karakteristieke en/of cultuurhistorische waarden, deze bebouwing wordt echter wel meegeteld bij de berekening | De bebouwing is niet aangemerkt als karakteristiek of cultuurhistorisch waardevol. |
voor de berekening van de benodigde sloopmeters geldt dat niet vergunde gebouwen van voor 1 januari 1993 kunnen worden meegeteld tot maximaal het bouwrecht van 1 woning. | Op het perceel zijn geen gebouwen aanwezig die niet volgens vergunning zijn gebouwd. Deze voorwaarde is niet van toepassing op het plangebied. |
aangetoond dient te worden dat de extra woning of de wooneenheden passen in de gemeentelijke woningbouwprogrammering | Voor de beoogde ontwikkeling zal de woning op de locatie Telgterweg 24a geschrapt worden. De beoogde ontwikkeling voorziet vervolgens in de realisatie van één woning. In saldo blijft het aantal woningen gelijk. Het type woning wijzigt wel maar hier is in het woningbouwprogrammering rekening mee gehouden. |
met de regels wordt aangesloten bij de regels die van toepassing zijn voor de bestemming 'Wonen' | Doordat de bestemming 'Wonen' wordt opgenomen, zijn de regels van artikel 19 uit het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied' van overeenkomstige toepassing. |
de extra woning dient binnen het (voormalig) agrarisch bouwvlak te worden gesitueerd, of ter plaatse van de aanduidingen 'overige zone - intensief rood zwermgebied' en 'overige zone - extensief rood zwermgebied' | De extra woning wordt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - intensief rood zwermgebied' gerealiseerd. |
de inhoud van de extra woning dan wel van een wooneenheid mag niet meer bedragen dan 660 m³ | In de bestemming 'Wonen' mag een woning een maximale inhoud hebben van 660 m³. Dit sluit aan op de bouwregels uit het vigerende bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied'. |
de oppervlakte aan bijgebouwen bedraagt per nieuw te bouwen woning c.q. wooneenheid maximaal 80 m² | In de bestemming 'Wonen' mogen bijgebouwen een gezamenlijke oppervlakte hebben van 80 m2. Dit sluit aan op de bouwregels uit het vigerende bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied'. |
de extra woning dient goed in het landschap te worden ingepast | In de bestemming 'Wonen' is een voorwaardelijke verplichting opgenomen m.b.t. het inpassen van de extra woning in het landschap. inpassing. De voorgestelde aanplantingen sluiten aan bij de bestaande structuur en ook de types zijn passend in het gebied. In lijn met de doelstellingen uit de gebiedsvisie Nijkerkerstraat zal langs de Kraakweg de laanbeplanting worden versterkt. |
de oppervlakte van het woonperceel (bebouwing met bijbehorend erf) mag niet meer bedragen dan 1.500 m² | De oppervlakte van het woonperceel zal niet worden gewijzigd en zal ook in de nieuwe situatie niet groter zijn dan 1.500 m². |
eventuele bijbehorende gronden die geen erffunctie hebben, blijven of komen beschikbaar voor de grondgebonden functies landbouw, natuur of recreatie, overeenkomstig de functie van het betrokken gebied | In het plangebied zijn geen gronden die geen erffunctie hebben. Het gehele plangebied is ondergebracht in de bestemming 'Wonen' en zal dit in de toekomstige situatie ook behouden. Deze voorwaarde is dan ook niet van toepassing. |
Voorwaarden artikel 34.24 |
|
De inhoud van een te slopen kleine woning mag bij de inhoud van de hoofdwoning worden toegevoegd met dien verstande dat de inhoud van de hoofdwoning maximaal 880 m3 | Voor de beoogde ontwikkeling is de kleine woning reeds gesloopt. De vrijkomende sloopmeters worden in dit geval niet ingezet voor een vergroting van de woninginhoud. In de geest van het functieveranderingsbeleid worden de vrijgekomen sloopmeters ingezet voor de realisatie van een woning aan de Kraakweg 3a. Er is dan ook geen sprake van toevoeging aan de hoofdwoning. Deze voorwaarde is dan ook niet van toepassing. |
De wijziging mag niet plaatsvinden indien de realisering onvoldoende vaststaat. | De sloop van de woning is reeds voltooid en er is geen aanvraag voor een nieuwe woning. Het verwijderen van de kleine woning staat derhalve voldoende vast. |
Met dit wijzigingsplan wordt de realisatie van een extra woning mogelijk gemaakt op het perceel Kraakweg 3a. Hierbij gaat het om de gronden die gelegen zijn binnen het gebied 'overige zone - intensief rood zwermgebied'. Op het perceel bevindt zich een voormalige geitenstal van circa 450 m2 en een klein schuurtje van 40 m2. Deze beide gebouwen worden gesloopt. Naast de sloop van de gebouwen op het perceel Kraakweg 3a zal ook de kleine woning aan de Telgterweg 24a worden gesloopt en het woonrecht ter plaatse verdwijnen. Het totaal aantal sloopmeters dat hiermee wordt behaald wordt ingezet voor de realisatie van een nieuwe woning aan de Kraakweg 3a.
