direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Wijzigingsplan Bewester Eede 3 te Sluis
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.wpbewestereede11wp-VG01

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Omgevingsplan Zeeland

Op 30 juni 2006 heeft provincie Zeeland het Omgevingsplan Zeeland 2006-2012 opgesteld. Hierin zijn de beleidsuitgangspunten ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen in de provincie opgenomen.

De kerngedachte van het Omgevingsplan is dat ontwikkelingen de ruimte moeten krijgen, maar wel met kwaliteit. Het Omgevingsplan biedt voor het buitengebied twee strategieën:

  • beschermen;
  • ruimte voor nadere afweging.

Volgens het Omgevingsplan Zeeland van provincie Zeeland, zoals te zien in onderstaande figuur, is de planlocatie gelegen in een gebied dat niet nader is aangemerkt. Hiermee valt de planlocatie binnen het gebied waarop de strategie "ruimte voor nadere afweging" van toepassing is.

afbeelding "i_NL.IMRO.1714.wpbewestereede11wp-VG01_0008.jpg" Beleidskaart provincie Zeeland.
Bron: Provincie Zeeland.

Binnen deze strategie is sprake van "onderhandelbare schaarste". Dit houdt in dat, afhankelijk van de omgevingskwaliteiten, de ruimte bestaat voor nieuwe ontwikkelingen.

Ten aanzien van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf is in het Omgevingsplan het volgende gesteld:

"Aan de grondgebonden landbouw worden ruime ontwikkelingsmogelijkheden geboden, inclusief (onder voorwaarden) mogelijkheden voor teeltondersteunende voorzieningen, aquacultuur, energie - opwekking, niet - grondgebonden neventakken en niet - agrarische nevenactiviteiten in de vorm van Nieuwe Economische Dragers. Daarbij is van belang dat nieuwe agrarische bedrijven in beginsel niet worden toegestaan, tenzij daarmee bestaande ruimtelijke of milieuknelpunten worden opgelost. Een voorbeeld daarvan zijn bedrijven die verplaatst moeten worden in het kader van een gebiedsgerichte aanpak.

Het beleid voor de niet - grondgebonden landbouw is gericht op het bevestigen van de bestaande situatie, waarbij bestaande hoofdberoepsbedrijven begrensde ontwikkelingsmogelijkheden krijgen. Ook de ontwikkeling van nevenberoepsbedrijven is begrensd."

Vanuit het Omgevingsplan wordt uitbreiding van een agrarisch bedrijf beperkt mogelijk gemaakt. Hierbij geldt de voorwaarde dat aan het principe 'verevening' moet worden voldaan. Dit houdt in dat bij bepaalde ontwikkelingen, waaronder uitbreiding van een agrarisch bedrijf, moet worden geïnvesteerd in de ruimtelijke kwaliteit. De regels voor verevening zijn in het bestemmingsplan "Buitengebied" van gemeente Sluis opgenomen binnen de van toepassing zijnde bepalingen. Verdere toetsing vindt daarom plaats aan het bestemmingsplan "Buitengebied".

Zoals eerder aangegeven is de planlocatie gelegen in een Nationaal Landschap. Hiervoor zijn door de provincie verschillende kernkwaliteiten opgesteld. Deze kernkwaliteiten worden in samenwerking met de gemeenten uit de regio versterkt. Ten aanzien van ontwikkelingen in het buitengebied zijn de uitgangspunten voor versterking van de betreffende kernkwaliteiten doorvertaald in het bestemmingsplan "Buitengebied" van de gemeente Sluis. Verdere toetsing zal daarom plaatsvinden aan het bestemmingsplan.

Hiermee past de voorgenomen ontwikkeling binnen de beleidskaders zoals gesteld in het Omgevingsplan Zeeland 2006-2012 van provincie Zeeland.

3.2.2 Gebiedsplan West Zeeuwsch-Vlaanderen - Natuurlijk Vitaal

Op 13 juli 2004 is door provincie Zeeland het Gebiedsplan West Zeeuwsch-Vlaanderen vastgesteld. Hierin is een gebiedsgerichte aanpak voor de regio West Zeeuws-Vlaanderen opgenomen, waarvan gemeente Sluis deel uitmaakt.

