Plan: | Sint Pietersdijk 10, Sint Kruis |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1714.wpstpietersdijk10-ON01 |
De locatie Sint Pietersdijk 10 te Sint Kruis betreft een bedrijfslocatie in het buitengebied van de gemeente Sluis. In het verleden was een straalbedrijf gevestigd op de locatie. Nadat het straalbedrijf verhuisd is, heeft een transportbedrijf zich op de locatie gevestigd.
Voor het straalbedrijf was in het geldende bestemmingsplan een specifieke functie-aanduiding opgenomen omdat dit bedrijf een zwaardere milieucategorie heeft dan in zijn algemeenheid in het buitengebied gewenst is. Nu uit een handhavingstraject gebleken is dat het straalbedrijf niet meer aanwezig is, kan die functie-aanduiding vervallen en worden daarmee uitsluitend nog categorie 2-bedrijven (bedrijven in een lagere milieucategorie) toegestaan, conform het algemene beleid in het buitengebied van de gemeente Sluis.
In het bestemmingsplan 'Buitengebied Sluis' is in artikel 12.6.2 de mogelijkheid opgenomen om de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerking- en straalgritbedrijf' in te trekken en hiermee het bestemmingsplan te wijzigen door middel van het vaststellen van een wijzigingsplan. Het college van burgemeester en wethouders is hiertoe bevoegd.
Het voorliggende wijzigingsplan voorziet in het intrekken van deze functieaanduiding.
Het plangebied ligt op de locatie Sint Pietersdijk 10 te Sint Kruis. Het plangebied bestaat uit de volgende kadastrale percelen:
Het gezamenlijk oppervlak van de percelen binnen het plangebied betreft circa 9.650 m2.
Afbeelding 1 | Luchtfoto met plangrens (bron: ruimtelijkeplannen.nl; bewerking Juust B.V.)
Het doel van dit wijzigingsplan is om de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerking- en straalgritbedrijf' in te trekken. De kwaliteit van de leefomgeving is daardoor gewaarborgd.
Dit wijzigingsplan bestaat uit deze toelichting, regels en een verbeelding. Deze toelichting bestaat naast dit inleidende hoofdstuk uit vier hoofdstukken. In hoofdstuk 2 wordt het initiatief toegelicht en de daarbij horende juridische regeling. Hoofdstuk 3 beschrijft het geldende beleidskader. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de verschillende omgevingsaspecten beoordeeld. In hoofdstuk 5 wordt tot slot de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid beschreven.
Het plangebied bestaat uit een aantal bedrijfsopstallen en een bijbehorende bedrijfswoning (zie afbeelding 1). Aan de noordzijde van het plangebied ligt de Sint Pietersdijk. Het plangebied wordt aan de noordwestzijde omzoomd door een bomenrij en aan de zuidzijde door een bos. Aan de oost- en westzijde van het plangebied ligt agrarische grond waarbij aansluitend aan de oostzijde de kreek Groote Gat is gelegen. In de huidige situatie heeft zich een transportbedrijf gevestigd op de locatie (afbeelding 2). De werkzaamheden van het transportbedrijf bestaan uit het stallen van vrachtwagens en het uitvoeren van reparatie en onderhoud.
Het college van B&W heeft besloten om het transportbedrijf te legaliseren indien, door middel van akoestisch onderzoek, aangetoond kan worden dat het transportbedrijf gelijk is aan milieucategorie 2. De bedoeling is daarvoor een reguliere omgevingsvergunning te verlenen. Het legaliseren van het transportbedrijf is niet meegenomen in het wijzigingsplan. Het wijzigingsplan voorziet enkel in het intrekken van de functieaanduiding.
Afbeelding 2 | Huidige situatie plangebied (bron: Google Maps Streetview)
Het plangebied zal geen fysieke verandering ondergaan. In de toekomstige situatie wordt de huidige bebouwing gehandhaafd en zijn er geen sloop- of bouwwerkzaamheden voorzien. Echter, door het intrekken van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerking- en straalgritbedrijf' is er op het plangebied juridisch minder mogelijk, waardoor de kwaliteit van de leefomgeving gewaarborgd is. In de toekomstige situatie mogen enkel bedrijven uit milieucategorie 1 of 2 zich vestigen op de locatie Sint Pietersdijk 10 te Sint Kruis (zie paragraaf 4.2 Bedrijven en milieuzonering).
