Plan: | Nijkerkerstraat 59 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0273.WPBGNijkerkerstr59-VA01 |
Het voorliggend plan betreft een wijzigingsplan ex artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening van het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied', zoals vastgesteld door de raad op 3 juli 2014 en hervastgesteld op 12 mei 2016.
Met dit wijzigingsplan wordt medewerking verleend aan het verzoek van de initiatiefnemer om de woonbestemming te wijzigen in een bedrijfsbestemming voor de vestiging van een kantoor en opslag van materieel voor het hoveniersbedrijf, en een reclame- en fotostudio. De aanwezige woning op het perceel wordt met de bestemmingswijziging omgezet naar een bedrijfswoning.
Het perceel Nijkerkerstraat 59 is gelegen in het 'Westelijk Buitengebied' ten westen van de kern Putten in de gemeente Putten. Het perceel betreft een voormalig agrarisch bedrijf en is met de herziening van het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied' omgezet naar een Woonbestemming. Op het perceel Nijkerkerstraat 59 is een woning en enkele voormalige agrarische bedrijfsgebouwen aanwezig. Direct grenzend aan het perceel is een kleine woning gelegen (Nijkerkerstraat 57). Deze kleine woning vormt samen met de woning één bestemmingsvlak binnen het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied'. De kleine woning maakt geen onderdeel uit van de plannen op het perceel Nijkerkerstraat 59.
De voormalige agrarische bedrijfsgebouwen op het perceel zijn een storend element in het landschap. De initiatiefnemer wil een deel van de aanwezige gebouwen slopen en hiervoor nieuwbouw plegen voor de ondernemingen die de initiatiefnemers hebben. De huidige situatie is weergegeven in figuur 1.
Figuur 1: Huidige situatie Nijkerkerstraat 59
Het perceel Nijkerkerstraat 59 ligt in het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied'. In dit bestemmingsplan vormt het perceel samen met het perceel Nijkerkerstraat 57 één bestemmingsvlak 'Wonen'. Op het perceel Nijkerkerstraat 57 is een kleine woning aanwezig. Deze woning is specifiek aangeduid als 'specifieke bouwaanduiding - kleine woning'.
Het perceel Nijkerkerstraat 59 is voorzien van de bestemming 'Wonen'. Binnen deze bestemming is één woning toegestaan met bijgebouwen. Op het perceel zijn enkele voormalige agrarische bedrijfsgebouwen aanwezig met een oppervlakte van circa 700 m².
De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4 is tevens van toepassing op het perceel.
Figuur 2 geeft een uitsnede weer van het geldende bestemmingsplan.
Figuur 2: Uitsnede geldende bestemmingsplan Westelijk Buitengebied (www.ruimtelijkeplannen.nl)
Volgens het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied' mag het perceel in de huidige situatie alleen worden gebruikt voor 'Wonen' in combinatie van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf. De activiteiten die de initiatiefnemer wil uitoefenen passen niet binnen de woonbestemming en/of binnen de aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven regeling.
In het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied' is in artikel 34.10 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het College om de bestemming 'Wonen' om te schakelen naar een niet-agrarisch bedrijf. In deze wijzigingsbevoegdheid zijn enkele voorwaarden opgenomen. In hoofdstuk 2 wordt aangegeven hoe aan deze voorwaarden wordt voldaan.
Voor een aanvullende uiteenzetting van zowel rijks, provinciaal als gemeentelijk beleid ten aanzien van de functieverandering van het woon perceel wordt kortheidshalve verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied'.
De wijzigingsbevoegdheid om de bestemming 'Wonen' om te schakelen naar de bestemming 'Bedrijf' ten behoeve van een niet-agrarisch bedrijf is opgenomen in artikel 34.10 van de regels van het geldende bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied'. Hieronder zijn de voorwaarden opgesomd en wordt aangegeven hoe aan de voorwaarde wordt voldaan.
Het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - arkemheen, veluwerandmeren en veluwe'; | De locatie aan de Nijkerkerstraat 59 is niet gelegen binnen het gebied ter plaatse van de aanduiding 'overige zone -arkemheen, veluwerandmeren en veluwe'. Deze voorwaarde is niet van toepassing op dit plangebied. | |
De nieuwe vorm van bedrijvigheid dient duidelijk minder schadelijk te zijn voor natuur en milieu dan de huidige agrarische bedrijvigheid; | Het betreft een functiewijziging van Wonen naar bedrijvigheid. Op het perceel worden geen agrarische activiteiten uitgevoerd. Deze voorwaarde is niet van toepassing op het plangebied. | |
Het nieuw te vestigen bedrijf staat vermeld onder ‘verblijfs- en dagrecreatieve bedrijven’, ‘landelijke bedrijven’ dan wel onder ‘niet-agrarische bedrijven’ in 'Bijlage 5 Lijst nieuwvestiging landelijke, verblijfs- en dagrecreatieve en niet-agrarische bedrijven' dan wel betreft een voor wat de aard, omvang en hinder betreft vergelijkbaar bedrijf; | Het nieuw te vestigen bedrijf is een hoveniersbedrijf met opslag van materieel en een reclame- en fotostudio. Het hoveniersbedrijf is opgenomen in bijlage 5, ook opslag komt in de lijst voor. Een reclame- en fotostudio komt niet voor in bijlage 5. Een dergelijk bedrijf valt onder de VNG-milieucategorie 1 en is qua aard, omvang en hinder vergelijkbaar is met de toegestane bedrijfsactiviteiten in het geldende bestemmingsplan. | |
