direct naar inhoud van Artikel 6 Sport
Plan: Golfbaan en strandparking Cadzand-Bad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.014bpstr10-VG01

Artikel 6 Sport

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een approach golfbaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-1': tevens voor horeca uit ten hoogste categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, nutsvoorzieningen, terrassen, vijvers, waterpartijen en waterberging, reclame-uitingen.

6.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

6.2.1 Toelaatbare bebouwing
  • a. binnen het bouwvlak zijn toegestaan:
    • 1. gebouwen;
    • 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. buiten het bouwvlak zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.

6.2.2 Goot- en bouwhoogte
  • a. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 3 m, met dien verstande dat een architectonisch accent is toegestaan met een goothoogte van ten hoogste 8 m dat een omvang van ten hoogste 25% van het bebouwd oppervlak bedraagt;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste 4 m meer bedragen dan de maximum toelaatbare goothoogte;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
    • 1. voor lichtmasten 5 m;
    • 2. reclame-uitingen 4 m.

6.2.3 Oppervlakte bebouwing
  • a. de oppervlakte van gebouwen bedraagt ten hoogste 100 m²;
  • b. de inhoud van gebouwen bedraagt ten hoogste 400 m3.

6.2.4 Terrassen
  • a. op gronden direct grenzend aan gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-1' is een terras met een oppervlakte van 50 m² toegestaan.

6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.3.1 Aanlegverbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning ter realisatie van de bestemming, de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en ophogen;
  • c. het graven of dempen van sloten, vijvers en waterpartijen;
  • d. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • e. het planten, verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting.

6.3.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod van lid 6.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.

6.3.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien burgemeester en wethouders akkoord zijn met de gewenste inrichting.