Plan: | WONINGBOUWLOCATIE ZWAAGDIJK - OOST |
---|---|
Status: | concept |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0459.097502-ON01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
1. plan:
het bestemmingsplan Woningbouwlocatie Zwaagdijk - Oost van de gemeente Wervershoof;
2. bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0459.097502-ON01 met de bijbehorende regels en bijlage;
3. aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
4. aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
5. aan-huis-verbonden beroep:
het door tenminste één lid van het betreffende huishouden uitoefenen
van een beroep of bedrijf of het beroeps- of bedrijfsmatig verlenen van
diensten op administratief, juridisch, (para)medisch, therapeutisch,
kunstzinnig, ontwerptechnisch, of hiermee gelijk te stellen gebied;
6. bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
7. bebouwingspercentage:
een in het plan aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van
een bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
8. bestaand:
a. bij bouwwerken: bestaand ten tijde van de
terinzagelegging van het bestemmingsplan als ontwerp;
b. bij gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van het betreffende gebruiksverbod;
9. bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
10. bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
11. bijgebouw:
een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en qua afmetingen ondergeschikt aan dat (hoofd)gebouw;
12. bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen
en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk
oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
13. bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
14. bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
15. bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige,
bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
16. bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
17. bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander
materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij
direct of indirect steun vindt in of op de grond;
18. cultuurgrond:
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden;
19. dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
20. eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond;
21. gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of
gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
22. geluidsbelasting:
de geluidsbelasting vanwege een weg, industrieterrein en/of een spoorweg;
23. geluidsgevoelige functies:
in een gebouw of op een terrein aanwezige functies die maken dat een gebouw of terrein als geluidsgevoelig wordt aangemerkt;
24. geluidsgevoelige objecten:
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder;
25. hogere grenswaarde:
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder;
26. hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk
op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
27. kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd op opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf, en geen bouwwerk is waarvoor ingevolge de Woningwet een bouwvergunning is vereist;
28. kap:
een dak dat voor minder dan 50% in het horizontale vlak ligt;
29. peil:
a. indien op het land wordt gebouwd:
1. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
- de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
2. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
- de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
b. indien op of over het water wordt gebouwd:
- het Normaal Amsterdams Peil minus 50 cm;
30. prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen
met een ander tegen vergoeding;
31. seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig,
of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden
verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf,
waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een
seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie
met elkaar;
32. voorkeursgrenswaarde:
de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder;
33. woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van
één afzonderlijk huishouden;
34. woonhuis:
een gebouw dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar
en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua
uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.