direct naar inhoud van 4.4 Relatie met omliggende functies
Plan: Camping International
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.008bpint10-ON01

4.4 Relatie met omliggende functies

Normstelling en beleid inzake woningen in de omgeving

Bij realisering van nieuwe hindergevoelige functies (zoals recreatiewoningen) moet rekening worden gehouden met eventuele milieuhinder van bedrijfsactiviteiten in de omgeving. Uitgangspunt is dat ter plaatse van de recreatiewoningen sprake is van een aanvaardbaar verblijfsklimaat. Daarnaast is van belang dat toekomstige (bedrijfs)functies geen belemmering vormen voor het woon- en leefklimaat van in de omgeving aanwezige woningen.

In het plangebied bevinden zich, naast de kampeerplaatsen, vier recreatiewoningen en twee bedrijfswoningen. Rondom het plangebied, aan de Mettenijedijk, de Molenweg en de Sint Bavodijk liggen diverse particuliere woningen.

Activiteitenbesluit

Voor recreatiebedrijven is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, beter bekend als het Activiteitenbesluit, van belang. Dit besluit heeft op 1 januari 2008 het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer vervangen.

In het Activiteitenbesluit zijn milieuvoorschriften opgenomen ter voorkoming of zo veel mogelijk beperken van gevaar, schade of hinder voor de directe omgeving. Zo dienen de inrichtingen ervoor te zorgen dat de geluidsoverlast van het bedrijf of de accommodatie bepaalde grenzen niet overschrijdt. Tevens zijn meer op preventie gerichte voorschriften opgenomen betreffende verwijdering, preventie en hergebruik van afvalstoffen en zuinig gebruik van energie en water.

De gemeente kan onder bepaalde voorwaarden, als de lokale omstandigheden daartoe aanleiding geven, afwijken van hetgeen in het Activiteitenbesluit staat.

Afhankelijk van het type inrichting kan het Activiteitenbesluit geheel of gedeeltelijk van toepassing zijn op de inrichting. In het Activiteitenbesluit wordt een onderscheid gemaakt in drie type inrichtingen, namelijk:

  • Inrichting type A: Dit zijn inrichtingen die onder het zogenaamde lichte regime van het Activiteitenbesluit vallen. Het betreft hoofdzakelijk weinig milieubelastende activiteiten. De algemene milieuvoorschriften uit het besluit zijn op deze bedrijven toepassing.
  • Inrichting type B: Dit zijn inrichtingen die onder het volledige regime van het Activiteitenbesluit vallen. Het gaat hierbij om de inrichtingen die voorheen ook moesten voldoen aan algemene milieuvoorschriften of nog een milieuvergunning hadden. Het Activiteitenbesluit is voor deze voorschriften en milieuvergunningen in de plaats getreden.
  • Inrichting type C: Dit zijn inrichtingen die niet volledig onder het regime van algemene regels van het Activiteitenbesluit vallen. Voor deze bedrijven geldt de verplichting om een milieuvergunning aan te vragen. Voor enkele, in het Activiteitenbesluit genoemde onderwerpen, zijn de milieuvoorschriften uit het besluit naast een eventuele milieuvergunning van toepassing. Landbouwbedrijven vallen ook in deze categorie. Hierop zijn het Besluit landbouw milieubeheer, het Besluit glastuinbouw of het Besluit Mestbassins milieubeheer op van toepassing.

Bedrijven en milieuzonering

In het kader van een goede ruimtelijke ordening vindt afstemming van bestaande en nieuwe functies plaats door het aanhouden van zogenaamde richtafstanden. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering' van de VNG (2009). Bij deze richtafstanden wordt rekening gehouden met milieuaspecten als geur-, stof en geluidhinder. De richtafstanden gelden ten opzichte van een rustige woonwijk. Uit jurisprudentie en de genoemde VNG-publicatie blijkt dat in het geval van een gemengd gebied verkleinde richtafstanden gelden.

De brochure geeft voor kampeerterreinen (SBI-code 552) een richtafstand van 50 meter ten opzichte van reguliere woongebieden, vanwege het milieuaspect geluid. Voor de milieuaspecten geur en gevaar geldt een richtafstand van 30 meter. Bij uitbreidingen op de kampeerterreinen dient met deze afstand rekening te worden gehouden.

Indien een kampeerterrein deel uitmaakt van een gebied dat kan worden aangemerkt als een gebied met gemengde functies of bestemmingen, dan kan een afstandstrap lager worden aangehouden. De richtafstanden van 50 meter en 30 meter worden dan 30 meter respectievelijk 10 meter, voor de betreffende maatgevende milieuaspecten.

