3.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en/of bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
- de woonsituatie,
ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2 voor:
-
a. een afstand tot de as van de weg van ten minste 10 m;
-
b. een vergroting van de inhoud van een bedrijfswoning met ten hoogste 60 m³ tot een maximale inhoud van 660 m³ ten behoeve van gedeeltelijk zelfstandige inwoning van een huishouden, mits dit niet leidt tot woningsplitsing;
-
c. een vergroting van een onderbouw onder een hoofdgebouw buiten de buitenwerkse muren met maximaal 10% van de bestaande oppervlakte;
-
d. voor een grotere oppervlakte aan bouwwerken, geen gebouwen zijnde.