direct naar inhoud van Artikel 6 Verkeer - Fietspad
Plan: Oude Spoorbaantracé
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0866.BP00166-0201

Artikel 6 Verkeer - Fietspad

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Fietspad' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. paden ten behoeve van het fietsverkeer, met dien verstande dat de breedte van het fietspad niet meer mag bedragen dan 3,5 meter. Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer - fietspad 2" bedraagt de maximale breedte 2,4 m;
  • b. voetpaden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • f. voorzieningen van algemeen nut;
  • g. waterhuishoudkundige voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemeen

Op de voor ‘Verkeer - Fietspad’ aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van het bepaalde in artikel 6.1. sub f worden opgericht met uitzondering van verkoop en/of afleverpunten voor motorbrandstoffen.

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 4 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 8 m.

6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.3.1 Verboden werken en werkzaamheden

Het is verboden op of in de in artikel 6.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. ingrepen die de waterhuishouding beïnvloeden door bemaling en onderbemaling, het draineren van gronden, het graven, vergroten, verdiepen en verbeteren van waterlopen, sloten en greppels, aan- en afvoer van water;
  • b. het veranderen van de loop en de morfologie van een water door middel van graven, vergroten, verdiepen, herprofilering;
  • c. de aanleg van kunstwerken en andere werken als stuwen, duikers, bruggen, zandvangen, gemalen en dammen;
  • d. het graven van funderingsputten, sleuven, sloten, vijvers en dergelijke;
  • e. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,5m;
  • f. het vellen van bos, met uitzondering van dunning conform de Boswet;
  • g. de aanleg van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies;
  • h. het verwijderen van houtgewas, het slechten van houtwallen en bosjes en het verwijderen van landschapselementen als poelen, moerassen en boomgroepen;
  • i. het scheuren van grasland.
6.3.2 Toegestane werken en werkzaamheden

Het verbod als bedoeld in artikel 6.3.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

  • a. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • b. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  • c. gericht zijn op het normale onderhoud en beheer van deze gronden.