In het bestemmingsplan "Aalst" was het perceel Gestelsestraat 46a, evenals in het voorgaande bestemmingsplan, bestemd tot "Wonen". In 2003 was met toepassing van artikel 19 lid 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (onder voorwaarden) vrijstelling verleend van het bestemmingsplan om het gebruik van een op het perceel aanwezig bijgebouw ten behoeve van een catering- en verhuurbedrijf mogelijk te maken. Bij de herziening van het bestemmingsplan "Aalst" is echter geen specifieke bestemmingsregeling voor dit gebruik opgenomen.
De Afdeling komt in haar uitspraak tot de conclusie dat, nu een specifieke bestemmingsregeling voor het bedrijf ontbreekt, er sprake is van strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. Naar het oordeel van de Afdeling wordt, gezien het bepaalde in artikel 21 en artikel 32, lid 2 onder a en d van de planregels, het bedrijf immers onder het overgangsrecht van het plan gebracht. De rechtszekerheid vereist in het algemeen dat bestaand legaal gebruik overeenkomstig de bestaande situatie wordt opgenomen in een bestemmingsregeling. Zeker nu de gemeenteraad het gebruik van het bijgebouw ten behoeve van het catering- en verhuurbedrijf aan huis, voorzover dat gebruik overeenstemt met de voorwaarden van de verleende vrijstelling, niet in strijd acht met een goede ruimtelijke ordening had de raad dit gebruik als zodanig moeten bestemmen.
Het beroep is, gezien de bovenstaande afwegingen, door de Afdeling gegrond verklaard. Als gevolg hiervan is het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan "Aalst", voorzover het betreft het ontbreken van een regeling voor het plandeel met de bestemming "Wonen" op het perceel Gestelsestraat 46a waardoor het gebruik van een bijgebouw door een catering- en verhuurbedrijf wordt toegestaan, vernietigd.
De Afdeling heeft de gemeenteraad opgedragen om, met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen, een nieuw besluit te nemen. Dit heeft geleid tot het opstellen van het onderhavige bestemmingsplan.