direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Kendix-terrein
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0866.00159-0201

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Kendix-terrein' van de gemeente Waalre

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0866.00159-0201 met de bijbehorende regels.

1.3 aanbouw:

een gebouw dat aan een hoofdgebouw is gebouwd, welk gebouw door zijn vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 achtergevel:

de gevel die overwegend parallel loopt aan de voorgevel.

1.7 afhankelijke woonruimte:

een aanbouw of bijgebouw bij een woning, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met die woning en waar een gedeelte van de huishouding, zoals gehuisvest in die woning, uit een oogpunt van mantelzorg is ondergebracht.

1.8 bedrijf aan huis:

het bedrijfsmatige verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, gericht op consumentenverzorging, geheel of overwegend door middel van handwerk en waarvan de omvang in de activiteiten zodanig is dat de activiteiten in een woning en de daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend.

1.9 beroep aan huis:

een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend.

1.10 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.11 bestaand:
  • a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag vóór het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
  • b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van inwerkingtreding van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald.
1.12 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.13 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.14 bijgebouw:

een gebouw behorende bij een op het zelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

1.15 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.16 bouwlaag:

een begane grond of een hogere gelegen verdieping, waarbij ruimten in de kap met een helling van niet meer dan 70 graden en kelders en dergelijke niet worden meegerekend.

1.17 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.18 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan.

1.19 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waarop ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.20 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.21 dak:

iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

1.22 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.23 hoofdgebouw:

een gebouw, op een bouwperceel dat door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.

1.24 huishouden:

een verzameling van één of meer personen die een huishouding voeren, waarbij sprake is van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid.

1.25 kap:

een dak bestaande uit minimaal één hellend dakvlak.

1.26 peil:

Voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; in andere gevallen de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

1.27 perceelsgrens:

een grens van een bouwperceel.

1.28 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.29 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.30 voorgevel:

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw.

1.31 vrijstaand bijgebouw:

een van de woning (en haar aanbouwen) los staand gebouw, dat niet direct ten dienste staat van de woonfunctie, zoals een garage, een berging of een hobbyruimte en dat zowel wat betreft afmetingen als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.32 woning:

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden met dien verstande dat onder een:

  • a. twee-aaneen woning wordt verstaan: een woning, waarvan één van beide zijgevels van het hoofdgebouw in de perceelsgrens is gebouwd;
  • b. aaneengebouwde woning wordt verstaan: een woning, waarvan beide zijgevels van het hoofdgebouw in de perceelsgrens zijn gebouwd, eventueel met uitzondering van een hoekwoning, waarvan minimaal één zijgevel van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelsgrens is gebouwd;
  • c. gestapelde woning wordt verstaan: een woning welke zich bevindt in één hoofdgebouw met boven en naast elkaar bevindende zelfstandige woningen en/of (bijzondere) woonruimten.