Plan: | Molenstraat 35a |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0866.BP00148-0001 |
In voorliggend bestemmingsplan is voorzien in een regeling voor de bebouwing en het gebruik van de gronden in het plangebied. Voor het volledige plangebied is de bestemming ‘Wonen’ toegekend, met voor elk perceel een bouwvlak van 10 x 12 meter. Per bouwvlak mag maximaal één hoofdgebouw worden gerealiseerd. Daarbij geldt een minimale afstand van 3 meter tussen het hoofdgebouw en de zijdelingse perceelsgrenzen.
In de regels is onderscheid gemaakt tussen de hoofd-, bijgebouwen en aanbouwen. Per perceel zijn de hoogte en oppervlakte van de hoofd-, bijgebouwen en aanbouwen met een aparte bouwaanduiding vastgelegd. Algemeen geldt dat de totale oppervlakte van aanbouwen en aangebouwde bijgebouwen per perceel maximaal 100 m² groot mogen zijn. Maximaal 50 m² daarvan mag als vrijstaande bijgebouwen worden gerealiseerd. Tevens is in de regels mogelijk gemaakt dat de aanbouwen en/of bijgebouwen gebruikt kunnen worden als woonruimte, uit het oogpunt van mantelzorg tot een oppervlakte van maximaal 100 m². Deze oppervlakte betreft meer dan is geregeld in het gemeentelijke beleid met betrekking tot mantelzorg. Dit heeft te maken met de oorspronkelijk wens van de ontwikkelaar om een soort familiekavels te ontwikkelen, waarbij het voor bijvoorbeeld bejaarde ouders dan wel anderszins hulpbehoevende familieleden aantrekkelijk is om bij hun kind/familielid te wonen, zonder daarmee in comfort achteruit te gaan. De insteek was dus eigenlijk dubbele bewoning van een woonperceel, waarbij wel een relatie blijft bestaan tussen de bewoners van het hoofdgebouw en de bewoners van de aanbouwen/bijgebouwen. Omdat het stedenbouwkundig en qua uitstraling niet veel verschil uitmaakt of het hier een familielid of een ander hulpbehoevend persoon betreft is in het algemeen gesproken over mantelzorg. Wanneer sprake is van mantelzorg, zijn drie parkeerplaatsen op het betreffende woonperceel benodigd, anders in ieder geval twee.
Om de oriëntatie van de voorgevels op de Molenstraat en Smelestraat te waarborgen is op de verbeelding een gevellijn opgenomen. De voorgevel van een hoofdgebouw dient op of op maximaal 2 meter achter deze lijn gebouwd te worden. Op het hoekperceel Molenstraat/Smeleweg dient het hoofdgebouw met de voorgevel gericht te zijn op de Smeleweg. Aan de zijde van de Molenstraat mag op dit perceel een aanbouw tot 3 meter vanaf de perceelsgrens worden gebouwd.
De regeling van dit bestemmingsplan vormt een kader waarbinnen het plangebied verder ingevuld kan worden. Het kader biedt genoeg ruimte om het plangebied flexibel in te richten.