Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: De Lindenhoeve Sluis
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.1714.BPlindenhoeve12-OH01

Artikel 7 Algemene aanduidingsregels

7.1 Vrijwaringszone molenbiotoop

7.1.1 Bouwregels

In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' de volgende regels:
  1. binnen een afstand van 100 meter tot het middelpunt van de molen worden ten behoeve van de onderliggende bestemmingen geen omgevingsvergunningen voor afwijken verleend of wijzigingsbevoegdheden toegepast voor het oprichten van nieuwe bebouwing of de verhoging van bouwhoogten;
  2. indien in de zone tussen 100 en 400 meter vanaf het middelpunt van de molen ten behoeve vande onderliggende bestemmingen bij omgevingsvergunningen wordt afgeweken of wijzigingsbevoegdheden worden toegepast geldt een maximale bouwhoogte van 11,3 meter.
  3. indien op grond van de artikelen geldend voor de onderliggende bestemmingen een lagere maximale bouwhoogte geldt dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte ingevolge het bepaalde onder 2, prevaleert de maximaal toelaatbare bouwhoogte van de betreffende artikelen;

7.1.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1.1 onder a
en b, indien:
  1. de vrije windvang of het zicht op de molen al zijn beperkt vanwege aanwezige bebouwing en de windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt vanwege de nieuw op te richten bebouwing.

7.1.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

7.1.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone-molenbiotoop' en gelegen binnen een afstand van 100 m tot het middelpunt van de molen, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken ofwerkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
  1. het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande begroeiing;
een en ander met inachtneming van het volgende:
  1. omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden wordt niet verleend voor beplanten met bomen, heesters en andere opgaande beplanting die als zij volgroeid is, hoger is dan de onderste punt van de verticaal staande wiek.

7.1.3.2 Uitzondering op het aanlegverbod

Het verbod van 7.1.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
  1. werken en/of werkzaamheden die normaal beheer of onderhoud betreffen;
  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
  3. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

7.1.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 7.1.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien het huidige en/of toekomstige functioneren van de molen als werktuig en/of de waarde van de molen als cultuurhistorisch en landschapsbepalend element niet onevenredig wordt of kan worden aangetast.