de omvang en aard van de nieuwe functie en de bebouwing dient te passen binnen de voorgestane ontwikkeling van het gebied waar de bebouwing voorkomt; | Het bestaande woonperceel wordt omgezet naar een bedrijfsperceel. De omvang in de huidige- en nieuwe situatie blijft gelijk. Er wordt aangesloten bij de grenzen van het woonperceel. De bebouwing op het perceel blijft voor een groot deel behouden. Een aantal schuren worden afgebroken en deels vervangen door nieuwbouw. De nieuwe schuren zijn qua omvang kleiner en worden ingepast in de omgeving. | |
aangetoond wordt dat er geen sprake zal zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking en dat het parkeren op eigen (bestemde) terrein zal plaatsvinden; | De verkeersaantrekkende werking zal minimaal zijn. Het parkeren zal volledig op eigen terrein plaatsvinden. Dit onderdeel wordt verder toegelicht in paragraaf 3.4 'Verkeer en parkeren'. | |
bedrijfsactiviteiten vinden, voor zover deze geen betrekking hebben op de productiegronden, zoveel mogelijk binnen de gebouwen plaats; | De bedrijfsactiviteiten (hoveniersbedrijf met kantoor en reclame- en fotostudio) zullen plaatsvinden in de huidige en nieuw te realiseren schuren. De activiteiten van het hoveniersbedrijf worden elders op locatie uitgevoerd. | |
het nieuwe gebruik dient noch op korte, noch op lange termijn te leiden tot een aanmerkelijke behoefte aan uitbreiding van het bebouwde oppervlak; | De voorgenomen bedrijfsactiviteiten zijn kleinschalig van karakter. Uitbreiding van het reclame- en fotostudio wordt niet voorzien. In de nabije toekomst zal het hoveniersbedrijf beperkt worden uitgebreid. | |
buitenopslag is toegestaan, mits: - de noodzaak van buitenopslag voor de bedrijfsvoering is aangetoond, waarbij de omvang van de buitenopslag eveneens wordt bepaald door wat voor de bedrijfsvoering nodig is; - de buitenopslag landschappelijk wordt ingepast; - sprake is van vermindering van bebouwing door sloop, met dien verstande dat per 1 m2 buitenopslag, 1 m2 gesloopt dient te worden; - buitenopslag uitsluitend plaatsvindt binnen het bestemmingsvlak; - de omvang van de buitenopslag bepaald wordt door wat voor de bedrijfsvoering noodzakelijk is; - voldaan wordt aan de maximale hoogte van 6 m; |
Buitenopslag van producten worden niet voorzien binnen de voorgenomen ontwikkeling en is voor zowel voor het hoveniersbedrijf als voor de reclame- en fotostudio niet nodig. | |
detailhandel is niet toegestaan, tenzij het betreft de verkoop van op het bedrijf geproduceerde producten en gewassen; | Er gaan geen detailhandelsactiviteiten gepaard met de beoogde bedrijfsvoering, anders dan de verkoop van op het bedrijf geproduceerde producten. | |
eventuele behorende gronden die geen erffunctie hebben, beschikbaar blijven of komen voor de grondgebonden functies landbouw, natuur of recreatie, overeenkomstig de functie van het betrokken gebied; | Met dit wijzigingsplan wordt alleen de bestemming Wonen omgezet naar de bestemming Bedrijf. De grenzen van de bestemming Wonen worden aangehouden voor de nieuwe functie. | |
de bebouwing wordt hergebruikt; | Een deel van de aanwezige bebouwing wordt hergebruikt. De woning en een bijgebouw blijven behouden. De overige bijgebouwen worden afgebroken. Deze worden vervangen door nieuwbouw. De omvang van de bijgebouwen wordt kleiner dan in de huidige situatie aanwezig is. | |
hergebruik of nieuwbouw is uitsluitend toegestaan tot: 1: maximaal 1.000 m² voor zover het betreft gronden: - welke zijn gelegen ter plaatse van de aanduidingen 'overige zone - intensief rood zwermgebied' en 'overige zone - extensief rood zwermgebied'; - welke niet zijn gelegen ter plaatse van de aanduidingen 'overige zone - ehs natuur', 'overige zone - ehs verweving en verbindingszone' en 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied'; 2: maximaal 750 m² voor zover het betreft gronden: - welke niet zijn gelegen ter plaatse van de aanduidingen 'overige zone - intensief rood zwermgebied' en 'overige zone - extensief rood zwermgebied'; - welke zijn gelegen ter plaatse van de aanduidingen 'overige zone - ehs natuur', 'overige zone - ehs verweving en verbindingszone' en 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied'; |
