6.3 Resultaten overleg- en inspraakprocedure
Op grond van artikel 3.1.6 Bro dient inzicht te worden gegeven in de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Het gaat daarbij zowel om de resultaten van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro alsook om de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de planvoorbereiding zijn betrokken.
6.3.1 Resultaten overleg ex artikel 3.1.1. Bro
In het kader het overleg ex artikel 3.1.1. Bro is het voorontwerpbestemmingsplan (versie: 19-11-2010) aan diverse instanties toegestuurd met het verzoek op dit plan te reageren.
Overlegreacties zijn ontvangen van:
- de Provincie Zeeland (brief van 15 februari 2011);
- het Waterschap Scheldestromen (brief 14 februari 2011).
Overlegreactie Provincie Zeeland
Overlegreactie
-
1. Het Omgevingsplan laat voor Breskens (zijnde een "overige kern") een hoogte toe van maximum 15 meter. Gevraagd wordt naar een nadere onderbouwing/motivatie waarom hiervan wordt afgeweken. Volgens het voorontwerpbestemmingsplan is deels een hoogte van 20 meter toelaatbaar, deels 17 meter en deels 15 meter of lager.
-
2. Het plan betreft een inbreidings/transformatieproject waarbij de huidige functie wordt omgezet in een woonfunctie en detailhandelsfunctie. Dergelijke projecten verdienen de voorkeur boven uitbreidingsprojecten. Voorwaarde voor de realisering is dat het aantal appartementen moeten passen in het woningbouwprogramma.
Gemeentelijke commentaar
-
1. Naar aanleiding van deze overlegreactie heeft een nader overleg plaatsgevonden tussen de provincie, de gemeente en de intiatiefnemer.
Van provinciezijde is aangedrongen op het verlagen van de bouwhoogte. Hierbij is aangegeven dat er geen provinciaal belang in het geding is en geen aanvullende eisen worden gesteld wanneer uitgegaan wordt van een gemiddelde hoogte van maximaal 15 meter en een maximaal 1 meter hogere bouwhoogte.
Het bouwplan is overeenkomstig aangepast, heeft inmiddels de instemming van de provincie en de gemeente. De bestemmingsplanregeling is hierop afgestemd. Op de verbeelding/plankaart zijn de hoogtes verlaagd en in artikel 9 van de regels is wat betreft de 10% afwijkingsmogelijkheid voor maten opgenomen dat deze afwijkingsmogelijkheid niet geldt voor de hoogtematen.
-
2. Als gevolg van de verlaging van de bouwhoogte is in het middendeel een verdieping komen te vervallen en het aantal appertementen verlaagd van 23 naar 22 appartementen. Overeenkomstig de gestelde voorwaarde heeft de gemeente deze 22 appartementen opgenomen in het woningbouwprogramma.
Waterschap
Scheldestromen
Overlegreactie
-
1. Op basis van het voorgelegde plan is het niet mogelijk een inschatting te maken of de beoogde ontwikkeling van invloed is op de stabiliteit van de waterkering. Voor de bouw is een watervergunning vereist. Verzocht wordt voor de vaststelling van dit plan de technische uitwerking te bespreken met het waterschap.
-
2. Verzocht wordt de waterparagraaf aan te passen aan de als gevolg van de Waterwet (2009) gewijzigde termen van de keurzonering.
-
3. Deze brief is tevens het water(schaps)advies.
Gemeentelijke commentaar
-
1. Zoals in paragraaf 5.3 van de plantoelichting (reeds) is vermeld zal (de technische uitwerking van) het concrete bouwplan worden voorgelegd aan en besproken met het waterschap en de benodigde watervergunning worden aangevraagd. Dit zal plaats vinden tijdens de daadwerkelijke bouwtechnische uitwerkingsfase. Uiteraard moet en zal het bouwplan voldoen aan de bouwtechnische eisen opdat de voorgenomen ontwikkeling geen risico oplevert voor de stabiliteit van de waterkering.