Ter plaatse van het plangebied geldt het bestemmingsplan 'Buitengebied' van de gemeente Sluis, met de daarbij behorende herzieningen. Dit bestemmingsplan is op 28 mei 2015 door de gemeenteraad vastgesteld. De gronden zijn in dit bestemmingsplan bestemd voor 'Bedrijf' met bouwvlak. Tevens ligt op een groot deel van het plangebied de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie 2'. Daarnaast is de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerking- en straalgritbedrijf' opgenomen. Verder ligt er op het plangebied de gebiedsaanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 1' met de wijzigingsbevoegdheid om gebruik te maken van de landgoederenregeling, zoal opgenomen in artikel 46.3. De in het moederplan opgenomen wijzigingsmogelijkheid voor landschapscamping is met de 2e herziening vervallen en dus niet meer van toepassing.
Afbeelding 3 | Uitsnede geldend bestemmingsplan (bron: ruimtelijkeplannen.nl, bewerking: Juust)
In het geldende bestemmingsplan is in artikel 12.6.2 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee het college van burgemeester en wethouders, na bedrijfsbeëindiging, de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf' zoals bedoeld in artikel 12.1 onder d tot en met q kunnen laten vervallen indien de bedrijfsactiviteit waarop de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf' betrekking heeft daadwerkelijk is beëindigd. Het straalbedrijf is verhuisd waardoor de bedrijfsactivitein op deze locatie zijn beëindigd. De bedrijfsactiviteiten zijn op 1 maart 2019 stopgezet. Hierdoor kan voor deze locatie de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerking- en straalgritbedrijf' ingetrokken worden.
In het wijzigingsplan blijft de enkelbestemming 'Bedrijf' onveranderd. De functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerking- en straalgritbedrijf' komt te vervallen. De dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie-2' blijft behouden evenals de gebiedsaanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 1'.
In de Wet ruimtelijke ordening met bijbehorende Besluit ruimtelijke ordening heeft het bestemmingsplan een belangrijke rol als normstellend instrument voor het ruimtelijk beleid van de gemeente, provincies en het rijk,. In de ministeriële 'Regeling standaarden ruimtelijke ordening' hierna (Rsro) is vastgelegd dat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (hierna SVBP 2012) de norm is voor de vergelijkbaarheid van bestemmingsplannen, die tot doel heeft om te komen tot een geüniformeerde en gestandaardiseerde opzet van bestemmingsplannen in Nederland. Deze methodiek is onverkort gevolgd. Het wijzigingsplan is daarbij tevens digitaal vervaardigd en is daarom ook digitaal raadpleegbaar via internet.
Naast het feit dat de bestemmingen, aanduidingen en weergave van de verbeelding gestandaardiseerd zijn, vloeit de redactie van de regels ten aanzien van het overgangsrecht en de anti dubbeltelbepaling rechtstreeks voort uit het Besluit ruimtelijke ordening. De beleidsmatige inhoud van het bestemmingsplan is niet gestandaardiseerd. De gemeente behoudt haar vrijheid ten aanzien van de inhoud en vormgeving aangaande de toelichting.
Verbeelding
De verbeelding geeft de bestemmingen weer. Binnen de bestemmingsvlakken kunnen bouwvlakken, bouw-, gebieds-, functie-, en maatvoeringsaanduidingen aangegeven worden, waarbinnen een aantal specifieke bouwregels en functies kunnen worden aangegeven. Deze hebben juridische betekenis, omdat daar in de regels naar wordt verwezen. De topografische ondergrond die gebruikt is als basis voor de verbeelding heeft geen juridische status.
Regels
Algemeen
De regels bevatten bepalingen over het gebruik van de gronden, over de toegelaten bebouwing en bepalingen betreffende het gebruik van op te richten bouwwerken. De regels zijn, conform de wettelijk verplicht gestelde SVBP 2012, onderverdeeld in vier hoofdstukken:
- Hoofdstuk 1 Inleidende regels
- Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
- Hoofdstuk 3 Algemene regels
- Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
De regels die deel uitmaken van het bestemmingsplan 'Buitengebied' van de gemeente Sluis inclusief de herzieningen zijn onverkort van toepassing op het wijzigingsplan 'Sint Pietersdijk 10, Sint Kruis' van de gemeente Sluis.
Structuurvisie Infrastructuur & Ruimte
Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur & Ruimte vastgesteld (SVIR). Het Rijk streeft naar een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. Hiernaar wordt gestreefd middels een krachtige aanpak die gaat voor een excellent internationaal vestigingsklimaat, ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt.
Belangrijk thema in deze structuurvisie is de ladder voor duurzame verstedelijking. De ladder voor duurzame verstedelijking is ingericht voor een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten waardoor de ruimte in stedelijke gebieden optimaal benut wordt. De ladder is verankerd in het Besluit ruimtelijke ordening en luidt als volgt:
De toelichting bij een wijzigingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het wijzigingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.