De bestaande woning op het perceel wordt bewoond door de initiatiefnemer. Dit zal in de nieuwe situatie niet veranderen. Een deel van de bestaande bijgebouwen wordt gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Op het perceel is circa 707 m² aan bijgebouwen aanwezig. De nieuw te bouwen bijgebouwen hebben een totale oppervlakte van 240 m² (één bijgebouw van 200 m² en één bijgebouw van 40 m²).Er blijft één bijgebouw op het perceel behouden. Dit bijgebouw heeft een oppervlakte van 142 m². De gezamenlijke oppervlakte van de bestaande en nieuw te bouwen bedraagt 382 m². De regeling voor functieverandering naar een gebiedspassend bedrijf ziet er als volgt uit: - Bedrijfsrecht = 100 m² compensatie sloopmeters; - Tot 500 m², per m² vloeroppervlakte bedrijfsbebouwing = 2 m² compensatie sloopmeters; - 501-1.000 m², per m² vloeroppervlakte bedrijfsbebouwing = 3 m² compensatie sloopmeters. Voor de omzetting naar een bedrijfsbestemming betekent dit 100 m² voor het bedrijfsrecht. Van de gewenste 382 m² aan bijgebouwen is 80 m² bij recht ten behoeve van de bedrijfswoning. Dit betekent dat er 302 * 2 = 604 m² voor de vloeroppervlakte bedrijfsbebouwing gecompenseerd dient te worden. In totaal is 704 m² (604 + 100 m²) aan inzetbare sloopmeters nodig om de gewenste ontwikkeling te realiseren. Dit betekend dat (707 - 704 =) 3 m2 aan inzetbare en verplaatsbare sloopmeters over blijven die in de sloopregistratiebank worden geregistreerd. |
en mits de bebouwing op een landschappelijk verantwoorde wijze in de omgeving wordt ingepast, een en ander overeenkomstig de onderstaande tabel en onder de volgende voorwaarden: | ||
hergebruik of nieuwbouw | te slopen bij hergebruik | te slopen bij nieuwbouw |
tot 500 m2 | zelfde oppervlak | tweemaal zoveel |
501-750 m2 | tweemaal zoveel | driemaal zoveel |
751-1.000 m2 | driemaal zoveel | viermaal zoveel |
1: de volgens de tabel te slopen oppervlakte aan bebouwing boven de 500 m² kan ter plaatse van de aanduidingen 'overige zone - landgoed' en 'overige zone - extensief rood zwermgebied' worden gecompenseerd door het aanbrengen van nieuwe natuur en landschapselementen, waarbij voor elke 100 m² die niet wordt gesloopt 0,5 ha nieuwe natuur wordt ingericht met 1.000 m² landschapselementen. De gronden moeten worden ingericht met het oog op een duurzaam beheer volgens een door de gemeente goedgekeurd beplantings- en beheersplan, dat op basis van het landschapsbeleidsplan is opgesteld; 2: bij de in de tabel aangegeven berekening van de bebouwde oppervlakte wordt de oppervlakte van een eventueel aanwezige bedrijfswoning (inclusief maximaal 80 m² aan bij die bedrijfswoning behorende bijgebouwen) buiten beschouwing gelaten; 3: de hierboven aangegeven sloopverplichting is niet van toepassing op bebouwing met karakteristieke en/of cultuurhistorische waarden, deze bebouwing wordt echter wel meegeteld bij de berekening; 4: de aanwezige bebouwing welke uitstijgt boven de toegestane oppervlakte dient te worden gesloopt; 5: de waarden van omringende functies, welke het plan beoogt te beschermen, mogen niet onevenredig worden geschaad; 6: de belangen van rechthebbenden en andere belanghebbenden mogen niet onevenredig geschaad. |
1: Deze voorwaarde is niet van toepassing op het plangebied; 2: Bij een bedrijfswoning is bij recht, 80 m² aan bijgebouwen toegestaan. Deze oppervlakte is niet meegenomen in de berekening voor sloopcompensatie (Zie berekening hierboven); 3: Op het perceel is geen bebouwing met karakteristieke en/of cultuurhistorische waarden aanwezig; 4: Van de 707 m² aanwezige bijgebouwen wordt circa 50% gesloopt; 5: De voorgestelde ontwikkeling (hoveniersbedrijf met kantoor en opslag en een reclame- en fotostudio) zijn naar aard en schaal passend in de omgeving. Dit onderdeel wordt verder toegelicht in paragraaf 3.3 'Milieusituatie'; 6: De voorgestelde ontwikkeling (hoveniersbedrijf met kantoor en opslag en een reclame- en fotostudio) zijn naar aard en schaal passend in de omgeving. Dit onderdeel wordt verder toegelicht in paragraaf 3.3 'Milieusituatie'. |
Met dit wijzigingsplan wordt de woonbestemming van het perceel Nijkerkerstraat 59 omgezet naar een bedrijfsbestemming. Een deel van de aanwezige bijgebouwen is verouderd en wordt gedeeltelijk vervangen door nieuwbouw. De bestaande woning wordt in de nieuwe situatie omgezet tot bedrijfswoning. Op het perceel is circa 707 m² aan bijgebouwen aanwezig. Hiervan blijft 142 m² behouden en wordt 240 m² aan bijgebouwen teruggebouwd. De totale oppervlakte aan bijgebouwen bij de bedrijfswoning komt uit op 382 m².
Door de wijziging naar bedrijfsdoeleinden worden de gronden voorzien van de bestemming 'Bedrijf'. De aanwezige woning wordt aangemerkt als bedrijfswoning. Voor het perceel geldt dat de bestemming 'Bedrijf' met bijbehorende regels uit het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied' van toepassing zijn.
Binnen de gemeente Putten geldt het 'functieveranderingsbeleid'. Dit beleid biedt een sloop compensatieregeling om overtollige vierkante meters bebouwing in het buitengebied op te ruimen. Binnen de bestemming 'Bedrijf' is bij een bedrijfswoning maximaal 80 m² aan bijgebouwen toegestaan. De initiatiefnemer wil en deel van de inzetbare sloopmeters gebruiken om enkele bijgebouwen op het perceel te behouden en te vernieuwen. De bijgebouwen worden gebruikt voor de onderneming van de initiatiefnemer. Het betreft een hoveniersbedrijf met kantoor en opslag en een reclame- en fotostudio.
Op het perceel is 707 m² aan sloopmeters aanwezig. Het is de bedoeling dat in de nieuwe situatie een bijgebouw van 142 m² behouden blijft en twee nieuwe bijgebouwen worden gerealiseerd van 40 m² en 200 m² oppervlakte.