Het functieveranderingsbeleid maakt het mogelijk om op (voormalige) agrarische percelen bij inzet van 1.000 m2 sloopmeters aan agrarische bebouwing, een nieuwe woning te realiseren. Sinds 2012 kunnen, om te komen tot de 1.000 m2, sloopmeters van andere locaties worden gehaald. Hierbij dient vast te staan dat deze meters gesloopt zijn en planologisch gezien niet terug gebouwd kunnen worden. Ook het inleveren van een woonbestemming kan sloopmeters opleveren. Hiervoor geldt dat het aantal sloopmeters gebaseerd is op de inhoud van de woning. Waarbij uitgegaan wordt dat een inhoud van 660 m3 gelijk staat aan 1.000 m2.
Voor de realisatie van een woning is 1.000 m2 aan sloopmeters nodig. Het verzoek gaat uit van de sloop van agrarische bebouwing aan de Kraakweg 3a met een oppervlakte van in totaal 490 m2. De overige 510 m2 aan sloopmeters worden behaald uit het opheffen van de kleine woning aan de Telgterweg 24a. Op basis van het functieveranderingsbeleid kan echter alleen voor de vergunde inhoud van de kleine woning, naar rato, compensatie in sloopmeters plaatsvinden. In dit geval zal dit betekenen, uitgaande van een vergunde inhoud van 285 m3, dat er 433 m2 aan sloopmeters vrijkomen.
Omdat bij een kleine woning ook sprake is van een woonrecht, is naast de inhoud ook het woonrecht van 300 m2 als compensatie meegeteld. Het is derhalve legitiem om aan het opheffen van de kleine woning aan de Telgterweg 24a een totale compensatie van 733 m2 te koppelen (vergunde inhoud + woonrecht). Samen met de sloop van bebouwing aan de Kraakweg 3a is dit voldoende voor het toevoegen van een woning.
Het hierboven genoemde voornemen richt zich op twee locaties waar in beide gevallen ruimtelijke winst wordt behaald. Allereerst verdwijnt er ter plaatse van de Telgterweg 24a een situatie waarbij een kleine woning op het achtererf van een hoofdwoning verdwijnt. Hoewel de impact van de kleine woning op de omgeving beperkt is, omdat de woning niet direct in het zicht ligt, biedt het verwijderen van de woning hier de mogelijkheid om de naastgelegen percelen optimaal in te richten en te gebruiken.
Op de Kraakweg 3a verdwijnt een grote verouderde agrarische schuur. In de plaats hiervoor komt een nieuwe woning met bijgebouw terug die landschappelijk wordt ingepast. Dit sluit aan bij de woonomgeving van Bijsteren, en de overgang naar het landelijke gebied langs de Nijkerkerstraat. In het plan wordt voor de beoogde ontwikkeling ook een landschappelijke inpassing geborgd. De daarin opgenomen aanplantingen sluiten aan bij bestaande structuur in de nabije omgeving en ook de types zijn passend in het gebied. In bijlage 1 is de landschappelijke inpassing opgenomen. In lijn met de doelstellingen uit de gebiedsvisie Nijkerkerstraat zal langs de Kraakweg de laanbeplanting worden versterkt.