De hoofdlijnen voor de ontwikkeling van West Zeeuws-Vlaanderen zijn als volgt:

  • uitgangspunt is behoud van de bestaande kwaliteit en ruimte voor nieuwe ontwikkelingen;
  • de combinatie van cultuur en natuur die het landschap door de eeuwen heen gevormd heeft verdient een zorgvuldige benadering maar geen bevriezing van de situatie;
  • op basis van de verschillende landschapstypen worden de volgende gewenste ontwikkelingen geschetst:
    • 1. dekzandgebied: nieuwe agrarische ontwikkelingen zijn mogelijk, agrarische en recreatieve ontwikkelingen gaan samen, beheer en ontwikkeling van kleinschalig landschap staan voorop en natuurontwikkeling vindt vooral plaats langs de kreken;
    • 2. Zeeuwse en Vlaamse polders: ruimte voor nieuwe ontwikkelingen zoals nieuwe vormen van bedrijvigheid (zowel agrarische als industrieel) in een groen kader, ontwikkeling voor akkerbouw, veehouderij, fruitteelt en agro - industrie;
    • 3. kustzone: behoud en versterking van bestaand kwaliteiten, integrale ontwikkeling van een robuust kustlandschap, natuurwaarden, recreatie en toerisme, landschappelijk versterken van dijken een dijkbeplanting, ontwikkelingskansen voor (verbrede) landbouw en veeteelt met weidegang;
    • 4. de leefbaarheid van de regio is eveneens een belangrijk hoofdpunt van beleid; de bedrijvigheid kan worden versterkt en er worden aantrekkelijke huisvestingsmogelijkheden geboden in Sluis; het recreatieve product dient kwalitatief te worden versterkt; door een samenhangend pakket wordt de aantrekkelijkheid van het gebied om er te wonen, te werken en te recreëren opgewaardeerd (uniek wonen, werken en recreëren).

Voor de landbouw worden de volgende mogelijkheden nader omschreven:

De landbouwbedrijven in West Zeeuws-Vlaanderen realiseren een verbetering van hun positie door te werken aan een goede bedrijfsstructuur, duurzamer te produceren, maatregelen te nemen voor een ruimere teeltkeuze en samen te werken. De overheid draagt hieraan bij door kavelruil mogelijk te maken en mogelijkheden te scheppen voor aanvullende inkomsten (recreatie, verhuur, dienstverlening) op het (grondgebonden) agrarisch bedrijf. Niet alleen vanwege de economische functie, maar ook als beeldbepalende functie in het landschap.

In onderhavig geval is sprake van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf om een duurzame en een doelmatige bedrijfsvoering mogelijk te maken. Dit past binnen de ontwikkelingsmogelijkheden zoals zijn gesteld in het Gebiedsplan West Zeeuwsch-Vlaanderen - Natuurlijk Vitaal van provincie Zeeland.

3.2.3 Provinciale Ruimtelijke Verordening

Op 16 november 2010 heeft de provincie Zeeland de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) als ontwerp vastgesteld. Hierin zijn regels opgenomen ten aanzien van:

  • intensieve veehouderij (regels over nieuwvestiging, omschakeling en omvang van hoofd- en neventakken intensieve veehouderij);
  • concentratiebeleid voor de glastuinbouw;
  • concentratie van agrarische bebouwing binnen een bouwvlak en een specifieke regeling voor teeltondersteunende voorzieningen;
  • in acht name van een bufferzone tussen agrarische activiteiten en woon- en recreatiegebieden;
  • bescherming van de kernzone van de waterkeringen;
  • regels voor de vensters op Zeeland (panorama's gezien vanaf de A58 en N62);
  • bescherming Zeeuwse Ecologische Hoofdstructuur, in acht name van een bufferzone rond natuurgebieden, bescherming van de agrarische gebieden met ecologische betekenis, waarborgingsbeleid voor begrensde natuurontwikkelingsgebieden en compensatiebeginsel;
  • maximum aantal eenheden voor kleinschalig kamperen (25 eenheden) en landschapscampings (60 eenheden) en regeling niet- permanente standplaatsen;
  • tegengaan nieuwvestiging en uitbreiding lawaaisporten;
  • molenbiotopen;
  • woningbouw- en bedrijventerreinprogrammering;
  • tegengaan permanente bewoning recreatiewoningen;
  • onderdelen detailhandelsbeleid;
  • regels voor kantoorvestiging;
  • concentratiebeleid windenergie.

De van toepassing zijnde regels uit de PRV zijn verwerkt in het bestemmingsplan "Buitengebied" van gemeente Sluis. Verdere toetsing vindt dan ook plaats aan het bestemmingsplan.

3.2.4 Conclusie

De voorgenomen ontwikkeling past binnen de mogelijkheden die worden geboden vanuit het provinciaal beleid, mits aan verscheidene voorwaarden wordt voldaan. Deze voorwaarden zijn opgenomen in het bestemmingsplan "Buitengebied" van gemeente Sluis. Verdere toetsing dient dan ook plaats te vinden aan het bestemmingsplan.