De regeling voor functieverandering naar een gebiedspassend bedrijf ziet er als volgt uit:
Gebiedspassend bedrijf | Compensatie sloopmeters |
Bedrijfsrecht | 100 m² |
Tot 500 m², per m² vloeroppervlakte bedrijfsbebouwing | 2 m² sloopmeters |
501-1.000 m², per m² vloeroppervlakte bedrijfsbebouwing | 3 m² sloopmeters |
Dit betekent in dit geval 100 m² voor het bedrijfsrecht. Van de gewenste 382 m² aan bijgebouwen is 80 m² bij recht ten behoeve van de bedrijfswoning. Dit betekent dat er 302 * 2 = 604 m² voor de vloeroppervlakte bedrijfsbebouwing gecompenseerd te worden. In totaal is er 704 m² aan inzetbare sloopmeters nodig om de gewenste situatie te realiseren.
Er is een overschot van 3 m² inzetbare sloopmeters die door derden ingezet kunnen worden binnen het functieveranderingsbeleid.
Binnen de vigerende woonbestemming valt ook een kleine woning. Deze woning valt buiten de planvorming van dit wijzigingsplan, maar wordt planologisch wel meegenomen binnen het wijzigingsplan. Het perceel Nijkerkerstraat 59 en het perceel Nijkerkerstraat 57 vormen samen één woonperceel. Het perceel Nijkerkerstraat 57 blijft ongewijzigd en blijft voorzien van de bestemming 'Wonen' met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kleine woning'.
De voorgestelde ontwikkeling is in figuur 3 weergegeven.
Figuur 3: Voorgenomen situatie Nijkerkerstraat 59
Zoals uit de afbeelding is op te merken blijft de bestaande woning behouden en worden de bestaande bijgebouwen grotendeels afgebroken. Daarbij blijft één bijgebouw van 142 m2 staan. Er worden twee nieuwe bijgebouwen gerealiseerd. Deze hebben een oppervlakte van 200 m2 en 40 m2 (zie figuren 4 en 5). Deze bijgebouwen worden gebruikt voor het hoveniersbedrijf en de reclame- en fotostudio. In figuur 4 en 5 worden hiervan impressies weergegeven.
Figuur 4: Aanzichten te realiseren bijgebouw met 200 m2 oppervlakte
Figuur 5: Aanzichten te realiseren bijgebouw met 40 m2 oppervlakte.
De ruimtelijke gevolgen voor het wijzigen van de bestemming 'Wonen' naar 'Bedrijf' zijn beperkt. Het wijzigingsplan ziet toe op de herontwikkeling van het perceel waarbij het totale bebouwde oppervlakte afneemt. De omvang van het perceel blijft ongewijzigd.
Voor het perceel Nijkerkerstraat 59 is een inrichtingsplan opgesteld (zie hiervoor figuur 6). Met dit inrichtingsplan wordt ruimtelijke winst geboekt en wordt het aanzicht van het perceel verbeterd.
In het plangebied worden de bestaande bijgebouwen gedeeltelijk gesloopt. Eén bijgebouw blijft behouden en de overige bijgebouwen worden gedeeltelijk vervangen door nieuwe bijgebouwen.
Het erf ligt nu vrij open in het landschap. Tussen het perceel Nijkerkerstraat 59 en 61 wordt een houtwal van circa 3 meter aangelegd. In deze houtwal worden soorten als elzen, eiken, hulst en populieren toegepast. De houtwal zorgt voor een natuurlijke afscherming tussen de woning en het naastgelegen zuivelbedrijf. Het overgrote deel van het perceel blijft open en wordt ingezaaid met gras. Aan de voorzijde van de woning wordt een walnoot geplant. Achter het bestaande bijgebouw is een bestaande boomgaard aanwezig. De fruitbomen worden vervangen door nieuwe soorten.
Op het achter gelegen perceel wordt een nieuwe sloot aangelegd en aan weerszijden voorzien van knotwilgen. Op deze sloot wordt het hemelwater van de bijgebouwen geloosd. Het overige deel van het perceel wordt ingericht als weide. Tussen het privé perceel en de weide wordt een afrastering geplaatst in de vorm van kastanje palen met schapengaas.
Figuur 6: Inrichtingsplan Nijkerkerstraat 59
In het kader van goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en gevoelige functies (onder andere woningen) noodzakelijk. Met dit wijzigingsplan wordt de bestemming 'Wonen' omgezet naar de bestemming 'Bedrijf' ten behoeve van een hoveniersbedrijf en een reclame- en fotostudio.
In de VNG uitgave 'bedrijven en milieuzonering' (2009) worden richtafstanden aangegeven tussen woningen en bedrijven waarmee een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd in de woning, uitgaande van een rustige (woon) omgeving. In het geval er sprake is van gemengd gebied mag een afstandstrap lager worden gehanteerd.
Hoewel de werkzaamheden voor het hoveniersbedrijf voornamelijk op locatie worden uitgevoerd, wordt er op het perceel een kantoorruimte voor het hoveniersbedrijf gerealiseerd. Tevens wordt er een reclame- en fotostudio op het perceel gevestigd.
Een kantoor en een reclame- en fotostudio zijn geurgevoelige objecten en dienen te worden beschermd tegen omliggende bedrijven. Aan de andere kant mogen toekomstige gevoelige objecten omliggende bedrijven niet hinderen bij een mogelijke uitbreiding.
In de omgeving van Nijkerkerstraat 59 zijn enkele woningen, agrarische bedrijven en bedrijven gelegen.
Bedrijven
In de nabije omgeving van het plangebied bevinden zich enkele bedrijven, een agrarisch bedrijf aan de Nijkerkerstraat 53 en een zuivelbedrijf aan de Nijkerkerstraat 61. Daarnaast zit op Nijkerkerstraat 63 nog een bouwbedrijf. Hieronder is per bedrijf aangegeven wat de richtafstanden zijn conform de VNG uitgave. Hierbij is uitgegaan van gemengd gebied, dus een afstandstap lager dan genoemd in de VNG uitgave.
