direct naar inhoud van Regels
Plan: 3e gewijzigde vaststelling Buitengebied Sluis (2de herziening)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.2eherzbpbui14-VG05

Regels

 

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Bestaande regels van toepassing

  • 1. De volgende regels zijn onverkort van toepassing op het plan:
  • a. het bestemmingsplan "Buitengebied" met identificatienummer NL.IMRO.1714.001bpbui10-VG01;
  • b. de 2e herziening Buitengebied met identificatienummer NL.IMRO.1714.2eherzbpbui14-VG01;
  • c. de 2e herziening Buitengebied, 2e gewijzigde vaststelling met identificatienummer NL.IMRO.17 14.2eherzbpbui-VG04.

Artikel 2 Aanvulling artikel 1 Begrippen

  • 1. Aan artikel 1 lid 1.1 van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt het volgende toegevoegd:

"en de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML - bestand (nummer NL.IMRO.1714.2eherzbpbui14-VG05) met de bijbehorende regels".

  • 2. Aan artikel 1 van de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt een nieuwe begripsbepaling 1.96 toegevoegd, luidende:

'1.96 het plan

het bestemmingsplan '3e gewijzigde vaststelling Buitengebied Sluis (2de herziening)' met 'NL.IMRO.1714.2eherzbpbui14-VG05.'.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Aanpassing artikel 26 Wonen

3.1 Aanpassingen lid 26.2 Bouwregels

In artikel 26 Wonen lid 26.2 wordt sublid 's' ingetrokken.

3.2 Aanpassing lid 26.4 Specifieke gebruiksregels

Aan artikel 26.4 wordt een nieuw sublid j toegevoegd, luidende:

'j. ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 7' mag van de maximaal toegestane oppervlakte bijgebouwen ten hoogste 20 m2 worden gebruikt ten behoeve van de duivenhouderij, als ecnomische nevenactiviteit of als hobbymatige activiteit.'.

Artikel 4 Nieuw artikel 26a Wonen - Erf

Na artikel 26 wordt een nieuw artikel 26a vastgesteld, luidende:

Artikel 26a Wonen - Erf

26a.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - Erf aangewezen gronden zijn bestemd voor het gebruik als erf.

26a.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

a. op deze gronden mogen uitsluitend bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd;

b. de oppervlakte van alle bijgebouwen en overkappingen gezamenlijk bedraagt ten hoogste de bestaande oppervlaktemaat;

c. de goothoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 4 meter;

d. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 8 meter;

e. de hoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 meter;

f. de bouwhoogte van een stapmolen of van bouwwerken ten behoeve van een paardenbak bedragen ten hoogste 2 meter;

g. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijde bedraagt ten hoogste 3 meter.

26a.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

a. op deze gronden is een paardenbak en/of een stapmolen toegestaan met een totale oppervlakte van ten hoogste 1.200 m2.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Aanvulling artikel 44 Algemene aanduidingsregels

In artikel 44 wordt een nieuw lid 44.3 toegevoegd, luidende:

44.3 Houden van duiven

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - houden van duiven' is het houden van ten hoogste 250 geringde duiven toegestaan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 6 Overgangsrecht

6.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwen luidt het overgangsrecht als volgt:

  • 1. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het bestemmingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  • 1. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  • 2. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
6.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  • 1. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • 2. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • 3. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na de inwerkingtreding van het bestemmingsplan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • 4. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels 3e gewijzigde vaststelling Buitengebied Sluis (2de herziening)'.