-
2. De waterparagraaf en paragraaf 5.3 zijn overeenkomstig aangepast.
-
3. Deze brief c.q. het water(schaps)advies is als bijlage aan dit plan toegevoegd.
6.3.2 Betrokkenheid burgers en maatschappelijke organisaties
Het voorontwerpbestemmingsplan (versie: 19-11-2010) heeft vanaf 20 januari 2011 tot 3 maart 2011 ter inzage gelegen. Het plan is digitaal via de gemeentelijke website en de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl beschikbaar/raadpleegbaar gesteld en heeft analoog ter inzage gelegen in het Klanten Contact Centrum (KCC) Nieuwstraat 22 te Oostburg. Tijdens de periode van terinzagelegging is eenieder in de gelegenheid gesteld schriftelijk of mondeling zijn of haar reactie omtrent het voorontwerpbestemmingsplan kenbaar te maken. Op 10 februari 2011 is een inloopbijeenkomst gehouden: tijdens deze bijeenkomst is gelegenheid geboden voor het stellen van vragen over het voorontwerpbestemmingsplan.
Bij de gemeente zijn twee inspraakreacties ingediend:
- één gedurende de inspraaktermijn (brief van 28 februari 2011);
- één op 7 juni 2011 nagekomen/ingediende reactie van een bewonerscollectief (brief van 26 mei 2011).
Deze reacties zijn als volgt samengevat en beantwoord.
Hierbij wordt nog het volgende opgemerkt. Op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens is het niet toegestaan om persoonsgegevens (zogenaamde NAW-gegevens: naam, adres en woonplaats) van natuurlijke personen te verwerken zonder bijvoorbeeld een wettelijke grondslag, dringende noodzaak of toestemming van de betreffende personen. In deze inspraakparagraaf wordt hieraan voldaan door de inspreker niet bij name te noemen. Ook wordt de inspraakreactie zelf niet als bijlage bijgevoegd en wordt deze ook niet in papieren vorm ter inzage gelegd. Wil men deze toch inzien dan kan in concrete gevallen een verzoek tot inzage of afschrift worden gedaan op grond van de Wet openbaarheid van bestuur.
|
Inspraakreactie 1
-
1. De inspraakreactie gaat deels in op de enkele situeringsaspecten van het bouwvolume: globaal betreft dit onder andere verwijzigingen naar oudere inzichten, een pleidooi voor het openhouden van zichtlijnen, de breedte van en verbinding met het Molenwater e.d.)
-
2. Inspreker is van mening dat geen rekening wordt gehouden met de bestaande bouw met een dorps karakter en hoogten.
-
3. Inspreker verwacht negatieve gevolgen voor lichtinval en privacy in de woonlaag van diens woning.
-
4. Inspreker geeft aan dat uitvoering van het bouwplan negatieve invloed heeft op de waarde van diens woning.
-
5. Inspreker benadrukt voorstander te zijn van de ontwikkeling van Het "Wapen van Breskens". Het zal een goede impuls zijn voor de kern Breskens.
Gemeentelijke commentaar
-
1. Dit onderdeel van de inspraakreactie betreft zaken die thans reeds geruime tijd planologisch mogelijk zijn sinds het bestemmingsplan Kom Breskens uit 1989 en de daarop volgende bestemmingsplannen Centrum Breskens ((2008) en het recent vastgestelde (nieuwe) bestemmingsplan Kom Breskens (2011). Dit betreft onder andere de geldende doorgangbreedte (van gevel tot gevel) van het Molenwater tussen de voorliggende projectlocatie en het pand Scheldekade 1 (circa 9 meter) en een tot 14 meter mogelijke bouwhoogte. Deze zijn gelijk gebleven.