Bedrijf | Geur | Stof | Geluid | Gevaar |
Nijkerkerstraat 61 | 30 | 30 | 200 | 30 |
Nijkerkerstraat 63 | 30 | 10 | 10 | 0 |
Nijkerkerstraat 53 | 100 | 10 | 30 | 0 |
Nijkerkerstraat 53
Op dit perceel is een agrarisch bedrijf gevestigd. Het plangebied is buiten de 100 meter contour van het bedrijf gelegen. Het agrarische bedrijf houdt kippen. Hiervoor geldt geen vaste afstand, maar moet met een geurberekening worden aangetoond dat aan de norm kan worden voldaan. In de huidige situatie is de geuruitstoot op de woning Nijkerkerstraat 59 1,9 OU/m3 terwijl de geldende norm 14 OU/m3 is. Op een nieuw geurgevoelig object nabij nummer 59 zal dus ook ruimschoots aan deze norm voldaan worden. Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat het realiseren van een kantoor en reclame- en fotostudio, het agrarisch bedrijf aan de Nijkerkerstraat 53 niet belemmerd in zijn bedrijfsvoering. Andersom is, aangezien er aan de richtafstanden wordt voldaan en op basis van de geuremissie afkomstig van het bedrijf Nijkerkerstraat 53, sprake van een goed woon-en leefklimaat bij het kantoor en de reclame- en fotostudio.
Nijkerkerstraat 61
Op dit perceel is een zuivelbedrijf gevestigd. Het plangebied is binnen de 50 meter contour van het zuivelbedrijf gelegen. Ook de huidige woning (nummer 59) is hierbinnen gelegen. Geconcludeerd wordt dat de woning al beperkend is voor eventuele effecten van uitbreiding en dat de nieuw te realiseren functies daarmee geen beperkende effecten voor de bedrijfsvoering van Nijkerkerstraat 61 hebben.
Een kantoor en een reclame- en fotostudio zijn gevoelige objecten met betrekking tot geur, stof en gevaar. Voor geluid is er op grond van de Wet geluidhinder geen sprake van een gevoelig object. Indien de nieuwe objecten dichter bij het bedrijf komen te liggen dan de al aanwezige woning, wordt het bedrijf meer beperkt dan dat nu al het geval is. Op basis van de VNG uitgave is, uitgaande van gemengd gebied, sprake van een richtafstand van 30 meter voor de aspecten geur, stof en gevaar. Het kantoor en de reclame- en fotostudio worden op minimaal 30 meter van de inrichtingsgrens van het bedrijf gerealiseerd.
Voor het aspect stof dient ook te worden gekeken naar de vervoersbewegingen. De oprit ligt redelijk dicht tegen het perceel Nijkerkerstraat 59 aan. Om een goed woon- en leefklimaat te kunnen garanderen, dienen de reclame- en fotostudio en het kantoor op minimaal 30 meter van de oprit te worden gerealiseerd. Deze afstanden worden gewaarborgd middels het inrichtingsplan.
Nijkerkerstraat 63
Voor dit bedrijf wordt ruim aan de richtafstanden voldaan. Het bedrijf wordt niet belemmerd door de nieuw te realiseren objecten en er is sprake van een goed woon- en leefklimaat in het kantoor en de reclame- en fotostudio.
Omliggende woningen
Er is één woning dicht bij het plangebied gelegen, namelijk de woning Nijkerkerstraat 57.
Met de voorgenomen ontwikkeling moet er nog steeds sprake zijn van een goed woon- en leefklimaat bij deze woning. Aangegeven wordt dat het bedrijfsgebouw ten behoeve van het hoveniersbedrijf vooral wordt gebruikt als opslaglocatie. Zowel voor een hoveniersbedrijf, als voor opslaggebouwen geldt, op basis van gemengd gebied, een maximale richtafstand van 10 meter. Zolang de nieuwe activiteiten op minimaal 10 meter van het bouwblok van de woning Nijkerkerstraat 57 zijn gelegen, is er sprake van een goed woon- en leefklimaat. Deze afstanden worden gewaarborgd middels het inrichtingsplan.
Verkeer en parkeren
De bestaande woning wordt ontsloten op de Nijkerkerstraat. Deze situatie zal in de toekomst niet wijzigingen. Het aantal verkeersbewegingen zal in beperkte mate toenemen. Het hoveniersbedrijf heeft 3 personeelsleden in dienst die van en het naar het perceel rijden om vanuit het bedrijf naar de klanten op locatie te gaan. Voor de reclame- en fotostudio zal het aantal verkeersbewegingen gering toenemen. Een beperkt aantal klanten komt naar de locatie, hooguit enkele per dag.
De ontsluiting vindt plaats op de Nijkerkerstraat en biedt voldoende mogelijkheden om het verkeer af te wikkelen.
Het parkeren van het personeel van het hoveniersbedrijf vindt plaats op het eigen terrein. Hiervoor worden voldoende parkeerplaatsen aangelegd. Ook voor klanten van de reclame- en fotostudio worden enkele parkeerplaatsen aangelegd.
De toename van het aantal verkeersbewegingen voor dit project is beperkt. Er hoeven geen maatregelen te worden genomen om de Nijkerkerstraat aan te passen om het geringe extra aantal verkeersbewegingen op te vangen. Het parkeren wordt geheel op eigen terrein gerealiseerd.
Onderzoek naar het aspect verkeer en parkeren is niet noodzakelijk.
