direct naar inhoud van Artikel 3 Bos
Plan: Oude spoorbaantracé
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0866.BP00166-0301

Artikel 3 Bos

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bos" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. instandhouding van het bos met daarop afgestemde bosbouw;
  • b. extensief dagrecreatief medegebruik;
  • c. behoud en/of herstel van cultuurhistorische waarde;


met de daarbij behorende:

  • d. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • e. paden;
  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Op en/of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. op en/of in deze gronden mogen geen bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
  • b. in uitzondering op het bepaalde in arikel 3.2.2 onder a mogen op en/of in deze gronden uitsluitend de volgende bouwwerken, geen gebouw zijnde worden opgericht:
    • 1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van waterbeheer en bosbeheer met een maximale hoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m2;
    • 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor extensief recreatief medegebruik en natuureducatie, zoals informatieborden, picknickplekken, banken en afvalbakken, mits geen onevenredige schade wordt aangericht aan de aanwezige waarden en de hoogte niet meer bedraagt dan 3 meter.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van de gronden:

  • a. voor het storten van puin, vuil en tuinafval;
  • b. voor de stalling en opslag van al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuigen;
  • c. voor het plaatsen van kampeermiddelen;
  • d. voor het racen en crossen met motoren of bromfietsen;
  • e. voor de uitoefening van handel en dienstverlening;
  • f. als sportterrein.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Verboden werken en werkzaamheden

Het is verboden op of in de in artikel 3.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het vellen van bos, met uitzondering van dunning conform de Boswet;
  • b. de aanleg van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies;
  • c. het verlagen, vergraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • d. het verwijderen van houtgewas, het slechten van houtwallen en bosjes en het verwijderen van landschapselementen als poelen, moerassen en boomgroepen;
  • e. diepploegen;
  • f. aanleg van kleine voorzieningen voor extensieve recreatie en ten behoeve van natuurherstel/natuurbehoud;
  • g. het aanleggen of verharden van bedrijfswegen, of paden, of parkeervoorzieningen, alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • h. het scheuren van grasland;

3.4.2 Toegestane werken en werkzaamheden

Het verbod als bedoeld in artikel 3.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

  • a. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • b. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  • c. gericht zijn op het normale onderhoud en beheer van deze gronden.

3.4.3 Voorwaarden voor verlenen omgevingsvergunning

De in artikel 3.4.1 vermelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien door die werkzaamheden de daarvan hetzij direct, dan wel indirect te verwachten gevolgen de natuurlijke, landschappelijke en/of cultuurhistorischewaarden van deze gronden, dan wel de belangen van de waterwinning c.q. archeologische waarden niet worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.