3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 De voor ‘Gemengd’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- detailhandel in volumineuze goederen conform de expliciete limitatieve opsomming in begripsbepaling 1.27 met een bruto vloeroppervlakte van ten hoogste 5.000 m2, met dien verstande dat van deze oppervlakte ten hoogste 1.540 m2 tevens mag worden gebruikt voor detailhandel in agrarische hulpmaterialen, diervoeders en tuininrichting alsmede detailhandel in dierbenodigdheden, waarbij tevens de opslag en verkoop van consumentenvuurwerk is toegestaan;
- zakelijke en medische dienstverlening;
- verkoop van medicijnen op recept (apotheek) tezamen met hieraan verbonden detailhandel op ondergeschikte wijze;
- een decorbouwbedrijf en een keuken-/badkamerzaak met timmerwerkplaats;
- bedrijven anderszins die zijn genoemd in de bijgevoegde Bedrijvenlijst, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
- productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen
(hieronder wordt tevens verstaan de op het moment van ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan bestaande detailhandel ten behoeve van de keuken-/badkamerzaak mét timmerwerkplaats)
;
- ter plaatse van de aanduiding ‘parkeren’: de aanleg en instandhouding van tenminste 194 parkeerplaatsen ten behoeve van de genoemde voormelde functies en ontsluitingswegen en paden; met daaraan ondergeschikt:
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- groen en groenvoorzieningen.
3.2.1 Hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken, gebouwen zijnde
Voor het bouwen ten behoeve van de in 3.1 onder a. t/m f. bedoelde functies gelden de volgende
bepalingen:
- een hoofdgebouw en een bijbehorend bouwwerk, een gebouw zijnde, mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen overal zijn toegestaan;
- bedrijfswoningen zijn niet toegestaan;
- het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer dan het op de verbeelding aangegeven percentage bedragen, te berekenen over de gronden van het bouwperceel, voor zover gelegen binnen het bouwvlak;
- de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan de op de verbeelding in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen;
- de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan de op de verbeelding in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen.
- de maximale hoogtes van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen bedragen 3 m en het maximale oppervlak 15 m²;
- de zijwanden van de bedrijfsgebouwen moeten in geval van brand in elkaar zakken of naar binnen vallen.
Voor het ondergronds bouwen gelden de volgende bepalingen:
- ondergronds bouwen mag uitsluitend binnen het bouwvlak;
- de verticale diepte van een ondergronds bouwwerk mag niet meer dan 3,5 m beneden peil bedragen.
3.2.3 Bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
- de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
- de hoogte voor van lichtmasten mag niet meer dan 8 m bedragen;
- de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 6 m bedragen;
bij een bedrijfswoning mag één carport worden gebouwd, met dien verstande dat:
- de voorgevellijn niet mag worden overschreden;
- de carport uitsluitend mag worden gebouwd met een plat dak;
- de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
- de carport heeft maximaal 1 wand.
3.3 Specifieke gebruiksregels
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een
doel strijdig met deze bestemming.
Onder verboden gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de
gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:
- een opslagplaats voor vaten, kisten, oude en nieuwe (bouw)-materialen, afval, puin, grind, brandstoffen, bagger, en grondspecie;
- uitstalling buiten de opstallen;
- uitstallings- opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan;
- bedrijven anders dan die welke zijn bedoeld in 3.1.1;
- detailhandel, anders dan bedoeld in 3.1.1;
- een seksinrichting.
Onder verboden gebruik wordt niet begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of
opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van het opslaan van (bouw)materialen, afval, puin,
grind, bagger en grondspecie in verband met normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van de
bestemming;
3.3.3 Afwijken van de gebruiksregels
- Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning, met inachtneming van de milieusituatie, afwijken van het bepaalde in 3.1.1 en 3.3.2 onder d. en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd, die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder categorie 2, mits het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen betreft.
- Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.3.2 onder b. en toestaan dat voor de gronden met de aanduiding ‘Specifieke vorm van gemengd – uitstalling’ de mogelijkheid wordt geboden om, ten behoeve van de toegestane specifieke detailhandel, buiten de opstallen goederen uit te stallen, mits de toegankelijkheid van het gebouw voor alle gebruikers gewaarborgd blijft. Concreet heeft deze aanduiding c.q. deze afwijkingsmogelijkheid betrekking op een zone van 1,5 m gelegen voor de bestaande circa 2,5 m terugliggende voorgevel(rooilijn) in het midden van het totale pand.