Water
Via de Digitale Watertoets is het Waterschap Vallei en Veluwe geïnformeerd over dit wijzigingsplan. Daaruit is gebleken dat grenzend aan het plangebied een of meerdere belangrijke oppervlaktewateren (zogenaamde primaire of A- watergangen), zijn gelegen die zijn aangewezen voor regionale waterberging. Dit betekent dat met dit plan mogelijk primaire waterbelangen worden geraakt en dient de normale procedure te worden doorlopen. Hierover zal overleg worden gevoerd met het waterschap waarvan de resultaten worden opgenomen in de toelichting van dit plan. De resultaten van de Digitale Watertoets zijn opgenomen in bijlage 1.
Bodem
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient er in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijziging dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat als de bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig gesaneerd wordt, dat het kan worden gebruikt voor de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen worden bij voorkeur op schone grond gerealiseerd.
Verdachte plekken met betrekking tot de kwaliteit van de bodem dienen in het kader van de Wet bodembescherming bij ruimtelijke plannen en projecten te worden gesignaleerd vanuit een goede ruimtelijke ordening. Voor het plangebied is geen sprake van een verdachte locatie.
Met dit wijzigingsplan wordt de woonbestemming omgezet naar een bedrijfsbestemming. Er worden geen functies toegevoegd waarbij onderzoek naar de bodemgesteldheid noodzakelijk is. Onderzoek naar dit aspect is in het kader van dit wijzigingsplan dan ook niet nodig.
Geluid
Wettelijk kader
Conform de Wet geluidhinder (Wgh) dient bij nieuwbouw van een geluidgevoelige bestemming binnen de geluidzone van een weg/spoor de geluidbelasting op de gevels van de woningen te worden getoetst aan de wettelijke eisen.
Voor wegverkeer is de voorkeursgrenswaarde 48 dB met een maximale hogere waarde (buiten de bebouwde kom) van 53 dB. Voor railverkeer is de voorkeursgrenswaarde 55 dB en de maximale hogere waarde is 68 dB.
Gemeente Putten heeft daarnaast eigen geluidbeleid opgesteld waarin de uitgangspunten en eisen voor het verlenen van hogere waarden zijn opgenomen. Bij een hogere geluidbelasting dan 48 dB en 55 dB vanwege respectievelijk de weg en het spoor dienen maatregelen als geluidluwe gevels/buitenruimten/verblijfsruimten te worden getroffen.
Met dit wijzigingsplan wordt de woonbestemming omgezet naar een bedrijfsbestemming. Er worden geen functies toegevoegd waarbij onderzoek naar geluidhinder noodzakelijk is. Onderzoek naar dit aspect in dan ook niet nodig.
Luchtkwaliteit
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een ruimtelijk plan uit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens rekening gehouden met de luchtkwaliteit. Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer. Dit onderdeel van de Wet milieubeheer (Wm) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijnstof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijnstof (jaar- en daggemiddelde) van belang.
Met dit wijzigingsplan wordt de woonbestemming omgezet naar een bedrijfsbestemming. Het aantal verkeersbewegingen zal hierdoor beperkt toenemen. Echter is deze toename dermate beperkt dat in de hiermee geen significante effecten worden verwacht en nader onderzoek naar luchtkwaliteit niet nodig wordt geacht. Er zijn op dit punt geen belemmeringen voor dit wijzigingsplan.
Ecologie
De Wet natuurbescherming kan worden onderverdeeld in gebiedsbescherming (Natura 2000 gebieden). Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening gehouden worden met de natuurwaarden van de omgeving en met beschermde plant- en diersoorten. Deze zijn geregeld in de Wet Natuurbescherming (Wnb). Met de Wnb zijn alle bepalingen met betrekking tot de bescherming van natuurgebieden en dier- en plantensoorten samengebracht in één wet. De Wnb implementeert diverse Europeesrechtelijke regelgeving, zoals de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in de Nederlandse wetgeving.
Gebiedsbescherming
De Wnb kent diverse soorten natuurgebieden, te weten:
Natura-2000 gebieden;
Natuurnetwerk Nederland (NNN).
Natura-2000 gebieden
De Minister van Economische Zaken (EZ) wijst gebieden aan die deel uitmaken van het Europese netwerk van natuurgebieden: Natura 2000. Een dergelijk besluit bevat de instandhoudingsdoelstellingen voor de leefgebieden van vogelsoorten (Vogelrichtlijn) en de instandhoudingsdoelstellingen voor de natuurlijke habitat en habitat van soorten (Habitatrichtlijn). De bescherming van deze gebieden heeft externe werking, zodat ook ingrepen die buiten deze gebieden plaatsvinden verstoring kunnen veroorzaken en moeten worden getoetst op het effect van de ingreep op soorten en habitat.
Natuurnetwerk Nederland (NNN)
Gebieden die deel uitmaken van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) worden aangewezen in de provinciale verordening. Voor dit soort gebieden geldt het 'nee, tenzij' principe, wat inhoudt dat binnen deze gebieden in beginsel geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogen plaatsvinden.
Soortenbescherming
De soortenbescherming vindt primair plaats via de nieuwe Wet Natuurbescherming. Op grond van deze wet mogen geen beschermde planten en dieren (en hun verblijfsplaatsen), die in de wet zijn aangewezen, worden verstoord. Voor soorten die vermeld staan op bijlage IV, zoals vleermuizen, van de Habitatrichtlijn en een aantal Rode-Lijst soorten is een zware bescherming opgenomen. De verblijfplaatsen van beschermde soorten mogen niet negatief worden beïnvloed door sloopactiviteiten.
