direct naar inhoud van 2.3 Landschappelijke inpassing
Plan: Heuvelstraat 18
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0866.WP00155-0001

2.3 Landschappelijke inpassing

Teneinde te voldoen aan de gemeentelijke randvoorwaarde met betrekking tot landschappelijke inpassing is een landschappelijke inrichtingsschets opgesteld, die als bijlage 1 aan dit plan is toegevoegd.

De locatie bevindt zich op de rand van het beekdallandschap naar het cultuurhistorisch landschap. Aan de rand van de beekdalen op de overgang naar de hogere (en drogere) zandgronden werden van oudsher de nederzettingen gevestigd. De beekdalen zelf werden voornamelijk gebruikt als hooiland. Het beekdallandschap betreft een open, maar tevens kleinschalig landschap.

In het beekdal komt van oudsher weinig bebouwing voor, waarmee een zekere mate van openheid wordt gecreëerd. Door de aanwezigheid van diverse groene lijnelementen rondom wegen en percelen wordt het landschap verdeeld in kleinere landschapskamers, wat het gebied tevens een kleinschalig karakter geeft.

Om de kwaliteiten van het gebied te behouden en versterken dient nieuwe bebouwing zoveel mogelijk te worden opgericht bij bestaande bebouwing, waarmee de bestaande openheid en zichtassen zoveel mogelijk behouden blijven.

De bebouwing dient vervolgens zodanig ‘groen’ ingepast te worden, dat de bebouwing niet opvalt in het landschap en tevens het karakteristieke beeld van de landschapskamers kan worden versterkt.

Door het gebruik van inheemse streekeigen soorten kan de specifieke identiteit van het gebied verder versterkt worden.

De nieuw te bouwen opstallen (o.a. rundveestal, loods en sleufsilo’s) worden landschappelijk ingepast door middel van houtsingels met boomvormers en bosplantsoen. De voorgestelde inpassing bestaat uit navolgende onderdelen:

  • 1. Parallel aan de nieuwe loods en vaste mestopslag wordt voorgesteld een nieuwe brede houtsingel aan te leggen. Deze houtsingel loopt door tot aan de vaste mestopslag.

afbeelding "i_NL.IMRO.0866.WP00155-0001_0008.png"

    • a. Ter plaatse van de sleufsilo’s wordt voorgesteld de perceelsgrens bewust open te laten om de (zicht)relatie met het open beekdal te behouden.
    • b. Er wordt voorgesteld een zogeheten “grensboom” (zomereik) aan te planten, ter ‘begrenzing’ van het boerenerf in het noordwesten.
  • 2. Aan de noordoost zijde van het boerenerf, ter hoogte van de nieuwe melkveestal, wordt voorgesteld om aansluitend aan de bestaande beukenhaag een bomenrij aan te planten, waarmee het frontale zicht op de nieuwe stal vanuit de kern wordt voorkomen, maar er tevens voldoende ruimte is voor de ventilatie van de nieuwe stal. De bomenrij dient op minimaal 5 meter afstand van de nieuwe stal te worden aangeplant, teneinde een voldoende doorgang naar de achterzijde te kunnen waarborgen.
    • a. Aan de voorzijde van het boerenerf wordt voorgesteld om de lage beukenhaag uit te breiden richting het westen (Dommel).
    • b. Daarnaast wordt voorgesteld ter hoogte van de entree een solitaire notenboom aan te planten.
  • 3. Verder wordt (optioneel) voorgesteld in de omliggende open agrarische graslanden een boomgroep en een solitaire boom aan te planten, in aansluiting op het bestaande karakteristieke landschap. Deze bomen kunnen ook ideaal fungeren als schaduwboom voor het vee.

De aan te leggen landschappelijke beplanting bestaat zoveel mogelijk uit streekeigen plantmateriaal. De bestaande niet streekeigen beplanting zoals coniferen en laurierhagen op het boerenerf behoren eigenlijk niet thuis in het natuurlijke beekdallandschap van de Dommel. In het voorgestelde landschappelijke inpassing heeft het de voorkeur om deze beplanting te verwijderen en te vervangen door streekeigen beplanting.

Bovenstaande landschappelijke inpassingsmaatregelen zullen middels een afzonderlijke private overeenkomst tussen de gemeente en initiatiefnemer worden gewaarborgd.