-
2. Inmiddels is sprake van een aangepast bouwplan. Het gemeentebestuur acht dit bouwplan stedenbouwkundig alleszins verantwoord voor de betreffende hoeklocatie welke de entree van het centrum markeert. Het aangepaste bouwplan heeft een lagere bouwhoogte overeenkomstig de voorwaarden van de provincie (zie ook paragraaf 6.3.1 van deze plantoelichting). Zo voorziet het aangepaste bouwplan thans in een gemiddelde hoogte van maximaal 15 meter en een maximaal 1 meter hogere bouwhoogte in het middendeel langs de Grote Kade. Aan weerszijden, aan de zijde van het Molenwater en naast het Pand Grote Kade 32, is sprake van lagere bouwhoogten: respectievelijk circa 13,20 meter en 13,50 meter. Grotendeels is in het gevelbeeld sprake van verspringende en tussen de 3 en 4 meter lagere dakvoethoogten. Het samenspel van deze wisselende hoogtes bewerkstelligt, met de toegepaste gevelsegmentering en -detailering, verspringingen in de rooilijnen en kleurstelling, een hedendaags bebouwingskarakter dat zich goed voegt in zowel de huidige maatvoering en het ritme van de bebouwing in de omgeving van de Grote Kade en de wanden rondom het Spuiplein alsook in de voor de toekomst beoogde beeldkwaliteit in en rond dit centrumgebied. Het sluit goed aan op de voor het centrum van Breskens reeds geruime tijd beleidsmatig gewenste en vastgelegde kwaliteitsimpuls en het in samenhang daarmee lopende ruimtelijke en functionele verbeteringsproces. Zo wordt voor de omgeving van het centrumgebied reeds enige tijd gestreefd naar versteviging van de bebouwingswanden (inclusief hoogteaccentuering van enkele hoeklocaties, zoals voorliggende) en is dit ook bestemmingsplanmatig vastgelegd en mogelijk. Voor de bebouwing aangrenzend aan de projectlocatie is planologisch een bouwhoogte van 13 meter mogelijk.
Het gemeentebestuur is dan ook van mening dat dit bouwplan op een verantwoorde wijze invulling geeft aan het op deze hoeklocatie gewenste ruimtelijk-functionele bebouwingsaccent. Sprake is slechts van een beperkt hogere bouwhoogte voor een deel van het nieuwe bouwplan dan de reeds geruime tijd planologisch mogelijke bouwhoogte van 14 meter.
-
3. Planologisch gezien is de gemeente van mening dat er geen sprake is van een wezenlijke verslechtering van de lichtinval en privacy. De planologisch geldende bebouwingsvrije afstand tussen de projectlocatie en de bebouwing aan de Scheldekade wordt gerespecteerd/blijft ongewijzigd. Zoals aangegeven is op betreffende gronden op de hoek Grote Kade - Molenwater op grond van de reeds geldende bestemmingsregeling thans reeds bebouwing mogelijk tot een hoogte van 14 meter. Het bouwplan voorziet zoals eerder aangegeven aan deze zijde in een bouwhoogte van maximaal circa 13.20 meter. Voorts is hier op het plandeel tegenover Scheldekade 1 sprake van een ruim 3 meter lagere dakvoethoogte. Dit geldt ook wat betreft de privacy.
Voorts wordt wat betreft de privacy opgemerkt dat mede naar aanleiding van de inspraakreactie de initiatiefnemer inmiddels het bouwplan heeft laten aanpassen (zoals hiervoor reeds is gemeld). Bij de indeling van de gevel en de inrichting van de appartementen is zoveel mogelijk rekening gehouden met beperking van eventuele privacyhinder: thans is sprake van minder raampartijen in betreffende gevel.
Naar aanleiding van de gemaakte opmerking over de lichtinval heeft de initiatiefnemer ook een schaduwstudie laten uitvoeren (“Het Wapen van Breskens, schaduwstudie”, Sagro Milieu Advies Zeeland B.V., Project 23118042, 14 september 2011). Deze studie bevestigt dat als gevolg van de voorgenomen planontwikkeling voor de schaduwwerking op bedoelde bebouwing aan de Scheldekade er weinig verschil bestaat in de bezonningssituatie ten opzichte van de planologisch thans reeds mogelijke situatie.