Onderzoek
Op basis van de geplande werkzaamheden, het slopen van bijgebouwen, het verwijderen van vegetatie en opslag, het bouwrijp maken van het terrein, het realiseren van nieuwe bijgebouwen en het aanleggen van landschapselementen en siertuin is niet op voorhand uit te sluiten dat dat (mogelijke) verblijfplaatsen van beschermde soorten worden aangetast. Om die reden is in het kader van dit bestemmingsplan een quickscan Flora en fauna uitgevoerd (zie bijlage 2). Hiermee is aangetoond dat er geen (mogelijke) verblijfplaatsen van beschermde soorten worden aangetast.
Conclusie
Op basis van het onderzoek is aangetoond dat er geen (mogelijke) verblijfplaatsen van beschermde soorten worden aangetast. Er dient rekening gehouden te worden met het broedseizoen van broedvogels. De werkzaamheden moeten buiten het broedseizoen plaatsvinden.
Archeologie
Voor het betreffende perceel geldt op basis van de Archeologisch Waardenkaart van Putten de archeologische dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4'. Hiervoor geldt een vrijstelling van archeologisch onderzoek bij een oppervlakte tot 5.000 m² en voor ingrepen dieper dan 40 cm bij bouwwerken.
Op het perceel wordt een deel van de bestaande bijgebouwen gesloopt. Er worden twee nieuwe bijgebouwen gerealiseerd. De totale oppervlakte aan nieuw te realiseren bijgebouwen komt niet boven de drempelwaarde waarvoor archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Ook worden de nieuwe bijgebouwen gerealiseerd op de plaats waar in de huidige situatie al bijgebouwen staan. Hierdoor is de grond al geroerd en is de kans op een gaaf en ongeschonden bodemarchief vrijwel nihil. Nader onderzoek naar Archeologie is niet nodig. Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor het plan.
Cultuurhistorie
Sinds 1 januari 2012 is er de zorgplicht voor cultuurhistorie formeel vastgelegd. Alle cultuurhistorische waarden dienen in ruimtelijke plannen meegewogen te worden. Deze maatregel is een gevolg van het project Modernisering van de Monumentenzorg (MoMo). Cultuurhistorische waarden kunnen bijdragen aan het landschap van de toekomst. Ze kunnen een bron van inspiratie zijn bij de inrichting van de ruimte en tegelijk iets van het verleden zichtbaar houden. Zo verhoogt cultuurhistorie de kwaliteit van de leefomgeving.
Volgens de cultuurhistorische waardenkaart van de gemeente Putten valt dit gebied onder 'Jonge vochtige landbouwontginningen'. Dit gebied kenmerkt zich door rechtlijnige ontginningsstructuur. In het gebied komen zowel akkers als graslanden voor. De van oudsher aanwezige elzensingels zijn verdwenen, maar markeren op deze singels nog de perceelsgrenzen of staan er solitaire bomen of bomenrijen als restant van de vroegere singels. Het landschap is over het algemeen grootschalig, door de lange doorgaande wegen, de relatief grote rechthoekige percelen en verre doorzichten. Veel doorzichten zijn niet meer mogelijk doordat vrijwel alle jonge ontginningen tamelijk intensief bebouwd zijn geraakt.
Het plangebied ligt aan een van de rechte doorgaande wegen, de Nijkerkerstraat. Langs deze weg staat relatief veel bebouwing, maar doorzichten zijn nog aanwezig. Op het perceel wordt ruim 50% aan gebouwen gesloopt. De bijgebouwen die ervoor terug worden gebouw worden meer geclusterd gesitueerd waardoor er zicht op achterliggende landerijen ontstaat. Aan de westzijde van het perceel wordt de historische groenstructuur doorgezet. Deze singel wordt voorzien van onder andere elzen.
De bebouwing op het perceel kent geen cultuurhistorische waarden. Een deel van de bijgebouwen wordt gesloopt en vervangen door nieuwbouw. De woning blijft behouden en wordt bewoond door de initiatiefnemers.
Waar mogelijk worden de cultuurhistorische waarden versterkt. Het aspect cultuurhistorie vorm geen belemmering voor het initiatief.
Externe veiligheid
Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:
Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. Het bevoegd gezag heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.
Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi)
Voor bepaalde risicovolle bedrijven geldt het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Hierin zijn de risiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen wettelijk vastgelegd.
Transport van gevaarlijke stoffen (water, spoor, weg)
Voor de beoordeling van de risico’s vanwege transport van gevaarlijke stoffen geldt het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt), met als uitvloeisel het zogeheten Basisnet en de bijbehorende regeling Basisnet.
Transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen
Voor de beoordeling van de risico’s van transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen geldt het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Naast de toetsing aan het plaatsgebonden risico en het groepsrisico is hierin vastgelegd dat aan weerszijden van een buisleiding een bebouwingsvrije afstand moet worden aangehouden voor beheer en onderhoud aan de buisleidingen.
Beleidsvisie externe veiligheid
In juli 2014 is de Beleidsvisie externe veiligheid vastgesteld. Uitgangspunt van deze beleidsvisie is de toepassing van verschillende restrictieniveaus voor het al dan niet toestaan van risicovolle bedrijven op bedrijventerreinen. Elk bedrijventerrein is gekoppeld aan een restrictieniveau. Nieuwe risicobedrijven die onder het Bevi vallen worden dus niet per definitie uitgesloten, maar dit is wel als restrictieniveau opgenomen. Het oprichten van nieuwe risicovolle bedrijven buiten bedrijventerreinen wordt tevens niet per definitie uitgesloten, al moet wel rekening worden gehouden met een optimale ruimtelijke ordening en veiligheid.
Risicobronnen
In of in de nabijheid van het plangebied zijn drie relevante risicobronnen aanwezig. Het gaat hier om de Spoorlijn Zwolle - Amersfoort en een hogedruk aardgasleiding en de provinciale weg (N978).