Onder andere vanuit milieuhygiënisch oogpunt vergt een woonbestemming een goede afstemming met andere, in de omgeving aanwezige (milieubelastende) functies.
Met de beoogde ontwikkeling wordt geen nieuwe woonbestemming mogelijk gemaakt. Het plangebied is in het geldende bestemmingsplan namelijk al voorzien van de bestemming Wonen. Een beoordeling van de milieuaspecten laat zien dat er geen reden is voor nader onderzoek (zie bijlage 2 voor de beoordeling).
Verkeerssituatie
De bestaande functie maakt het mogelijk om in het plangebied één woning te realiseren. In de nieuwe situatie zal de realisatie van een extra woning mogelijk worden gemaakt. Feitelijk is er dus sprake van een toename van de verkeersintensiteit. Echter is deze toename beperkt dat daarin geen belemmeringen worden verwacht.
Daarnaast zal voor de te realiseren woning een aparte ontsluiting worden aangelegd en zal het parkeren geheel op eigen terrein plaatsvinden. Op het perceel is daar voldoende ruimte voor aanwezig.
Water
Via de Digitale Watertoets is het Waterschap Valei en Veluwe geïnformeerd over dit wijzigingsplan. Voor de locatie aan de Kraakweg is bepaald dat met het voornemen primaire waterbelangen worden geraakt (zie bijlage 3 voor de resultaten van de Digitale Watertoets voor deze locatie). Dit omdat ter plaatse een leggerwatergang met beschermingzone aanwezig is. Hoewel deze beschermingszone aan de noordelijke zijde van het plangebied is gelegen, daar waar geen ontwikkeling zal plaatsvinden, zal hierover op korte termijn overleg plaatsvinden met het Waterschap. Dit overleg heeft op 6 april 2017 plaatsgevonden. Daaruit is gebleken dat indien de B-watergang niet wordt betrokken bij de ontwikkeling, het plan geen probleem vormt voor de doeleinden van het Waterschap.
Voor de locatie aan de Telgterweg is bepaald dat het voornemen geen invloed heeft op de waterhuishouding en/of de afvalwaterketen (zie bijlage 4 voor de resultaten van de Digitale Watertoets voor deze locatie). Het Waterschap heeft hiervoor een positief wateradvies gegeven (geen waterschapsbelang) en verder overleg hierover is niet nodig.
Bodem
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient er in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijziging dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat als de bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig gesaneerd wordt, dat het kan worden gebruikt voor de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen worden bij voorkeur op schone grond gerealiseerd.
Verdachte plekken met betrekking tot de kwaliteit van de bodem dienen in het kader van de Wet bodembescherming bij ruimtelijke plannen en projecten te worden gesignaleerd vanuit een goede ruimtelijke ordening.
Met dit wijzigingsplan wordt de realisatie van extra woning mogelijk gemaakt op een reeds aanwezige woonbestemming. Daarvoor zal de aanwezige (voormalige agrarische) bebouwing worden gesloopt. De te realiseren woning zal op de gronden van te slopen gebouwen worden gerealiseerd.
In 2002 is de omgeving en ook deze percelen grootschalig onderzocht. Voor deze locatie is daarin niets noemenswaardig aangetroffen. Gezien de tijd tussen het onderzoek en heden is een ontheffing voor onderzoek aangevraagd. Voor de realisatie van de woning is derhalve bodem geen belemmering.
In het kader van de sloop van de bestaande schuur zal een asbest-inventarisatie worden uitgevoerd.
Geluid
Op grond van de Wet geluidhinder geldt rond wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/uur, spoorwegen en inrichtingen die 'in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken', een geluidzone. Bij ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd om aan te tonen dat de ontwikkeling voldoet aan de voorkeursgrenswaarden die in de wet zijn vastgelegd.
