Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Sint Sebastiaanstraat 14
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1714.WPSintSebastiaan14-VG01

Regels

1 Inleidende regels

 

Artikel 1 Begrippen

1.1 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1714.WPSintSebastiaan14-VG01 met bijbehorende regels;

1.2 moederplan

Bestemmingsplan 'Kom Aardenburg' als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1714.012bpabg10-VG01;

1.3 parapluplan archeologie

Bestemmingsplan 'Sluis, Parapluplan Archeologie' als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1714.pparcheologie-VG01;

1.4 plan

Het wijzigingsplan 'Sint Sebastiaanstraat 14' van de gemeente Sluis;
 
Voor het overige blijven de begrippen behorende bij artikel 1 van het moederplan, voor zover relevant, van toepassing.

Artikel 2 Wijze van meten

De regels behorende bij artikel 2 van het moederplan zijn op dit plan van toepassing.

2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Groen

De regels behorende bij artikel 9 van het moederplan zijn op dit plan, voor zover relevant, van toepassing.

Artikel 4 Wonen

De regels behorende bij artikel 16 van het moederplan zijn op dit plan, voor zover relevant, van toepassing.
 
De regels onder lid 16.4 'specifieke gebruiksregels' worden aangevuld met lid 16.4.3 'toegestaan gebruik':
 
In aanvulling op het bepaalde in lid 16.1 is:
  1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' uitsluitend permanente bewoning toegestaan.

Artikel 5 Waarde - Archeologie 1a

De regels behorende bij artikel 4 van het parapluplan archeologie zijn op dit plan, voor zover relevant, van toepassing, waarbij:
 
Lid 4.2.2 sub a wordt gewijzigd in:
  1. ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag worden gebouwd, tenzij de grond-of graafwerkzaamheden dieper gaan dan 1,50 meter beneden het maaiveld en hierbij het te verstoren oppervlak dieper dan 1,50 meter beneden het maaiveld groter is dan 50 m²;
Lid 4.3.1 wordt gewijzigd in:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd via een omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1, sub c juncto artikel 2.12, lid 1, sub a, sub 1 Wabo af te wijken van het bepaalde onder artikel 4.2.2 sub a ten behoeve van het bouwen in een plangebied met een te verstoren oppervlak groter dan 50 m² en dieper dan 1,50 meter beneden het maaiveld, indien de aanvrager van de vergunning artikel 2.1, lid 1 sub a Wabo een archeologisch rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate worden veiliggesteld. 
 
Lid 4.4.1 wordt gewijzigd in:
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1 sub b Wabo) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
  1. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 1,50 meter beneden het maaiveld, waartoe ook wordt gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en aanleggen van drainage door kettingtechniek;
  2. het ophogen van de bodem met meer dan 2,00 meter waartoe wordt gerekend het aanleggen van tijdelijke gronddepots;
  3. het aanleggen, vergraven, verruimen en dempen van sloten, vijvers en andere wateren op een grotere diepte dan 1,50 meter beneden het maaiveld;
  4. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, zulks indien de diepte van de aan te brengen verharding meer 1,50 meter beneden het maaiveld bedraagt;
  5. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op één of andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond op een grotere diepte dan 1,50 meter beneden het maaiveld;
  6. het verlagen van het waterpeil, voor zover dit geen bevoegdheid van het waterschap betreft;
  7. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd op een grotere diepte dan 1,50 meter beneden het maaiveld;
  8. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur op een grotere diepte dan 1,50 meter beneden het maaiveld.
Lid 4.4.2 sub a wordt gewijzigd in:
  1. een te verstoren oppervlak van het plangebied beslaan van ten hoogste 50 m², of een verstorend oppervlak onder 1,50 meter beneden het maaiveld te hebben van minder dan 50 m²;
Lid 4.5.2 sub b wordt gewijzigd in:
  1. een te verstoren oppervlak van het plangebied beslaan van ten hoogste 50 m² of een verstorend oppervlak dieper dan 1,50 meter te hebben van minder dan 50 m²;
Lid 4.5.4 wordt gewijzigd in:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4 lid 4.5.1, kunnen burgemeester en wethouders de regel verbinden dat de sloopwerken vanaf het maaiveld en dieper worden begeleid door een gekwalificeerd deskundige, indien de latere verstoringsoppervlakte groter is dan 50 m² of het latere verstorend oppervlak dieper dan 1,50 meter beneden het maaiveld groter is dan 50 m².

3 Algemene regels

Artikel 6 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen, buiten beschouwing.

Artikel 7 Overige regels

De regels behorende bij artikel 22 t/m 25 van het moederplan zijn op dit plan, voor zover relevant, van toepassing.

4 Overgangs- en slotregels

Artikel 8 Overgangsrecht

8.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10;

8.2 Overgangsrecht gebruik

  1. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten.
  4. het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 9 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:
 
Regels van het wijzigingsplan 'Sint Sebastiaanstraat 14'