direct naar inhoud van Artikel 21: Water
Plan: Buitengebied
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0459.047509-ON01

Artikel 21: Water

21.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. vaarten, sloten, en daarmee gelijk te stellen waterlopen ten behoeve van de wateraanvoer en -afvoer, de waterberging, het behoud van de natuurlijke en landschappelijke waarden en de recreatievaart;
  • b. extensief dagrecreatief medegebruik;

en mede bestemd voor:

  • c. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op geluidgevoelige objecten, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie';
  • d. de bescherming van het doelmatig en veilig functioneren van de waterkering, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk';
  • e. de bescherming van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen weg, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg';

met de daarbijbehorende:

  • f. kaden, dijken en oeverstroken;
  • g. bruggen, dammen en duikers;
  • h. paden;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder steigers.
21.2. Bouwregels
21.2.1. Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.

21.2.2. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
  • b. de doorvaarthoogte van bruggen, duikers en andere overspanningen of overkluizingen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten minste 1,50 m bedragen.
21.3. Afwijken van de bouwregels
21.3.1. Bruggen, dammen en/of duikers

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 21.2.2 in die zin dat tevens bruggen, dammen en/of duikers worden gebouwd ten behoeve van een landbouwkundig gebruik, mits:

  • a. de bruggen, dammen of duikers noodzakelijk zijn voor een goed landbouwkundig gebruik van de gronden;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de cultuurhistorische waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
21.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van de gronden als ligplaats voor woonschepen, woonarken of casco's (caissons), die tot woonschip of woonark kunnen worden omgebouwd.
21.5. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
21.5.1. Vergunningplichtige werken en werkzaamheden

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanbrengen van wal- en oeverbeschoeiingen;
  • c. het aanbrengen van voorzieningen ten behoeve van het extensief dagrecreatief medegebruik;
  • d. het vergraven van oevers
  • e. het aanbrengen van duikers.
21.5.2. Uitzonderingen

Het in lid 21.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
21.5.3. Toetsingscriteria

De in lid 21.5.1 genoemde vergunningen kunnen slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden en/of de cultuurhistorische waarden.