Horeca

Voor het reguleren van horecabedrijven is een Staat van Horeca-activiteiten beschikbaar. In dit bestemmingsplan wordt hiervan gebruik gemaakt. Vergelijkbaar met de Staat van Bedrijfsactiviteiten worden bij de uitwerking van ruimtelijk beleid voor hinderlijke horeca-activiteiten drie stappen onderscheiden:

  • 1. indelen van activiteiten in ruimtelijk relevante hindercategorieën;
  • 2. onderscheiden van gebiedstypen met een verschillende hindergevoeligheid;
  • 3. uitwerken van een beleid in hoofdlijnen: in welke gebieden zijn welke categorieën in het algemeen toelaatbaar.

Mede op grond van bovengenoemde criteria worden in de Staat van Horeca-activiteiten categorieën horeca-activiteiten onderscheiden: "lichte horeca" (categorie 1), "middelzware horeca" (categorie 2) en "zware horeca" (categorie 3). Voor een nadere toelichting op, deze categorieën wordt verwezen naar bijlage 5 (toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten).

Onderzoek in relatie tot woningen in de omgeving

Activiteitenbesluit

Camping International is op grond van het Activiteitenbesluit een inrichting type B, de beoogde activiteiten worden dan ook in dit kader bij het bevoegd gezag gemeld. Aan de voorschriften genoemd in het betreffende besluit zal worden voldaan. Daarom hoeft geen milieuvergunning te worden aangevraagd.

Bedrijven en milieuzonering

Camping International en dagrecreatiebedrijf Pierewiet maken deel uit van een gemengd gebied. Dit gemengde karakter vloeit voort uit de aanwezigheid van:

  • woningen;
  • een sportveld;
  • een dagrecreatief bedrijf ter plaatse van
  • (voormalig) agrarisch bedrijf met minicamping (bestemming);
  • een camping;
  • een opslagbedrijf;
  • andere bedrijvigheid en voorzieningen op enige afstand;
  • doorgaande wegen.

Deze omgevingskenmerken zorgen ervoor dat niet gesproken kan worden van een gebied met (uitsluitend) een regulier woongebied, maar juist van een gemengd gebied. Op basis hiervan kan in de beoordeling een richtafstand van 30 meter voor geluid worden aangehouden en 10 meter voor geur en gevaar.

Vervolgens is het nodig te bekijken welke functies van de recreatiebedrijven reeds aanwezig zijn dan wel zijn toegestaan nabij woningen grenzend aan het plangebied, volgens de vigerende bestemmingsplannen.

  • Aan de westzijde zijn de dienst- en beheersgebouwen, zoals de woning, restaurant en sanitaire voorzieningen aanwezig, in de omgeving van de woningen aan de St. Bavodijk. Ter plaatse geldt een bestemming voor een kampeerbedrijf. Behoud van die bestemming en bijbehorende gebruiksmogelijkheden is aanvaardbaar. Deze functies passen immers goed in deze omgeving, zoals dit ook uit de jarenlange bestaande situatie blijkt.
  • Dagrecreatiebedrijf Pierewiet is aanwezig aan de oostzijde, aan de Mettenijedijk. Binnen en buiten zijn dagrecreatieve attracties aanwezig. Die passen binnen het vigerende bestemmingsplan. Dergelijke activiteiten passen in dat gebied. In het verleden heeft dit ook niet tot ernstige problemen of klachten geleid. In dat verband is alleen overgegaan tot beeïndiging van animatie-activiteiten met versterkte geluid.
  • Het deelgebied tussen de locatie met beheers- en dienstgebouwen en het terrein van Pierewiet, grenst aan woonpercelen.
    • 1. Langs de woonpercelen aan de Wilhelminastraat wordt een groenstrook aangelegd. Deze strook krijgt een breedte van 10 meter. De inrichting van die strook kan in overleg met de omwonenden plaatsvinden. Denkbaar is bijvoorbeeld dat een scherm wordt geplaatst of een 'dijkje' waarop beplanting wordt aangebracht.
    • 2. Grenzend aan de groene afscherming zijn diverse onderdelen van de camping aanvaardbaar. Op de eerste plaats is er ruimte voor enkele dagrecratieve onderdelen, zoals een dierenweide, visvijver en een speelterrein/tuin. De dierenweide is in de huidige situatie aan de St. Bavodijk gelegen, nabij woningen. Dit heeft niet geleid tot klachten of knelpunten. Op de tweede plaats kunnen in de strook ook tenten en caravans worden gesitueerd. Het gaat hier om functies van een kampeerterrein die in de gemeente Sluis op meerdere locaties direct aan kernen grenzen. De afstand tussen de woningen en kampeermiddelen zal ruim 20 meter bedragen. Dit is een toereikende afstand; omdat het niet de maatgevende geluidsoverlastgevende functies van een kampeerterrein zijn. Animatie-activiteiten met versterkt geluid, sportvelden, een zwembad en restaurant zullen niet in de betreffende zone worden gesitueerd, dus op grotere afstand dan 30 meter. Louter voor meer duidelijkheid en zekerheid is het gewenst ook aan te geven dat in deze strook geen beheers- en dienstgebouwen komen te staan of een parkeergelegenheid wordt aangelegd.

