direct naar inhoud van Artikel 4 Natuur
Plan: Oude Spoorbaantracé
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0866.BP00166-0201

Artikel 4 Natuur

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Natuur" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. natuurbehoud, herstel en/of ontwikkeling van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, ecologische en waterhuishoudkundige waarden;
  • b. bebossing en andere groenvoorzieningen;
  • c. water en waterberging in de vorm van o.a. vennen en sloten;
  • d. extensief dagrecreatief medegebruik;

met de daarbij behorende:

  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • f. paden;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Op en/of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. op en/of in deze gronden mogen geen bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
  • b. in uitzondering op het bepaalde in artikel 4.2.2 onder a mogen op en/of in deze gronden uitsluitend de volgende bouwwerken, geen gebouw zijnde worden opgericht:
    • 1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van waterbeheer en natuurbeheer met een maximale hoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m2;
    • 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor extensief recreatief medegebruik en natuureducatie, zoals informatieborden, picknickplekken, banken en afvalbakken, mits geen onevenredige schade wordt aangericht aan de aanwezige waarden en de hoogte niet meer bedraagt dan 3 meter.

4.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van de gronden:

  • a. voor het storten van puin, vuil en tuinafval;
  • b. voor de stalling en opslag van al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuigen;
  • c. voor het plaatsen van kampeermiddelen;
  • d. voor het racen en crossen met motoren of bromfietsen;
  • e. voor de uitoefening van handel en dienstverlening;
  • f. als sportterrein.

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Verboden werken en werkzaamheden

Het is verboden op of in de in artikel 4.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden, alsmede het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het afgraven, ophogen of egaliseren, dan wel ontginnen van gronden;
  • c. het kappen en rooien van houtwallen en/of -singels of bosjes;
  • d. het door nieuwe aanplant realiseren van houtwallen en/of -singels of bosjes;
  • e. het winnen, infiltreren of stuwen van water en andere werken of werkzaamheden die een wezenlijke wijziging van de grondwaterstand of de waterhuishouding beogen of ten gevolge hebben, anders dan ten behoeve van natuurontwikkeling;
  • f. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen.

4.4.2 Toegestane werken en werkzaamheden

Het verbod als bedoeld in artikel 4.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

  • a. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • b. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  • c. gericht zijn op het normale onderhoud en beheer van deze gronden.

4.4.3 Voorwaarden voor verlenen omgevingsvergunning

De in artikel 4.4.1 vermelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en/of landschappelijke, cultuurhistorische en waterhuishoudkundige waarden van de gronden.