| Plan: | TAM-omgevingsplan Klaeiterp 2 Wiuwert |
|---|---|
| Status: | ontwerp |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.1900.2025TAMOwiuwklt2-ontw |
Preambule
Dit TAM-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van gebiedsontwikkeling op de locatie TAM-omgevingsplan Klaeiterp 2 Wiuwert en is als een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22f) opgenomen in het omgevingsplan van de gemeente Súdwest Fryslân. Dit hoofdstuk is bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.
De in dit op https://www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel-omgevingsplan) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk [22f] van het omgevingsplan van de gemeente Súdwest Fryslân.
In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '22f.' gelezen worden.
In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '22f.' gelezen worden.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden de volgende begripsbepalingen:
Voor dit deel-omgevingsplan gelden de volgende doelen:
Meetbepalingen die, op de dag van inwerkingtreding van de Omgevingswet, zijn opgenomen in artikel 22.24 van het omgevingsplan, zijn van toepassing op dit deel-omgevingsplan.
In aanvulling van het bepaalde in lid 2.1 gelden de volgende meetbepalingen:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilaster, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, reclameborden, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties met de functie 'Woonboerderij'.
Met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties zijn de volgende functies toegelaten:
met inbegrip van de volgende nevenactiviteiten:
Ten aanzien van het bouwen van overige bouwwerken gelden de regels zoals opgenomen in artikel 6.3.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van:
Met omgevingsvergunning kan het volgende gebruik worden toegestaan:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 3.3 wordt slechts verleend:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende functie(s), ook bestemd voor het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische (verwachtings)waarden.
Deze regels gelden primair ten opzichte van de regels van de ter plaatse geldende overige functie(s).
Voor bouwwerken, waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden, met een oppervlakte groter dan:
en die de bodem dieper dan 0,40 m beneden maaiveld verstoren, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin naar het oordeel van het bevoegd gezag:
In aanvulling op het bepaalde bij de andere daar voorkomende functie(s) zijn bouwwerken, waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden, slechts toelaatbaar wanneer:
met dien verstande dat de onder d.1 t/m d.3 genoemde uitzonderingen niet van toepassing zijn op waterbodems;
Het bevoegd gezag kan, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe gecertificeerde instantie en/of het bevoegd gezag is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwwerken kunnen worden geschaad, met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.3 mits de volgende voorwaarden in acht worden genomen:
Het is verboden op of in de gronden met de functie 'Waarde - Archeologie 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Voordat een omgevingsvergunning wordt verleend, moet door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin naar het oordeel van het bevoegd gezag:
Het verbod als bedoeld in 4.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden die:
met dien verstande dat de onder a t/m c genoemde uitzonderingen niet van toepassing zijn op waterbodems,
De werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden als bedoeld in artikel 4.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
De voor 'Waarde - Landschap verkaveling' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere voorkomende functie(s),ook bestemd voor het behoud, het herstel en de uitbouw van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de bijzondere kavelstructuur en kavelsloten (inclusief dijksloten).
Het is verboden op of in de gronden met de functie 'Waarde - Landschap verkaveling' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 5.2.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden die:
De werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
Ten aanzien van het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Ten aanzien van het bouwen van bijbehorende bouwwerken, waaronder begrepen overkappingen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende regels:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 van het omgevingsplan, eerste lid, aanhef en onder a, kan de omgevingsvergunning voor een activiteit die in strijd is met de in dat onderdeel bedoelde regels en de regels zoals opgenomen in artikel 6 van dit deel-omgevingsplan, toch worden verleend als:
Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf
Aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, met dien verstande dat:
Bêd en Brochje is toegestaan, met dien verstande dat:
Ter plaatse van het werkingsgebied van dit deel-omgevingsplan zijn tevens de volgende functies toegestaan, mits ondergeschikt aan de ter plaatse toegewezen functie(s):
Ten aanzien van parkeergelegenheid gelden de volgende regels:
De regels in dit artikel zijn van toepassing in het gebied 'vrijwaringszone – radarverstoringsgebied'.
De regels in dit artikel zijn gesteld met het oog op het vrijhouden van een goed radarbeeld van het luchtruim.
De bouwhoogte van bouwwerken zal ten hoogste de ter plaatse binnen de aanduiding 'vrijwaringszone – radarverstoringsgebied' aangegeven “maximum hoogte (m)”, ten opzichte van NAP, dan wel de bestaande bouw- of tiphoogte bedragen.
De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van het omgevingsplan, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit deel-omgevingsplan.