direct naar inhoud van 4.8 Waterparagraaf
Plan: Brinkstraat
Status: ontwerp
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0273.WPbrinkstraat-ON01

4.8 Waterparagraaf

4.8.1 Watertoets

Sinds 2001 is het verplicht een Watertoets bij ruimtelijke ontwikkelingen uit te voeren, wat als gevolg heeft dat in alle ruimtelijke plannen - en dus ook het bestemmingsplan - een zogeheten waterparagraaf moet zijn opgenomen.

De watertoets is een instrument dat er voor zorgt dat bij alle ruimtelijke plannen (landelijk én stedelijk gebied) aandacht is voor de kwaliteit en kwantiteit van water. De watertoets is verplicht voor alle overheden die waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten hebben. Maar ook als bijvoorbeeld een particulier of ondernemer een vrijstelling van het bestemmingsplan nodig heeft, komt de watertoets aan de orde. In het kader van de Watertoets wordt contact opgenomen met de waterbeheerder. Dit is de overheid die verantwoordelijk is voor het waterbeheer in het plangebied. Meestal het waterschap, soms Rijkswaterstaat of de provincie. In dit geval Waterschap Veluwe.

In het kader van het voorgenomen plan is in januari 2012 contact opgenomen met Waterschap Veluwe. In een reactie heeft Waterschap Veluwe aangegeven dat het voorgenomen plan, omdat het leidt tot minder dan 1.500 m2 extra verharding, valt onder de zogenaamde postzegelplannen. Voor deze postzegelplannen kan volstaan worden met een standaard waterparagraaf van Waterschap Veluwe. In het vervolg van deze paragraaf wordt hier bij stilgestaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0273.WPbrinkstraat-ON01_0007.jpg"

afbeelding - bebouwd oppervlak toekomstige en huidige situatie

Situatie plangebied
Het voorgenomen plan betreft de herinrichting van bestaand stedelijk gebied aan de Brinkstraat te Putten. Het plangebied maakt geen onderdeel uit van een grondwaterbeschermingsgebied of Keurzone. Het voorgenomen plan voor de herinrichting van het plangebied heeft geen noemenswaardige wijzigingen in de waterhuishouding tot gevolg.

Grondwater
De indicatieve gemiddelde grondwaterstand in het plangebied is volgens de provinciale digitale leefomgeving 6 meter beneden maaiveld. Er is in en om het gebied geen grondwateroverlast bekend. Het gebied ligt niet in de grondwaterfluctuatiezone zoals provincie Gelderland deze heeft gedefinieerd.

In de toekomstige situatie neemt het bebouwd oppervlak in het plangebied toe. In de huidige situatie is sprake van circa 450 m2 bebouwd oppervlak. In de toekomstige situatie zal dit circa 950 m2 bedragen. Gelet op de toename van het bebouwd oppervlak is in het ontwerp ruimte vrijgemaakt voor onverhard terrein waar het hemelwater tijdelijk geborgen en daarna geïnfiltreerd kan worden. De verwachting is dan ook dat ondanks de toename van het verhard oppervlak dit in de toekomst niet leidt tot wateroverlast.

Om een goede waterkwaliteit te houden is het belangrijk dat bij de nieuwbouw geen uitlogende bouwmaterialen worden gebruikt.

Daarnaast worden in het kader van het voorgenomen plan geen werkzaamheden uitgevoerd of bouwwerken gerealiseerd die gevolgen hebben voor het grondwater.

Oppervlaktewater
In de huidige situatie is geen oppervlaktewater aanwezig. Als gevolg van de voorgenomen ontwikkeling worden dan ook geen watergangen gedempt. Ook wordt met de voorgenomen ontwikkeling geen extra oppervlaktewater gecreëerd.

Het plan veroorzaakt geen nadelige gevolgen voor of door het oppervlaktewatersysteem in de omgeving.

Natuur
Binnen en nabij het plangebied komt geen waterafhankelijke natuur voor.

DWA en RWA
In de nieuwe situatie wordt het afvalwater gescheiden van het hemelwater en aangesloten op het bestaande riool. Voor de infiltratie/berging van het hemelwater worden bij de ontwikkeling van het voorgenomen plan zoveel als mogelijk voorzieningen getroffen, om conform de trits 'vasthouden - bergen - afvoeren' het hemelwater te verwerken. Waterschap Veluwe hanteert een algemene (minimale) eis van 36 mm (T=10) voor de noodzakelijke berging van het hemelwater. Bij de planuitwerking dient hier nader aandacht aan besteed te worden.

Procedures
Het feit dat het plan leidt tot minder dan 1.500 m2 extra verharding heeft tot gevolgen dat Waterschap Veluwe het beschouwd als zogenaamd 'postzegelplan'. Voor dit plan geldt dan ook het standaard wateradvies in de vorm van een standaardwaterparagraaf van Waterschap Veluwe. Van deze standaard paragraaf is in dit plan gebruik gemaakt.

Ondanks dat het plan valt onder de 'postzegelplannen' van het waterschap dient het voorgenomen plan in het kader van het wettelijke verplichte vooroverleg, voorgelegd te worden aan Waterschap Veluwe. Het advies van Waterschap Veluwe wordt te zijner tijd in de paragraaf verwerkt.