Indien niet aan de voorkeursgrenswaarde kan worden voldaan, kan het bevoegd gezag - in de meeste gevallen de gemeente - hogere grenswaarden vaststellen. Hiervoor geldt een bepaald maximum, de uiterste grenswaarde genoemd. Bij de vaststelling van hogere grenswaarden moet worden afgewogen of bronmaatregelen of maatregelen in de overdrachtssfeer kunnen worden getroffen.
Met dit wijzigingsplan worden de realisatie van een extra woning beoogd. Deze woning wordt aangemerkt als een geluidsgevoelige object, waardoor aangetoond dient te worden dat deze ontwikkeling voldoet aan de voorkeursgrenswaarden.
De nieuw te bouwen woning ligt in het aandachtsgebied van de Nijkerkerstraat. De geluidbelasting is al in 2012 grafisch zichtbaar gemaakt voor het jaar 2025 (zie figuur 3.1).
Over de Nijkerkerstraat rijden in het model jaargemiddeld 9717 mvt/etmaal en is de weg is voorzien van "stil" asfalt (dunne deklagen A) en ligt buiten de bebouwde kom. De geluidbelasting is bepaald op 4,5 mmv (circa 2 bouwlagen). Op de website van de provincie Gelderland blijkt dat de verkeersintensiteiten van 2012 t/m 2015 niet significant zijn veranderd. De betekenis van de kleurvlakken zijn als volgt:
Voor de nieuwbouw van woning (aangemerkt als A in onderstaand figuur) zijn geen beperkingen vanwege de Wet geluidhinder en is nader geluidsonderzoek niet noodzakelijk.
Figuur 3.1: Grafische weergave geluidsbelasting
Luchtkwaliteit
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een ruimtelijk plan uit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens rekening gehouden met de luchtkwaliteit. Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer. Dit onderdeel van de Wet milieubeheer (Wm) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang.
Met de bestemmingsplanwijziging wordt de nieuwbouw van 1 woning mogelijk gemaakt. Door de bouw van de woningen vinden er geen significante wijzigingen in verkeersaantallen en daarmee geen significante wijziging van de luchtkwaliteit plaats. Het project draagt niet in betekende mate (NIBM) bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Aanvullend onderzoek is dan ook niet nodig.
Ecologie
De Wet natuurbescherming kan worden onderverdeeld in gebiedsbescherming (Natura 2000 gebieden en Natuurnetwerk Nederland) en soortenbescherming. Op de betreffende locatie rust geen gebiedsbescherming op grond van de of de Habitat- of vogelrichtlijn. Het Natura 2000 gebied Veluwe ligt op circa 2,3 kilometer van het plangebied.
In het kader van soortenbescherming is de Wet natuurbescherming van belang. Voor de beoogde ontwikkeling is de woning aan de Telgterweg gesloopt en zullen binnenkort de (voormalig) agrarische schuren aan de Kraakweg worden gesloopt.
Gezien de ligging en huidige inrichting van het gebied, is op voorhand niet uit te sluiten dat (mogelijke) verblijfplaatsen van beschermde soorten worden aangetast. Voor alle soorten is de zorgplicht van kracht. Bij verstoring van dieren tijdens de werkzaamheden moeten deze de gelegenheid krijgen te vluchten naar een nieuwe leefomgeving.
Archeologie
Voor het betreffende perceel geldt op basis van de Archeologische Waardenkaart van Putten een archeologische dubbelbestemming. Op het perceel aan de Telgterweg geldt de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2', maar daar vinden geen bouwactiviteiten of werkzaamheden plaats die eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen schaden. Ter plaatse van de locatie aan de Kraakweg geldt op bais van de archeologische beleidsadvieskaart een lage en middelmatige verachtingswaarde. Naar aanleiding van contact met de regio-archeoloog op 10 april 2017 is de verwachting dat er geen archeologische waardevolle sporen meer worden aangetroffen. Dit als gevolg van de reeds gerealiseerde bebouwing op het perceel en het feit dat de archeologie niet dieper dan 30 cm beneden maaiveld ligt. Het uitvoeren van een archeologisch onderzoek is derhalve niet noodzakelijk.
Externe veiligheid
Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:
Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. Het bevoegd gezag heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.
