direct naar inhoud van Artikel 5 Recreatie-Verblijfsrecreatie
Plan: Sluis: Camping International
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.008bpint10-0010

Artikel 5 Recreatie-Verblijfsrecreatie

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie-Verblijfsrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie in kampeermiddelen;
  • b. stacaravans;
  • c. recreatiewoningen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1': bedrijfswoningen en horeca tot ten hoogste categorie 1b van de Staat van horeca activiteiten;
  • e. dienstverlening, beheer en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • f. bij deze functies behorende voorzieningen zoals sport- en spelvoorzieningen, ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, groen en water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
5.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

5.2.1 Toelaatbare bebouwing
  • a. op deze gronden mogen worden gebouwd:
    • 1. en hoogste twee bedrijfswoningen;
    • 2. bedrijfsgebouwen, zoals kantoor- en personeelsruimten, recreatieruimten, sanitairgebouwen voor gezamenlijk gebruik;
    • 3. stacaravans;
    • 4. ten hoogste 4 recreatiewoningen;
    • 5. aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. stacaravans mogen worden gebouwd op een standplaats kampeermiddel;
  • c. per standplaats kampeermiddel is ten hoogste één bijgebouw toegestaan.
5.2.2 Afstanden
  • a. de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen bedraagt ten minste 1 m;
  • b. de afstand van bijgebouwen op een standplaats kampeermiddel tot de grens van de standplaats kampeermiddel bedraagt 0 m of anders minimaal 1 m.
5.2.3 Goot- en bouwhoogte
  • a. de goothoogte en bouwhoogte van stacaravans bedraagt ten hoogste 4 m;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van bijgebouwen op de standplaats bedraagt ten hoogste 3 m;
  • c. de goothoogte van overige gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringsaanduiding aangegeven goothoogte;
  • d. de bouwhoogte van overige gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringsaanduiding aangegeven bouwhoogte;
  • e. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
5.2.4 Oppervlakte en inhoud
  • a. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen als bedoeld in lid 5.2.1. onder a sub 1 en sub 2 bedraagt ten hoogste het met de maatvoeringsaanduiding aangegeven bebouwingspercentage;
  • b. de inhoud van de bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 750 m³;
  • c. de oppervlakte van een bijgebouw op een standplaats kampeermiddel bedraagt, behoudens het gestelde onder d., per standplaats ten hoogste 10 m²;
  • d. de totale oppervlakte van een stacaravan en bijgebouwen op de standplaats bedraagt ten hoogste 25% van de nettostandplaatsoppervlakte;
  • e. de oppervlakte van een recreatiewoning bedraagt ten hoogste 130 m².
5.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. permanente bewoning van een recreatiewoning is niet toegestaan;
  • b. het hebben van meer dan 268 standplaatsen is niet toegestaan.
5.4 Wijzigingsbevoegdheid
5.4.1 Wijzigingsbevoegdheid recreatiewoningen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen, zodat het aantal recreatiewoningen kan worden vergroot. Zij nemen daarbij de volgende regels in acht:

  • a. een recreatiewoning mag alleen worden geplaatst ter vervanging van een bestaande stacaravan;
  • b. de wijziging betreft een substantieel deel van het stacaravanterrein;
  • c. het maximaal aantal recreatiewoningen is gekoppeld aan het aantal stacaravans dat wordt verwijderd, vermeerderd met een aantal van ten hoogste 10 %;
  • d. de bewoonbare vloeroppervlakte van en recreatiewoning bedraagt ten hoogste een kwart van de netto perceelsgrootte met een maximum 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak per recreatiewoning;
  • e. wijziging wordt toegepast met inachtneming van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB ingevolge de Wet geluidhinder ten aanzien van wegverkeerslawaai;
  • f. een recreatiewoning blijft onderdeel van de camping;
  • g. bedrijfsmatige exploitatie is verzekerd;
  • h. het wijzigingsplan gaat vergezeld van een beeldkwaliteitplan;
  • i. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 33 per hectare;
  • j. aan het principe van verevening moet zijn voldaan;
  • k. toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is onderdeel van een kwaliteitsverbetering van de recreatieve mogelijkheden van het bedrijf; alvorens de wijzigingsbevoegdheid toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de Toetsingscommissie recreatieve ontwikkelingen.