-
4. Voor de vermeende waardevermindering wordt verwezen naar artikel 6.1 Wro. Deze regeling biedt de mogelijkheid voor het indienen van een aanvraag voor tegemoetkoming in de schade.
-
5. Evenals inspreker is de gemeente van mening dat de voorgenomen ontwikkeling een belangrijke kwaliteitsimpuls is voor Breskens.
Inspraakreactie 2 (nagekomen)
-
1. Insprekers geven aan geen tegenstander te zijn van de ontwikkeling.
-
2. Insprekers verzoeken de gemeente om haar informatievoorziening te verbeteren.
-
3. Een toelichting wordt gevraagd naar het beleid om eventuele bouwschade te voorkomen. Gevraagd wordt om een vooropname van het omliggende onroerend goed.
-
4. Insprekers hebben onrust over de regeling van het bouwverkeer. Gevraagd wordt naar de visie van de gemeente hierover.
-
5. Aangegeven wordt dat het parkeerplan bijzonder summier is en zeker niet zal voldoen. Gevraagd wordt naar een verbeterde studie van de aanwezigheid van 28 appartementen op de huidige situatie.
-
6. Gevraagd wordt hoe de bevrachting van de commerciële ruimten plaats zal vinden.
-
7. In het plan is geen rekening gehouden met de algemene stijging van verkeerhandelingen.
-
8. Verzocht wordt een aanvullend onderzoek uit te voeren naar de verkeersbelasting op het Molenwater, de Kon. Emmastraat, Grotekade en Scheldekade.
-
9. De stijgende verkeersstromen in verband met de aanwezige toeristen dienen ook nader toegelicht te worden.
-
10. Gevraagd wordt om een omgevingsonderzoek c.q. privacyonderzoek.
Gemeentelijke commentaar
-
1. Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.
-
2. Voor de planontwikkeling wordt de daarvoor geldende bestemmingsplanprocedure gevolgd. De wijze waarop en wanneer burgers en maatschappelijke organisaties worden betrokken (geinformeerd en mogelijkheid voor reageren op de planontwikkeling) wordt tijdig kenbaar gemaakt via bekendmaking inspraakprocedure in het Zeeuws-Vlaams Advertentieblad, op de gemeentelijke website www.gemeentesluis.nl en op RO-online.
Het voorontwerp van dit bestemmingsplan heeft inmiddels de overleg- en inspraakprocedure doorlopen. In het eerste kwartaal heeft het in het kader van de inspraakprocedure vanaf 20 januari 2011 gedurende 6 weken terinzage gelegen en is een inloopbijeenkomst gehouden over de planvorming op 10 februari 2011 tussen 19.00 uur en 21.00 uur in Verenigingsgebouw “De Uitkomst” aan de Langeweg 10 te Breskens. De terinzagelegging en de inloopbijeenkomst zijn bekend gemaakt via publicatie in het Zeeuws-Vlaams Advertentieblad op 19 januari 2011 en via publicatie op de gemeentelijke website en op RO-online. Hierbij is gelegenheid geboden te reageren op het plan.
Na verwerking van de resultaten van de overleg- en inspraakreacties wordt het ontwerpbestemmingsplan gedurende zes weken terinzage gelegd. Hierop kunnen zienswijzen kenbaar worden gemaakt. Vervolgens vindt vaststelling door de gemeenteraad plaats, waarbij al dan niet gemotiveerd rekening wordt gehouden met zienswijzen. Aansluitend vindt terinzagelegging plaats van het vastgestelde bestemmingsplan. Indien belanghebbenden hiermee niet instemmen, kunnen zij beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak.