In welke gevallen er sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling is niet concreet vastgelegd. Voorgenomen ontwikkeling voorziet slechts in het intrekken van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerking- en straalgritbedrijf'. De ontwikkeling is daarmee niet aan te merken als een stedelijke ontwikkeling. Een toetsing aan de ladder voor duurzame verstedelijking kan derhalve achterwege blijven. Het rijksbeleid staat een dergelijke ontwikkeling niet in de weg.
Omgevingsplan Zeeland 2018
Op 21 september 2018 heeft het college van Gedeputeerde Staten het Omgevingsplan 2018 vastgesteld. Het Omgevingsplan geeft de provinciale visie en provinciale belangen op Zeeland weer, waar de Provincie Zeeland een (groot) belang aan hecht. Alle hoofdlijnen voor de fysieke leefomgeving zijn opgenomen. Zowel op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling, maar ook economie, mobiliteit, natuur, cultuur, water en milieu.
Met betrekking tot bedrijvigheid richt het Omgevingsplan zich op een concentratie en bundeling van bedrijvigheid. Bedrijven met milieu-impact wordt daarom zoveel mogelijk geclusterd op bedrijventerreinen, met de nadruk op ontwikkeling van de grootschalige terreinen. Met het intrekken van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – metaalbewerking- en staalgritbedrijf' wordt de toegestane milieucategorie op de locatie Sint Pietersdijk 10 verlaagd naar maximaal milieucategorie 2. Hierdoor wordt de milieu-impact ter plaatse in het buitengebied lager. Het omgevingsplan staat een dergelijke functiewijziging niet in de weg.
Omgevingsverordening Zeeland 2018
De Omgevingsverordening Zeeland 2018 gaat net als het Omgevingsplan ook over de fysieke leefomgeving van de provincie. Bij de beoordeling van ruimtelijke plannen is vooral hoofdstuk 2 welke gaat over het ruimtelijk domein van belang. In artikel 2.3 van de omgevingsverordening zijn regels opgenomen met betrekking tot bedrijven. Daaruit volgt dat bedrijvigheid zich bij voorkeur vestigt op een bedrijventerrein. Er zijn echter geen specifieke regels in de Omgevingsverordening opgenomen die het intrekken van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – metaalbewerking- en staalgritbedrijf' in de weg staat.
Provinciaal beleid staat de vaststelling van het plan niet in de weg.
Visiedocument Krachtig Verbonden 2021
Het Visiedocument Krachtig Verbonden is een samensmelting van de gemeentelijke ruimtelijke structuurvisie en het beleidsplan op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In het visiedocument worden randvoorwaarden vanuit het gemeentelijke beleid gegeven waaraan het bestemmingsplan moet voldoen. Met betrekking tot bedrijvigheid heeft de gemeente de ambitie om de werkgelegenheid binnen de gemeente/regio te behouden door een duurzaam en toekomstbestendig vestigingsklimaat voor nieuwe en bestaande bedrijven en detailhandelsvestigingen te creeëren. Voor bedrijventerreinen heeft de gemeente Sluis generieke uitgangspunten benoemd, de volgende hebben een raakvlak met het plan:
Dit wil de gemeente Sluis bereiken door onder meer:
Er zijn in het visiedocument geen specifieke aspecten opgenomen die dit plan raken. Met het intrekken van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – metaalbewerking- en staalgritbedrijf' wordt de toegestane milieucategorie op de locatie Sint Pietersdijk 10 verlaagd naar maximaal milieucategorie 2. Hierdoor wordt uitvoering gegeven aan het gemeentelijk beleid dat in het buitengebied, met uitzonderingen, maximaal milieucategorie 2 toestaat.
Er bestaat een duidelijke relatie tussen milieubeleid en ruimtelijke ordening. De laatste decennia groeien deze beleidsvelden dan ook naar elkaar toe. De milieukwaliteit vormt een belangrijke afweging bij de ontwikkelingsmogelijkheden van ruimtelijke functies. Bij de besluitvorming over het al dan niet toelaten van een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling wordt dan ook onderzocht welke omgevingsaspecten daarbij een rol (kunnen) spelen. Het is van belang om milieubelastende functies (zoals bepaalde bedrijfsactiviteiten) ruimtelijk te scheiden ten opzichte van milieugevoelige functies zoals woningen. Andersom moet in de ruimtelijke ordening nadrukkelijk rekening gehouden worden met de gevolgen van ruimtelijke ingrepen voor het milieu. Milieubelastende situaties moeten voorkomen worden.
