direct naar inhoud van Artikel 9 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Plan: Kom 2008, herziening Ringallee 8
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0277.BPkom2010002-0002

Artikel 9 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

9.1 Omgevingsvergunningplicht

Behoudens het bepaalde in lid 9.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken en werkzaamheden uit te voeren:

  werken en werkzaamheden*  
Gronden als bedoeld in artikel:   a   b   c   d   e   f   g   h  
                 
3 Natuur     +   +   +   +   +   +   +   +  
4 Waarde - Cultuurhistorie     -   +   -   -   -   -   +   -  
*In de tabel betekent:
+ = omgevingsvergunning vereist
- = geen omgevingsvergunning vereist  

a   aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;  
b   verlagen van de bodem en afgraven, ophogen en egaliseren van de gronden;  
c   aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;  
d   aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;  
e   vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben;  
f   werken en werkzaamheden, zoals uitdiepen, draineren, slaan van putten en afdammen, die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of ten gevolge hebben;  
g   bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;  
h   diepploegen en omzetten van grasland naar bouwland.  

9.2 Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht

Het in lid 9.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan;
  • c. het verlagen van de bodem en afgraven van gronden, voor zover daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet;
  • d. werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 9.1, bij d, voorzover daarvoor een omgevingsvergunning voor bouwen is vereist;
  • e. werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 9.1, bij e, voorzover daarvoor een vergunning is vereist op grond van de Kapverordening;
  • f. het vellen, rooien of beschadigen van fruitbomen.
9.3 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 9.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,

  • niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel
  • de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.