-
3. Mogelijke bouwschade en de afwikkeling van het bouwverkeer zijn aspecten die betrekking hebben op de uitvoering van het bouwplan en die niet worden geregeld in dit bestemmingsplan maar respectievelijk in de APV en in de gemeentelijke bouwverordening. Indien nodig, worden door de gemeente gepaste maatregelen voorgeschreven om eventuele verkeershinder en/of bouwschade te voorkomen. Vanzelfsprekend dient de aannemer de betreffende bepalingen uit de APV en de bouwverordening te zijner tijd na te leven.
-
4. Zie punt 3.
-
5. Inmiddels is op basis van de de CROW publicatie 182 (uit 2008) als extra check een extra (geactualiseerd) parkeeronderzoek uitgevoerd, en verwerkt/gerapporteerd in de plantoelichting van het (ontwerp)bestemmingsplan. Het aanvankelijk op basis van het oude bouwplan uitgevoerde onderzoek is als achtergrondinformatie naar de bijlage verplaatst. Beide onderzoeken tonen aan dat het aspect parkeren geen belemmering vormt voor voorliggende planontwikkling.
-
6. De bevoorrading van de commerciële ruimten vindt plaats aan de zijde van de Grote Kade c.q. de voorzijde van Het Wapen van Breskens. Om zoveel mogelijk eventuele hinder te voorkomen worden met de initiatiefnemer en ondernemers afspraken gemaakt over (in acht) te nemen maatregelen (zoals waar en wanneer/tijdstippen van bevoorrading). Daarbij zal bijvoorbeeld worden bezien of/in hoeverre de voor de projectlocatie aanwezige bushaltestrook hierin een functie kan vervullen.
-
7. Naar aanleiding van de gemaakte opmerking is een nieuw verkeersonderzoek uitgevoerd en gerapporteerd in de plantoelichting, waarin de door inspreker genoemde stijging van verkeerhandelingen is meegenomen. Dit onderzoek toont aan dat de verkeersafwikkeling en verkeersveiligheid na realisatie van Het Wapen van Breskens voldoende is gewaarborgd. In dit onderzoek is naast een autonome groei van de verkeersintensiteiten van 1,2% per jaar ook rekening gehouden met de richtlijnen voor een Duurzaam Veilige weginrichting (Duurzaam Veilig) en is uitgegaan van een worst-case scenario.
-
8. De verwachte verkeersintensiteit op de bedoelde wegen zal in de toekomstige situatie, ondanks de berekende toename van maximaal circa 500 mvt/etmaal, dermate laag zijn dat de verkeersafwikkeling en verkeersveiligheid op de wegen gewaarborgd blijft.
-
9. Het is niet gebruikelijk om bij de planvorming uit te gaan van de aller-drukste dagen van het jaar. Deze dagen zijn te schaars om het wegennet hierop in te richten. Het is wel gebruikelijk om in plaats van een gemiddelde weekdag de gemiddelde werkdag te hanteren. In het onderzoek is hier ook van uitgegaan.
-
10. Mogelijk enige privacyhinder voor de met name achter het Wapen van Breskens gelegen woonpercelen wordt niet ontkent. Dit is hier ook nauwelijks te voorkomen en in de huidige situatie al aan de orde. Gelet op de feitelijk situatie (hotel) en de planologisch reeds bestaande bouwmogelijkheden is de gemeente echter van mening dat er geen sprake is van een wezenlijke verslechtering van de huidige privacysituatie. De planologisch geldende afstand tussen de hoofdbebouwing en de achterliggende woningen blijft mede ook om deze reden nagenoeg gehandhaafd. In het bouwplan voor de nu voorliggende ontwikkeling zijn in de zijgevel aan de noordwestzijde geen raam- en deuropeningen (en dergelijke) opgenomen. Aan de zijde van het Molenwater is bij de indeling van de zijgevel en de inrichting van de appartementen zoveel mogelijk rekening gehouden met beperking van eventuele privacyhinder. Daarnaast wordt opgemerkt dat aan de achterzijde in het tussenliggende gebied de aanwezige erfbebouwing en beplanting de inkijk beperkt.