Gelet op de opgave van de voorgenomen ontwikkeling behoeft uitsluitend het aspect 'Bedrijven en milieuzonering' te worden beschouwd. Het intrekken van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – metaalbewerking- en staalgritbedrijf' heeft enkel positieve effecten op de leefomgeving aangezien hierdoor ter plaatse enkel bedrijven uit maximaal milieucategorie 2 zijn toegestaan. Bedrijven in milieucategorie 2 hebben minder effecten op de omgeving waar het gaat om de thema's geluid, luchtkwaliteit, externe veiligheid, natuur etc. dan categorie 3-bedrijven. Om deze reden behoeven de overige aspecten van de 'Kwaliteit van de leefomgeving' niet nader beschouwd te worden.
Een goede ruimtelijke ordening voorziet in het voorkomen van voorzienbare hinder en gevaar door milieubelastende activiteiten. Sommige activiteiten die planologisch mogelijk worden gemaakt, veroorzaken milieubelasting voor de omgeving. Andere (gevoelige) functies moeten juist beschermd worden tegen milieubelastende activiteiten. Door bij nieuwe ontwikkelingen voldoende afstand in acht te nemen tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en gevoelige functies (zoals woningen) worden hinder en gevaar voorkomen en wordt het bedrijven mogelijk gemaakt zich binnen aanvaardbare voorwaarden te vestigen. Het doel van milieuzonering is om te komen tot een optimale kwaliteit van de leefomgeving.
Op het plangebied ligt in de huidige situatie de bestemming 'Bedrijf' met de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – metaalbewerking- en staalgritbedrijf'. Door het intrekken van de functie-aanduiding, waar dit wijzigingsplan in voorziet, wordt de toegestane milieucategorie ter plaatse verlaagd van milieucategorie 4.1 naar maximaal milieucategorie 2. Dit betekent dat op de locatie Sint Pietersdijk 10 te Sint Kruis enkel bedrijven gevestigd mogen worden uit milieucategorie 1 of 2.
Door het intrekken van de funtieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – metaalbewerking- en staalgritbedrijf' wordt de richtafstand ter plaatse verlaagd. Voor een bedrijf behorende tot milieucategorie 4.1 geldt een richtafstand van 200 meter tot het gebiedstype 'rustig buitengebied'. Voor een bedrijf behorend tot milieucategorie 1 of 2 geldt een richtafstand tot het gebiedstype 'rustig buitengebied' van respectievelijk 10 en 30 meter. De afstand tussen de bedrijfsbestemming en de dichtsbijgelegen woonfunctie bedraagt ca. 60 meter. Hierdoor wordt in de toekomstige situatie voldaan aan de nieuwe richtafstand ten opzichte van de woonfuncties in de nabijheid van het plangebied. Het woon- en leefklimaat van de omliggende woningen is door deze functiewijziging gewaarborgd.
Omgevingsaspecten zijn onderzocht en vormen geen belemmering voor de ontwikkeling. Planologische medewerking aan het initiatief ligt dan ook in de rede.
Voor bouwplannen zoals die zijn aangewezen in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het uitgangspunt dat de gemeenteraad een exploitatieplan vaststelt. Van de verplichting een exploitatieplan vast te stellen kan onder andere worden afgeweken als het verhaal van kosten van de grondexploitatie anderszins is verzekerd, bijvoorbeeld door een anterieure overeenkomst of doordat de verplicht te verhalen kosten zijn verdisconteerd in de grondprijs.
Er is bij de voorgenomen ontwikkeling geen sprake van een bouwplan zoals bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Dit wijzigingsplan is opgesteld naar aanleiding van een handhavingskwestie. Hierdoor is er geen noodzaak om een exploitatieplan vast te stellen of anterieure overeenkomst te sluiten. De kosten van dit wijzigingsplan zijn voor de gemeente.
Vooroverleg
Vooroverleg zoals bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening is voor dit plan van toepassing. In het kader van dit bestuurlijke vooroverleg is het plan in ieder geval toegezonden aan de provincie, het waterschap en de veiligheidsregio.
Ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan
Gelet op het bepaalde in artikel 3.8 Wro in combinatie met afdeling 3.4 Awb wordt een ontwerpwijzigingsplan, na voorafgaande bekendmaking, gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd. Een ieder is dan in de gelegenheid zijn of haar zienswijze mondeling of schriftelijk kenbaar te maken bij het college van burgemeester en wethouders. Vaststelling van het wijzigingsplan, al dan niet in gewijzigde vorm, gebeurt met inachtneming van de ingediende zienswijzen.