Op basis van de voorgestelde zonering, is niet aannemelijk dat de omliggende woningen hinder zullen ondervinden van de beoogde herstructurering van Camping International. Met de vorenstaande motivering hebben een zorgvuldige afweging en toepassing van de globale en algemene richtafstanden vanuit de VNG-brochure.

Horeca

De horeca op Camping International is ingeschaald in categorie 1b van de staat van horeca-activiteiten. Hiertoe behoren ook een restaurant en bistro.

Molenbiotoop

In Nieuwvliet staat aan de Molenweg 5 een molen (naamloos). Het omgevingsplan geeft aan dat rekening moet worden gehouden met de cultuurhistorisch waardevolle molenbiotopen. In de Provinciale ruimtelijke verordening is opgenomen dat tot 400 meter vanuit het middelpunt van de molen regels kunnen worden gesteld om een zekere mate van vrije windvang te waarborgen. Binnen een afstand van 100 meter van de molen mag geen nieuwe bebouwing en beplanting worden opgericht die hoger is dan het laagste punt van de verticaal staande wieken.

Belangrijk is echter dat deze regeling van toepassing is op nieuwe situaties en niet op bestaande situaties (voor de eerste 100 meter). Onder bestaande situaties wordt verstaan: de daadwerkelijk aanwezige situatie en de situatie die is toegestaan volgens een bestemmingsplan of een artikel 19 WRO-vrijstelling.

  • Rondom de molen zijn aan de noordoostzijde op hetzelfde perceel en aan de noordzijde van de Molenweg, gebouwen gerealiseerd met een goothoogte van 3 tot 6 meter en een bouwhoogte van 6 tot 8 meter. Dat betekent dat de windvang door andere gebouwen reeds is beperkt. Mede daardoor heeft de molenbiotoop de kwalificatie “bedenkelijk” (volgens de gegevens van Vereniging van behoud van molens in Nederland). Rondom de camping, dus ook nabij de molen, is hoogopgaande beplanting aangebracht.
  • De oorspronkelijke camping is in het bestemmingsplan Buitengebied recreatief bestemd: Rk4 (goothoogte 4 meter; geen bouwhoogtemaat).
  • Destijds is voor de 'uitbreiding' van de camping een artikel 19 WRO-vrijstelling verleend. Daarbij is voor die gronden ook de aanduiding Rk4 aangegeven.
  • Dat betekent dat ingevolge de Provinciale ruimtelijke verordening, als bestaande situatie wordt aangemerkt de mogelijkheid te bouwen tot een goothoogte van 4 meter. Gebruikelijk is dat de bouwhoogte 4 meter meer bedraagt dan de goothoogte (zie vergelijkbare bestemmingsplannen in Oostburg/Sluis).

Er is een afweging nodig tussen de belangen van de molen en die van de omgeving, zoals van de camping, met name voor de zone tussen 100 meter en 400 meter. Daarbij zijn de bestaande rechten, de belangen van de molen en de bestaande situatie relevant, zoals hiervoor aangegeven. Op basis van een afweging van rechten en belangen van de molen en het campingbedrijf wordt de volgende regeling opgenomen.

  • Binnen 100 meter van de molen bedraagt zowel de goothoogte als de bouwhoogte maximaal 4 meter. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de belangen van de molen en 'levert' de camping rechten in.
  • Buiten deze 100 meter bedraagt de goothoogte 4 meter en de bouwhoogte 8 meter.
  • In de regeling wordt een molenbiotoop opgenomen. Daarin wordt bepaald dat de beplanting niet hoger mag worden dan de bouwhoogte die voor de betreffende gronden geldt (binnen 100 meter is dit 4 meter; daarbuiten 8 meter).

Hiermee wordt een regeling opgenomen die op evenwichtige wijze rekening houdt met de verschillende belangen.

Conclusie

In de bestemmingsregeling is rekening gehouden met de belangen van de molen en de bestaande situatie rondom de molen en op de camping (inclusief planologisch toelaatbare gebruiks- en bouwmogelijkheden). Op het recreatieterrein kan een aanvaardbaar verblijfsklimaat worden gerealiseerd. Het recreatieterrein vormt in de huidige en toekomstige situatie daarnaast geen belemmering voor het woon- en leefklimaat van de omliggende woningen.