Risicobron | PR 10-6 contour | PAG | Invloedsgebied 100% letaal | Invloedsgebied 1% letaal / toxisch | Bebouwingsvrije zone / Belemmeringenstrook | Afstand tot plangebied |
Buisleiding N-570-23 | Op Leiding* | N.v.t. | 40 m | 70 m | 4 m | ± 30 m |
Spoorlijn Zwolle - Amersfoort | 1-6 m | 30 m | 4000 m | N.v.t. | ± 1050 m | |
Provinciale weg N798 | N.v.t.* | N.v.t. | 355 m | N.v.t. | ± 115 m |
* Bron: 'Inventarisatie risicobronnen gemeente Putten' dd. 20-12-2012, Tebodin
De locatie Kraakweg 3a ligt niet binnen de plaatsgebonden risicocontour van een van de drie risicobronnen. Wel ligt het plangebied binnen de invloedsgebieden van de betreffende bronnen en is derhalve het groepsrisico relevant.
Verantwoording groepsrisico
Omdat de voorgenomen ontwikkeling de toevoeging betekent van één reguliere burgerwoning kan gesteld worden dat de toename van het groepsrisico nihil is. De omgeving van de woning wordt al grotendeels gekenmerkt door burgerwoningen en in die zin is de afweging in het kader van externe veiligheid op een groter schaalniveau al eens gemaakt en acceptabel geacht.
Wat betreft de zelfredzaamheid kan gesteld worden dat sprake is van de toevoeging van een reguliere woning waarin niet specifiek wordt voorzien in de huisvesting van verminderzelfredzame personen. Daar komt bij dat het plangebied via de Kraakweg zowel richting het noorden als zuiden ontsloten kan worden (noorden uitsluitend te voet of per fiets).
Het perceel is via de Kraakweg goed te bereiken voor hulpdiensten. Daarnaast bevindt zich de dichtstbijzijnde bluswatervoorziening op een afstand van 30 meter. Op basis van het voorgaande kan gesteld worden dat de toevoeging van één woning op het perceel Kraakweg 3a in het kader van de externe veiligheid niet belemmerd wordt en de ontwikkeling verantwoord is. De verantwoording is kortgesloten met de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland op 12 april 2017.
Kabels en leidingen
In het plangebied zijn geen kabels en leidingen aanwezig die een planologische bescherming nodig hebben.
Dit wijzigingsplan voorziet in een juridisch planologische regeling waarbij op het perceel Kraakweg 3a en binnen de bestemming 'Wonen' de realisatie van een extra woning wordt mogelijk gemaakt. Het achterste gedeelte van het perceel krijgt de bestemming 'Agrarisch'. Dit sluit aan op de voorgestelde landschappelijke inpassing.
Op het perceel Telgterweg 24a zal de ter plaatse aanwezige 'specifieke bouwaanduiding - kleine woning' worden verwijderd, waardoor de bouwmogelijkheden van de kleine woning komen te vervallen. Daarbij blijft de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' van toepassing voor mogelijke toekomstige bouwontwikkelingen.
Het wijzigingsplan bestaat uit een toelichting, verbeelding en een toepassingsregel waarin wordt aangegeven dat met het wijzigingsplan alleen de verbeelding van het moederplan is aangepast. De regels uit het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied' zijn dus van overeenkomstige toepassing.
Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid.
Het wijzigingsplan doorloopt de procedure zoals vastgelegd in artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Door het voeren van de genoemde procedure, wordt een ieder in de gelegenheid gesteld voor het indienen van zienswijzen.
Er wordt geen vooroverleg gevoerd over dit plan, omdat er geen rijks-, provinciale of waterschapsbelangen in het geding zijn.
Het gaat hier niet om een wijzigingsplan dat een 'bouwplan' mogelijk maakt. De grondexploitatieregeling uit de Wet ruimtelijke ordening is dan ook niet van toepassing.
De noodzakelijke kosten van de gemeente bestaan uit de gebruikelijke kosten voor de planbegeleiding en het voeren van de procedure. Deze kosten worden gedekt uit de legesopbrengsten. Daarnaast wordt er met de initiatiefnemer een planschadeovereenkomst afgesloten.