direct naar inhoud van Artikel 26: Leiding - Hoogspanningsverbinding
Plan: Buitengebied
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0459.047509-ON01

Artikel 26: Leiding - Hoogspanningsverbinding

26.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. een bovengrondse hoogspanningsleiding;

met de daarbijbehorende:

  • b. veiligheidszones;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
26.2. Bouwregels
26.2.1. Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde

In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden geen gebouwen, overkappingen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de dubbelbestemming.

26.2.2. Geen gebouwen en overkappingen

Ten behoeve van deze dubbelbestemming mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.

26.2.3. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

  • de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 40,00 m bedragen.
26.3. Afwijken van de bouwregels
26.3.1. Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 26.2.1 in die zin dat de in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemde gebouwen, overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:

  • a. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder;
  • b. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van hoogspanningsleidingen.
26.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van de gronden en bouwwerken als risicogevoelig object binnen een ter plaatse aangegeven veiligheidszone.
26.5. Afwijken van de gebruiksregels
26.5.1. Gebruik risicogevoelig object

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 26.4 in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt als risicogevoelig object, mits:

  • a. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder;
  • b. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen en goederen.
26.6. Wijzigingsbevoegdheid
26.6.1. Verwijderen dubbelbestemming

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' wordt verwijderd, mits:

  • a. deze wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast, indien er sprake is van het verwijderen dan wel verplaatsen van een bestaande leiding;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de natuurlijke en landschappelijke waarden, de bodemkundige, de cultuurhistorische waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.