direct naar inhoud van 4.6 Cultuurhistorie
Plan: Waterlandkerkje - Goedleven 8
Status: ontwerp
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.wpgoedleven8-VG01

4.6 Cultuurhistorie

Cultuurhistorie - Algemeen

De rol van cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening is de laatste jaren sterk toegenomen. Bij het opstellen van plannen moeten cultuurhistorische waarden tijdig in beeld worden gebracht. Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) stelt in dat verband specifieke eisen aan het opstellen van bestemmingsplannen. Waar mogelijk moeten cultuurhistorische waarden worden behouden of versterkt. Cultuurhistorie is daarmee veelal een sturend onderdeel geworden in de ruimtelijke ordening.

Binnen het plangebied is op grond van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zeeland geen sprake van specifieke cultuurhistorische waarden. Ook is de bebouwing op het perceel niet opgenomen in de lijst van monumenten en cultuurhistorische panden uit het bestemmingsplan Buitengebied. Wel ligt het plangebied in het Nationaal Landschap Zuidwest-Zeeland. De structuren in het landschap kunnen als cultuurhistorisch waardevol worden aangemerkt. De ontwikkeling doet geen afbreuk aan deze structuren. In het inrichtingsplan is op de aanwezige landschapsstructuur aangesloten. Het is ook niet noodzakelijk om nadere regels te stellen ter bescherming van cultuurhistorische waarden.

Archeologie

Ter implementatie van het Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving is in 2007 de Wet op de archeologische monumentenzorg als onderdeel van de Monumentenwet in werking treden. De kern van de wet is dat wanneer de bodem wordt verstoord, de archeologische resten intact moeten blijven. De wet verplicht gemeenten bij het opstellen van ruimtelijke plannen en projecten rekening te houden met de in hun bodem aanwezige waarden.

Op 21 juni 2011 heeft de gemeenteraad de Verordening interimbeleid archeologie Sluis vastgesteld. Hierin zijn bij bepaalde oppervlakten van bodemingrepen vrijstellingen verleend. Deze oppervlakten zijn gekoppeld aan de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). Het plangebied ligt volgens deze kaart in een gebied met een lage/zeer lage verwachtingswaarde. Op grond van de verordening geldt in dergelijke gebieden een vrijstelling van archeologisch onderzoek bij ingrepen kleiner dan 2.500 m2. Omdat de ingreep in de bodem als gevolg van de uitvoering van dit wijzigingsplan kleiner is (circa 1.500 m2) is het uitvoeren van archeologisch onderzoek niet noodzakelijk.

In het bestemmingsplan Buitengebied zijn archeologische monumenten en archeologische verwachtingswaarden vertaald naar een juridische regeling in verschillende archeologische dubbelbestemmingen. Voor het plangebied geldt geen hoge verwachting op het aantreffen van archeologische vindplaatsen. Er is daarom ook geen beschermende regeling van toepassing.

Als bij de werkzaamheden toch archeologisch resten worden aangetroffen, geldt op grond van de Monumentenwet een meldingsplicht.