Ten noorden van het plangebied is de spoorlijn Zwolle - Amersfoort en de provinciale weg gelegen. Ten zuiden van het plangebied is de hogedruk aardgasleiding gelegen. De locatie is aangegeven op onderstaande figuur.
Figuur 7: Uitsnede risicokaart (bron: www.risicokaart.nl)
Toetsing
Hogedruk aardgasleiding
Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied groepsrisico van hogedruk aardgasleiding A-510, op een afstand van ongeveer 300 meter. Uit de rapportage 'Inventarisatie risicobronnen gemeente Putten’, Tebodin, dd. 20-12-2012, blijkt dat het groepsrisico onder 0,1 maal de oriëntatiewaarde is gelegen. Door de bestemmingswijziging van Wonen naar Bedrijf en het vervangen van de bedrijfsgebouwen zal het groepsrisico niet significant toenemen. Gezien de hoogte van het groepsrisico volstaat een ‘beperkte’ verantwoording van het groepsrisico.
Spoorlijn Zwolle - Amersfoort
Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied groepsrisico van de spoorlijn Zwolle – Amersfoort, op een afstand van ongeveer 55 meter. Echter wordt met dit plan de bestemming gewijzigd in een minder gevoelige bestemming. Gelet op de aard en schaal van de voorgenomen ontwikkeling volstaat een ‘beperkte’ verantwoording van het groepsrisico.
Provinciale weg N798
Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied groepsrisico van de provinciale weg (N798), op een afstand van ongeveer 40 meter. De N798 heeft geen PR-contour die belemmerend is. Hiermee vormt de N798 geen directe belemmering voor de beoogde ontwikkeling. De voorgenomen ontwikkeling is gelegen binnen het invloedsgebied van de N798. Op basis van de rapportage van Tebodin, dd. 20-12-2012, wordt een groepsrisico berekend dat kleiner als 0,1 maal de oriëntatiewaarde is. Een groepsrisicoberekening is niet noodzakelijk aangezien het vervangende nieuwbouw betreft en er een beperkte toename van het aantal personen is. Volgens de beleidsvisie externe veiligheid dient het groepsrisico volledig verantwoord te worden volgens verantwoordingsniveau 2 (een lichtere vorm), waarbij kan worden gerefereerd aan de Tebodin rapportage. In het kader van de verantwoording van het groepsrisico dient de VNOG (Veiligheidsregio) geconsulteerd te worden inzake een advies t.a.v. rampenbestrijding en zelfredzaamheid.
Conclusie en Advies
De voorgenomen bestemmingswijziging van Wonen naar Bedrijf is gelegen binnen de invloedsgebieden van verschillende risicobronnen. Omdat de feitelijk situatie ter plaatse nauwelijks wijzigt er is geen grote toenamen van het aantal personen of een verplaatsing zeer nabij een risicobron, wordt het voorliggende plan als kansrijk beschouwd. De VNOG zal hierover geconsulteerd worden waarvan de resultaten in een latere fase worden toegevoegd aan dit plan.
Kabels en leidingen
In het plangebied zijn geen kabels en leidingen aanwezig die een planologische bescherming nodig hebben.
Dit wijzigingsplan voorziet in een juridisch planologische regeling waarbij:
Het wijzigingsplan bestaat uit een toelichting, verbeelding en een toepassingsregel waarin wordt aangegeven dat met het wijzigingsplan alleen de verbeelding van het moederplan is aangepast. De regels uit het bestemmingsplan 'Westelijk Buitengebied' zijn dus van overeenkomstige toepassing.
Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid.
Het wijzigingsplan doorloopt de procedure zoals vastgelegd in artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Door het voeren van de genoemde procedure, wordt eenieder in de gelegenheid gesteld voor het indienen van zienswijzen.
Er wordt geen vooroverleg gevoerd over dit plan, omdat er geen rijks-, provinciale of waterschapsbelangen in het geding zijn.
Het plan wordt vervolgens als ontwerp ter inzage gelegd. Het ontwerpwijzigingsplan doorloopt de in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) opgenomen formele bestemmingsplanprocedure. Dit betekent dat het ontwerpwijzigingsplan gedurende zes weken ter inzage wordt gelegd. Eenieder krijgt de gelegenheid voor het indienen van zienswijzen.
Het ontwerpwijzigingsplan heeft van 25 oktober 2018 tot 6 december 2018 ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Een ambtelijke aanpassing in de regels en op de verbeelding wordt doorgevoerd. De functie aanduiding 'sb-korf' wordt aangevuld tot de volgende aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kantoor en opslag ten behoeve van een hoveniersbedrijf, reclame- en fotostudio'.
Dit wijzigingsplan heeft betrekking op een particulier initiatief. De gemeente heeft hiermee geen directe financiële bemoeienis. De kosten met betrekking tot het opstellen van het wijzigingsplan worden gedragen door de initiatiefnemer en daaraan verwante procedurekosten worden verhaald via de leges van de gemeente. Het plan wordt hiermee economisch uitvoerbaar geacht.
Bij wijzigingsplannen die bouwplannen mogelijk maken, is de grondexploitatieregeling uit de Wet ruimtelijke ordening van toepassing. De vaststelling van een exploitatieplan bij dit wijzigingsplan is in principe verplicht. Via dit wijzigingsplan wordt een bouwplan, zoals genoemd in het Besluit ruimtelijke ordening, mogelijk gemaakt. Het gaat om de bedrijfswoning op het perceel. Van de vaststelling van een exploitatieplan kan worden afgezien wanneer onder meer het kostenverhaal anderszins verzekerd is.
Bij dit wijzigingsplan is de vaststelling van een exploitatieplan niet nodig. De initiatiefnemer en de gemeente Putten hebben een planschadeovereenkomst gesloten.