direct naar inhoud van Artikel 16 Tuin
Plan: Waalre
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0866.BP00162-0201

Artikel 16 Tuin

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  • b. parkeren (ten behoeve van de bewoners van het desbetreffende perceel);
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde.

16.2 Bouwregels
16.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen, welke uitsluitend zijn toegestaan in de vorm van erkers en entreepartijen aansluitend aan het op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouw, gelden de volgende regels:

  • a. er mag uitsluitend voor de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • b. de hoogte bedraagt maximaal uit 1 bouwlaag verhoogd met 30 cm;
  • c. de breedte bedraagt niet meer dan 40% van de breedte van het gevelvlak, dan wel gelijk is aan de breedte van de bestaande gevelopening;
  • d. de diepte bedraagt niet meer dan 1/3 van de breedte van de erker of het entreeportaal, met een maximumdiepte van 1,5 meter, voor zover tenminste minimaal 2 meter tussen de erker of het entreeportaal en de voorste perceelsgrens onbebouwd blijft.

16.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte bedraagt maximaal:
    • 1. van erfafscheidingen 1 meter;
    • 2. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2,5 meter;
  • b. in afwijking van hetgeen bepaald onder a gelden voor het bouwen van carports en overkappingen de volgende regels:
    • 1. mogen enkel worden opgericht op tenminste 1 meter achter de voorgevel (of het verlengde daarvan);
    • 2. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3,3 meter;
    • 3. het oppervlak bedraagt maximaal 25 m².

16.3 Afwijken van de bouwregels
16.3.1 Gebouwen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16.2.1 a en toestaan dat bijgebouwen mogen worden gebouwd in de ruimte achter de voorgevel en het verlengde daarvan mits;

  • a. het straatbeeld daardoor ruimtelijk niet wordt aangetast,
  • b. de verkeerssituatie zich daartegen niet verzet;
  • c. geen afbreuk wordt gedaan aan de benodigde parkeermogelijkheden op eigen terrein;
  • d. hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

16.3.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16.2.2 onder a, sub 1 en toestaan dat erfafscheidingen achter de voorgevel een hoogte van maximaal 2 meter mogen hebben, mits:

  • a. het straatbeeld daardoor ruimtelijk niet wordt aangetast;
  • b. de verkeerssituatie zich daartegen niet verzet;
  • c. hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.